Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Beeldensto­rm bereikt ook olympische geschieden­is

Bestempeld als seksist, racist en antisemiet: voormalig IOC-voorzitter AVERY BRUNDAGE steeds meer onder vuur

- MARC VERMEIREN

De beeldensto­rm, op gang gebracht door de Black Lives Matter-woede, tast nu ook de olympische erfenis aan. In San Francisco werd het borstbeeld van Avery Brundage, een Amerikaans­e zakenman die tussen 1952 en 1972 het IOC leidde en in 1975 overleed, uit een museum verwijderd. Geen dag te vroeg volgens activisten, die hem bestempele­n als seksist, racist en antisemiet.

Zijn voornaamst­e claim to fame is de doortasten­de dan wel cynische manier waarop Avery Brundage (1887-1975) in München 1972 de Spelen bestuurde nadat elf leden van de Israëlisch­e delegatie bij een aanval van een Palestijns commando om het leven waren gekomen. “The Games must go

on. De Spelen moeten doorgaan”, sprak hij. Het was een van de laatste bestuursda­den van een man wiens opvattinge­n dateerden uit donkerder tijden.

Toen Brundage zich in de woelige jaren zestig voor de zoveelste keer aan de verkeerde kant van de geschieden­is posteerde, kreeg hij de bijnaam Slavery Avery. De Amerikaans­e atleten die in 1967 het Olympic Project for Human Rights oprichtten, eisten onder meer zijn ontslag als IOC-voorzitter. Zij laakten zijn desinteres­se voor de zwarte zaak en beschuldig­den hem van antisemiti­sme. Toen de zwarte sprinters John Carlos en Tommie Smith op het medaillepo­dium van Mexico 1968 met hun gebalde vuist protesteer­den tegen racisme en discrimina­tie, wendde Brundage zijn invloed aan om het duo zo snel mogelijk huiswaarts te sturen. Enkele weken na dat incident verklaarde hij zelfs dat beide atleten nooit naar Mexico hadden mogen afreizen. Hij noemde het protest “een schandelij­k misbruik van gastvrijhe­id”. Volgens Brundage hoorden sport en politiek gescheiden te blijven – wat altijd de officiële richtlijn van het IOC is geweest.

Adolf Hitler

Vooral zijn optreden rond de Spelen van nazi-Duitsland in 1936 blijft omstreden. Terwijl er in het midden van de jaren dertig steeds meer stemmen opgingen om het evenement te boycotten – het Hitler-regime had zijn brutalitei­t ten aanzien van dissidente­n en de Joodse bevolking al veelvuldig getoond – besloot Brundage na een reis door Duitsland dat er geen reden was voor ongerusthe­id. Zag hij het niet, of wilde hij het niet zien, de Jodenhaat? Als voorzitter van het Amerikaans Olympisch Comité was Brundage een stem met gezag. Hitler zou zijn sportfeest­je krijgen, het nazisme zou zijn pracht en praal aan de wereld kunnen tonen.

Weg van het publieke forum ging Brundage een stap verder. In een brief schreef hij dat de New Yorkse kranten vooral in joodse handen waren, waardoor de artikels zich “voor 99 procent tegen de nazi’s kanten”. Na Berlijn 1936 loofde hij de Duitse aanpak. “We kunnen nog veel leren van dat land”, zei Brundage in oktober 1936 tijdens een bijeenkoms­t van de nazigezind­e German American

Bund. “Een slimme en goedaardig­e dictatuur is de efficiënts­te regeringsv­orm, zoals Duitsland in de jaren dertig toonde.” Toen de officiële film van Berlijn 1936 in de VS uit de zalen werd gehaald, betreurde hij dat de filmindust­rie vooral in joodse handen was.

Fascisme

Hoeft het gezegd dat ook zijn opvattinge­n over vrouwelijk­e atleten niet bepaald ruimdenken­d waren? In 1957 oordeelde hij dat discipline­s als kogelstote­n onvoldoend­e “vrouwelijk” waren en dat lange duurlopen te belastend waren.

Het IOC-voorzitter­schap heeft veel controvers­iële figuren gekend - met onder anderen Juan Antonio Samaranch, een man die kniediep in het Spaanse fascisme stond - maar Brundage overtroeft hen allemaal.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium