Gazet van Antwerpen Stad en Rand
SPIJTBETUIGING KONING FILIP
Excuses hoeven niet voor oud-missionarissen in Schilde: hun ‘Congolese familie’ heeft meer baat bij steun
In het Missiehuis van Scheut in Schilde, waar gepensioneerde Vlaamse missionarissen verblijven, was de steunbetuiging van koning Filip slechts kort een gespreksonderwerp voor het middagmaal. “Op zich vind ik het wel goed”, zegt pater Karel Van Laer (83), die 47 jaar missiewerk deed in Oost-Kasaï. “Hopelijk wordt ook de ontwikkelingssteun nu meer aangehaald, want er is veel armoede en honger in de streek waar ik actief ben geweest.”
“Ik ken niet echt het verschil tussen een spijtbetuiging of excuses”, zegt pater Van Laer. “Volgens mij is dat voor de gewone mensen in Congo ook niet zo belangrijk. Belangrijker voor hen is dat de banden weer worden aangehaald. Na de moord op studenten op de universiteitscampus in Lubumbashi in 1990 is de structurele samenwerking tussen Brussel en Kinshasa stilgevallen. Het zou goed zijn
Karel Van Laer
Ex-missionaris
“Er is zo veel potentieel, maar ook zo veel wanorde.”
als er opnieuw meer ontwikkelingshulp komt, want het is echt nodig.”
“Eergisteren kreeg ik nog telefoon van de zuster van het dispensarium. Er is geen medicatie meer en het is moeilijk om de medewerkers in het ziekenhuis gemotiveerd te houden als je maar een maandloon van 15 tot 20 euro kunt uitbetalen. Afgelopen jaren werden er door bendes in de regio drieduizend mensen en vijftien agenten vermoord. De bevolking durfde niet meer naar de velden, waardoor er nu voedseltekort is. De toestand is erger dan toen ik vertrok. Ouders doen er alles aan om hun kinderen te laten studeren, maar zelfs wie afstudeert aan de universiteit vindt geen werk. Er is zo veel potentieel, maar ook zo veel wanorde.”
Pater Van Laer spreekt het niet uit, maar je hoort het hem denken. Waarom maakt de Belgische regering hiervoor geen middelen vrij? Met zijn kleine ngo bracht hij 25.000 euro samen om er zonnepanelen op het schooldak te leggen zodat de 35 computers die ze hebben aangekocht van stroom voorzien worden. “Ondanks alles doen de mensen ginder verder. Er heerst veel solidariteit”, zegt hij met een grote Afrikaanse glimlach.
Van 300 naar 3 scheutisten
In het Missiehuis van Scheut in Schilde verblijven nog 26 missionarissen, van wie een tiental in Congo actief is geweest. De anderen deden onder meer missiewerk op de Filipijnen en in Indonesië. Op een gegeven moment had de congregatie zevenhonderd missionarissen in Congo. “Alleen al in de Kasaï waren er driehonderd Vlaamse scheutisten. Nu zijn er nog drie”, vertelt pater Frans Douwen (82), die zo’n 35 jaar in West-Kasaï actief is geweest en er onder meer een college en dovenschool leidde.
“Ernest Kabongo, huidig pastoor op de Luchtbal in Antwerpen, is nog een van mijn oud-studenten”, zegt pater Douwen. “Wij waren als scheutisten vooral actief in het pastoraal werk en in het onderwijs. Mijn oom was missionaris in Congo geweest. Hij was mijn inspiratiebron. Wij waren er als missionarissen welgekomen. Ik heb goed kunnen samenwerken met de plaatselijke bevolking. Zij beschouwden ons als familie. We spraken de plaatselijke taal: Tshiluba.”
Karel Van Laer knikt. “Die missiegeest leefde erg in het Xaveriuscollege in Borgerhout waar ik op school zat. Ze kwamen vrijwilligers vragen voor Congo. In 1963 ben ik naar ginder gegaan, eigenlijk blij, want ik ging liever naar Afrika dan naar de rijkere Verenigde Staten. De eerste achttien jaar heb ik in Mbuji-Mayi gewerkt, de stad van de industriële diamant. Er werkten zesduizend mensen voor die maatschappijen. Nu is er geen werk meer, terwijl er zo veel jonge mensen zijn.”
Dag congé
Of het pijn doet dat in Wilrijk het standbeeld van scheutist pater De Deken gevandaliseerd werd? “Ik ken hem te weinig om daar iets over te kunnen zeggen, dat is van lang voor onze tijd”, zegt Karel Van Laer. “Hij was een rondtrekkende avonturier. Zelf hebben wij altijd respectvol kunnen samenwerken. Vier jaar geleden ben ik nog teruggegaan.”
Pater Frans Douwen keerde niet meer terug. “Maar het doet deugd om nog eens over Congo te praten”, stelt hij vast. Of ze de indépendence gevierd hebben? “We hebben het vanmorgen weleens even tegen elkaar gezegd: 30 juni, dat was altijd congé.” KRISTIN MATTHYSSEN