Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We zien wel wat we aantreffen, dat was het motto”
Martin Heylen deed geen enkele vorm van research voor ‘Zelfde Deur, 20 Jaar Later’
Hij dacht dat één seizoen zou volstaan. Maar toen hij alle reportages overschouwde die hij twintig jaar geleden draaide voor
vond hij stof genoeg voor een vervolg. En dus belt Martin Heylen (64) vanaf vanavond weer aan bij de mensen bij wie hij destijds ongevraagd binnenviel.
Hond,
“Gewoon
echte
Man Bijt
we op de cijfers afgaan, wordt
straks een succes. Het eerste seizoen van de docureeks wist twee jaar geleden gemiddeld 980.000 kijkers te bekoren. Opmerkelijk voor een programma waarin iemand gewoon een huis binnenstapt met de vraag “Hoe gaat ie nog?” “Maar dat staat wel dicht bij de realiteit van alledag”, zegt maker Martin Heylen. “Via Instagram en Facebook krijgen we al zoveel verbloemde versies van onszelf te zien. Dan ben ik blij dat er op televisie nog plaats wordt gemaakt voor dit soort spontane portretjes.”
Gewone verhalen, dus. Al hoort de televisiemaker dat woord niet graag. klinkt zo saai, en het leven is allesbehalve saai. Ik spreek liever over verhalen.
Zelfde Deur, 20 Jaar Later
Het heeft me altijd geboeid, wat er gebeurt achter de deuren die je elke dag voorbijwandelt. Toen ik voor televisie begon te werken, was het dus vrij snel duidelijk dat ik dat idee verder zou gaan uitwerken. ”
Straffe koffie
Een tweehonderdtal reportages maakte Heylen in de late jaren negentig voor “Aan het eind van de rit kon ik geen deurbel meer zien. Dan ben ik programma’s als
gaan maken, waar veel meer voorbereiding in kroop. En toen werd ik al die research beu en dacht ik: kom, tijd om ’s te kijken hoe het er intussen achter die deuren aan toe gaat. Ik dacht stof te hebben voor één seizoen. Maar toen ik door alle reportages ging, viel me op dat er nog veel eindjes los hingen. Veel verhalen waren destijds niet afgerond. Waren mensen erin geslaagd hun dromen waar te maken of waren ze genezen van die slepende ziekte?” Van research was er geen sprake. Heylen en zijn cameraploeg gingen gewoon terug naar de huisdeuren van twintig jaar geleden.
Man Bijt Hond.
Heylen en de Herkomst
“We zien wel wat we aantreffen, dat was het motto. Als iemand van mijn redactie de mensen van toen toch al ’s op Facebook had opgezocht, mochten ze mij niks zeggen. Ik wilde het niet weten. Ik wilde oprecht nieuwsgierig en verbaasd kunnen zijn.” Gewapend met een camera kan Heylen de moed opbrengen bij mensen binnen te stappen. Want uit zichzelf zou hij het nooit doen. “Verre van. Voor we met de opnames beginnen, moet ik mezelf oppeppen. Ik ga altijd op zoek naar een cafeetje voor een straffe koffie of twee. Als we dan aan de deur in kwestie staan, plets ik nog even op mijn gezicht. Mijn regisseur geeft me een geruststellende blik. En pas dan druk ik op de bel. Belachelijk, hé?
Goeie ouwe tijd
Bijt Hond
(lacht)”
“Ik wil je nog iets bijzonders vertellen”, zegt Heylen. “Ik ben voor dit seizoen teruggekeerd naar mijn stamcafé in mijn geboortedorp. Daar was ik tijdens een van mijn eerste opnames voor
langs geweest.” Heylen trok toen in een rechte lijn door België. “Ik had het zo gereAls
Man geld dat ik daar bij verrassing kon binnenvallen. Meteen de enige keer dat ik aan een reportage begonnen ben met voorkennis, want ik kende iedereen die aan die toog zat persoonlijk. Toen ik nu naar die beelden keek, zag ik al m’n vrienden en vriendinnen van vroeger terug. Inclusief drie mensen die al overleden zijn. Ik zag hen stralen, liedjes zingen en mooie woorden spreken over de uitbaters van het café. Vind je dat niet surreëel? De doden die de levenden loven, terwijl het net andersom zou moeten zijn.”
Als de televisiemaker iets heeft meegenomen uit de opnames, dan is het dat we wat bewuster moeten gaan leven. “Niet op een zweverige manier. Maar we moeten af en toe ’s durven stilstaan. Weet je, de goeie ouwe tijd waar men het soms over heeft, dat is eigenlijk wat we nú meemaken. En waar we later op zullen terugkijken. Een beetje bedroefd misschien, maar ook heel dankbaar. Het kan soms snel gaan. Af en toe ’s rondkijken kan nooit kwaad.”
Zelfde Deur, 20 Jaar Later,
om 20.35u op Eén