Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Sportief een zegen, economisch een ramp
Heeft de coronacrisis voor een bewustwording op de transfermarkt gezorgd? Natuurlijk niet. Er is gewoon te weinig geld om zotte dingen te doen. In België zijn in vergelijking met vorig jaar liefst 50 procent minder transfers verricht. In de rest van Europa is het niet anders.
Voetbalmakelaars worden een week voor het einde van de zomertransferperiode wanhopig. Nog meer dan anders zijn deze varianten op de goudzoekers uit het begin van de vorige eeuw de clubs aan het bestoken met “interessante spelers, voor een vriendenprijsje”. Maar de clubs happen niet toe. Op enkele uitzonderingen na zoals Nurio van Charleroi naar AA Gent voor 6 miljoen euro blijven zelfs de vriendendiensten uit.
Meer dan ooit is het verkopen/kopen van goeie spelers zoals het verkopen/kopen van een huis. De transfermarkt lijkt de instorting nabij, maar de verkoper wil dat niet aanvaarden, terwijl de koper maar op de crisissituatie blijft hameren. Zo blijven de deals uit. Onder meer Club Brugge rekent erop dat die benadering in deze laatste week verandert om de zo gegeerde spits te halen.
Eigenlijk zouden de clubs niet om deze immobiliteit mogen treuren. Stabiliteit is een belangrijke factor in de sportieve prestaties. De top van onze rangschikking Charleroi, Club Brugge, Beerschot, Standard... speelt nagenoeg integraal met dezelfde spelers als het voorbije seizoen. Let wel: het is geen garantie op succes. Dat weten ze bij Genk en Zulte Waregem, waar het deze zomer ook rustig was. Maar bij AA Gent (11 nieuwelingen), WaaslandBeveren (13) en Moeskroen (17) beseffen ze dat de koop en huurziektes nog zwaardere gevolgen kunnen hebben.
Logischerwijze zou er dus zo weinig mogelijk moeten worden getransfereerd, ook in nietcoronatijden. Maar zo simpel is het niet. Het leiden van een profclub is niet meer of niet minder een economische activiteit geworden. Tenzij een Belgische club in de Champions League terechtkomt, is het draaiende houden van de transfercarrousel een levenslijn voor de Belgische profclubs. Die beseffen heel goed dat het sportief niet aangewezen is om elk jaar een lading spelers te kopen, in de hoop dat daar één Jonathan David of Terem Moffi bij zit. Maar met hun huidige hoge levensstandaard kunnen ze niet anders. Daarom is deze baisse op de transfermarkt maar van korte duur, tot de coronaellende is overgewaaid.