Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ex-vluchteling wordt directeur: “Pas van mijn 15de ging ik naar school”
Het wonderbaarlijke verhaal van Sahadi Daria (32), directeur van basisschool Apenstaartjes op Linkeroever
Terwijl andere 8-jarigen hun broek sleten op de schoolbanken, naaide Sahadi Daria (32) broeken in een Turks atelier en verkocht hij bloemen aan de schoolpoort. Veertien jaar lang was hij op de vlucht vanuit Afghanistan, tot hij in België aankwam. Hier zag hij voor het eerst de binnenkant van een klas. Vandaag is hij directeur van basisschool Apenstaartjes in Antwerpen.
Hij ziet zichzelf daar nog staan. Aan een willekeurige schoolpoort in het Turkse Ankara. Voor een habbekrats probeert hij er bloemen te slijten aan ouders die hun koters-in-uniform ophalen. Een wereld die mijlenver staat van de zijne. “Ik droomde van het leven aan de andere kant van het hek”, zegt Sahadi. “In het volle besef dat die droom wellicht nooit werkelijkheid zou worden.”
Sahadi Daria is geboren in Kunduz, een stad in het noorden van Afghanistan. Hij was 1 jaar toen hij met zijn ouders, twee oudere broers en zus op de vlucht sloeg. “Mijn papa was een vrijdenker. En dat botste hard met de conservatieve, islamitische autoriteiten. Hij werd constant opgejaagd. Het kon zo niet verder.”
Gevaarlijke tochten over bergpassen en landsgrenzen brachten het gezin eerst in Pakistan, en later in Iran. Ook daar waren ze niet welkom en dus ging de tocht verder naar Turkije, waar ze zeven jaar woonden. Telkens moesten ze hard werken om geld te verzamelen voor de mensensmokkelaars.
Dat geldt ook voor Sahadi. “Ik heb tot mijn 14de altijd gewerkt. We leefden in de illegaliteit en in armoede. In Turkije stond ik op om 6u ’s ochtends en werkte ik dikwijls tot 12u ’s nachts. Meestal ging ik eerst helpen in de winkels om de magazijnen aan te vullen. Daarna verkocht ik boodschappentassen aan de mensen in de winkelstraten, ging ik schoenen poetsen, verkocht ik fruit of verzamelde ik karton en blikken. Ik heb ook in ateliers gewerkt waar nog meer kinderen zoals ik broeken en lederen jassen naaiden. Dat was pure kinderarbeid en uitbuiting, maar ik wist niet beter. We probeerden simpelweg te overleven. Ik werd gepest door de andere kinderen die werkten op straat. Ze riepen dat ik terug moest naar Afghanistan, ik ben geregeld in elkaar geslagen en zelfs in het ziekenhuis beland toen ze mijn geld probeerden af te pakken.”
“Gewoon blijven lopen” Op zijn 14de waagt het gezin de
sprong naar Europa. Over land richting Bulgarije. “Eerst met een klein busje. Dertig, veertig mensen op elkaar. Dan een hele nacht stappen door bossen, regen en sneeuw. Telkens weer die angst: ga ik opgepakt worden? Ga ik dit overleven?”
Om 6u ’s ochtends komt hij aan bij de grens. Een kat-en-muisspel met de douane volgt en na enkele pogingen slaagt Sahadi erin om over hek en prikkeldraad te klauteren. “Daarna blijf je gewoon lopen.”
Sahadi kwam via Parijs in Brussel terecht, samen met zijn één jaar oudere zus. “Als niet-begeleide minderjarigen zijn we heel goed opgevangen. Het duurde niet lang voor ik naar school
mocht, naar de OKAN-klas (onthaalonderwijs voor anderstalige
nieuwkomers, red.). Voor het eerst op mijn 15de. Mijn droom om naar school te gaan, werd plots werkelijkheid. Ik geloofde het bijna niet en was in het begin heel angstig. Ik schipperde tussen wegvluchten en bevriezen. Ik schaamde mij, want ik kon niet lezen, niet schrijven. Ik was heel stil en teruggetrokken. Gelukkig waren er leerkrachten die mij erdoor hebben getrokken, die luisterden en mij tot rust brachten.”
Het zijn die leerkrachten die Sahadi hebben gebracht tot waar hij vandaag staat. Al van bij de inschrijving in het derde middelbaar van de bso-school. “Ze vroegen mij wat ik wilde studeren. Ik zei dat ik best goed kon naaien. Dat is goed, maar dan zit je wel tussen heel veel meisjes, zeiden ze. (lacht) Ze namen de tijd om te zoeken naar mijn talenten. Zo zijn we bij de hotelschool uitgekomen. Dat ik er gratis eten kreeg, was mooi meegenomen. Met één sportleerkracht had ik een bijzonder goede band. Hij gaf me extra taken tijdens de LO-les. Liet me zien wat ik allemaal kan. Hij heeft me getoond dat ik sterk ben in coachen. Het is door hem dat ik sportleerkracht wilde worden en voor leraar ben gaan studeren.”
Blinkende oogjes
Geen lachertje voor iemand die het Nederlands maar half beheerst. “Op dag één wilde ik er al de brui aan geven. En dat zei ik ook tegen het opleidingshoofd. Ze antwoordde: nee, Sahadi, jij blijft
hier. Je hebt het. Als ze dat niet had gedaan, was ik zeker vertrokken.”
Sahadi studeerde af en na enkele jobs in de sport en sociale sector werd hij vestigingsdirecteur van een OKAN-school in Antwerpen. Vandaag is hij net begonnen aan zijn tweede jaar als directeur van Apenstaartjes, een diverse basisschool. “De job is mij op het lijf geschreven. Ik weet hoe ik moet communiceren met ouders met roots in Afghanistan, Iran, Turkije, Marokko. Ook voor de kindjes werkt mijn verhaal inspirerend. Velen zeggen: meester Sahadi, jij bent toch de slimste van de school? Dan probeer ik hen duidelijk te maken dat het niet alleen gaat om slim zijn. Dat je hard moet werken, dat je respect moet hebben voor elkaar. Ik vertel hen dat ik het zelf ook moeite had met school. Wanneer ze dat horen, blinken hun oogjes. Ze beseffen dat zij er ook kunnen geraken, ook al hebben ze het nu heel moeilijk.”