Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Veelbelovend dat zelfs Waalse Pijl plots leuke koers is
De tendensen van de voorbije weken zetten zich door in de Waalse Pijl: Marc Hirschi is onversneden topklasse, wielrennen is een sport van jonge gasten, en het helpt voorlopig een eind om als coureur de Tour in de benen te hebben. Vraag dat laatste maar aan Tim Wellens, gisteren pas eenentwintigste. Je kan na de koers bijtrainen tot het donker wordt, maar drie gemiste weken competitie vlak je niet zomaar uit.
De Waalse Pijl was dit jaar geen snurkfestijn, geen koers van 1.300 meter, met grote dank aan Mauri Vansevenant. Als een Belgische reincarnatie van Bauke Mollema wiegde hij moedig voor het peloton uit. De Waalse Pijl is al een paar jaar het terrein waar jonge Belgen zich voor het eerst tonen: Ben Hermans, Dylan Teuns, Laurens De Plus, Bjorg Lambrecht en heel lang geleden ook nog Dries Devenyns. Die was gisteren ook zo’n exponent van de superieure Tourrenners: eerst alles afstoppen, daarna ook nog even Andrea Bagioli afzetten.
De overvolle kalender vraagt veel van de renners, maar het maakte de Waalse Pijl extra interessant. Zonder oudwinnaar aan de start – geen Alejandro Valverde of Julian Alaphilippe – was er ook geen uitgesproken favoriet. Ploegen moeten renners opstellen in races waar ze misschien nog een maatje te klein voor zijn. Bij een Waalse Pijl in april hadden we Mauri Vansevenant niet gezien, want hij was op dat moment nog niet eens prof.
Debutanten
Teamselecties zijn met de huidige kalender niet helemaal op maat van de race. Hoeveel ploegen hadden hun kopmannen voor de Giro niet in Hoei willen opstellen? In de selectie van Team Sunweb was de oudste renner gisteren 25 jaar. Michael Storer was ook de enige in de hele ploeg die de Waalse Pijl al één keer eerder had gereden. De rest van de selectie bestond zowaar uit debutanten, inclusief winnaar Hirschi. Als we nog een parallel zoeken met de Tour: de sterkste ploeg hebben is geen voorwaarde om te winnen. Natuurlijk is dit rare seizoen verre van wenselijk: de situatie rond de Amstel en de BinckBank Tour moet voor renners enerverend zijn. Maar de koersen hebben door de drukke kalender meer intrige. Als AG2R aan kop van het peloton rijdt, moet je zonder Romain Bardet hard nadenken over wie daar nu precies kopman is. Niet Clément Champoussin of Alexis Vuillermoz maar toch Benoît Cosnefroy, zo bleek gisteren. Zijn tweede plaats is een bescheiden revanche op Lance Armstrong, die hem in zijn Forwardpodcast als bollentrui steeds heel cynisch ‘de beste klimmer in de Tour’ noemde.
Het laat het beste verhopen voor de komende klassiekers als zelfs de Waalse Pijl nu ineens een interessant koersverloop krijgt. Hoe dieper in het seizoen, hoe meer onbekenden er bijkomen. Wat doet de overvolle kalender met de vormcurves in de laatste weken van het seizoen? We gaan het zien in de Ronde van Vlaanderen en Roubaix.
Er zat gisteren geen kat in de perszaal, er was geen persconferentie met de winnaar en de Muur van Hoei was zo goed als leeg. Dat is allemaal best vervelend, maar wat ook dient gezegd: in een normale Waalse Pijl hadden we dat geweldige nummer van Mauri Vansevenant nooit gezien.