Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Bart De Wever op naar 2024
Nee, niemand bij de N-VA daagt Bart De Wever uit als partijvoorzitter. Hij is dus de enige kandidaat om zichzelf op te volgen en er nog een termijn van drie jaar bij te doen. De kans is ook groot dat hij in 2023 nog even aanblijft. Dan is hij in 2024 op weg naar zijn twintigjarig jubileum als partijvoorzitter. In dat jaar zijn het namelijk opnieuw verkiezingen en niemand bij de partij trekt in twijfel dat De Wever nog steeds het onbetwiste electorale boegbeeld is. Of het moet tot een constructie komen met een andere voorzitter die op de winkel past en De Wever als lijsttrekker of kandidaatpremier.
Het is het lot van een oppositiepartij dat ze altijd een beetje in de wachtkamer zit en voor de N-VA is dat niet anders. 2024 is de nieuwe horizon. Dan moet het gebeuren. De jongste opiniepeiling kan de Vlaamsnationalisten moed geven. Ze gaan weer lichtjes vooruit. Ze moeten wel het Vlaams Belang boven zich dulden als grootste Vlaamse partij, maar komen samen met het Vlaams Belang wel aan een Vlaams-nationalistische meerderheid. Op de vraag: door wie voelt u zich het best vertegenwoordigd, wint Bart De Wever voor Alexander De Croo en Tom Van Grieken.
Die meerderheid speelt alleen in Vlaanderen, niet federaal. Leuvens politicoloog Bart Maddens noemt dat in
Knack problematisch. Er zijn elders in Europa minderheidsregeringen, maar die moeten voor wetsvoorstellen telkens een meerderheid vinden in het parlement. De Vlaamse minderheid in de federale regering hoeft dat uiteraard niet te doen in het Vlaams Parlement. Andere politicologen wijzen erop dat minderheden in één taalgroep vaak voorkomen in ons land. In hun optiek kan België nog perfect als één democratie worden gezien en een coalitie met een meerderheid van zetels over heel het parlement is dan altijd legitiem.
Maar dat gaat voorbij aan de vaststelling dat we intussen zes staatshervormingen hebben gehad en dat de drie gewesten een steeds grotere autonomie hebben en een heel eigen politieke dynamiek. De twee grootste partijen aan Vlaamse kant bestaan niet eens aan de andere kant van de taalgrens. Dan wringt het toch om na verkiezingen die realiteit te negeren en net te doen alsof we één politieke entiteit vormen van Knokke tot Aarlen. Ook bij de andere partijen is er dat besef: de schroom om het te doen zonder meerderheid in een taalgroep wordt groter. Aan Vlaamse kant moest vooral daarom de CD&V er per se bij: zo is er bijna een Vlaamse meerderheid. Dat is een zwaktebod: bijna-meerderheden zijn vooralsnog geen staatkundig begrip.