Doelwit kan net op tijd wegduiken voor kogel

Wilrijkse broers vier en zes jaar in de cel

Twee Wilrijkse broers zijn door tot zes en vier jaar cel veroordeeld voor een moordpoging op het Zuid. Aan een shishabar in de Verschansingstraat schoot een van hen in de richting van een andere man.

De feiten dateren van juli 2018, de politie werd die nacht rond 1.30 uur naar de Verschansingstraat op het Zuid in Antwerpen gestuurd omdat er geschoten was. Het doelwit van de kogel was nog kunnen wegduiken achter een geparkeerde auto. De afgevuurde kogel was door het raam van die Renault Clio gegaan en had zich in het dak van de wagen geboord.

Het doelwit verklaarde aan de politie dat de schutter Omar A.A. (28) uit Wilrijk was en dat die het schot loste vanuit een auto. Aan het stuur van die wagen zat volgens het slachtoffer de broer van Omar, Soufiane A.A. (24). De politie kon de vluchtauto, een Peugeot, enkele uren later terugvinden in de Polostraat op het Kiel. In de auto vonden de speurders kruitsporen. Volgens de beklaagden waren die afkomstig van een joint, een uitleg die volgens de rechtbank geen steek houdt. “Gelet op de chemische elementen in de deeltjes is dit totaal uit den boze”, luidt het. Bovendien komt de hoogte van het portier van de Peugeot overeen met de hoogte waarvan het schot volgens de ballistisch expert werd afgevuurd.

De broers A.A. verklaarden tijdens het onderzoek dat ze wel aan de shishabar in de Verschansingstraat waren en dat Omar daar eerder op de avond bedreigd werd door het latere slachtoffer en diens entourage. Beklaagde Omar stuurde naar eigen zeggen een bericht naar zijn broer om hem te komen ophalen. “Toen we in de auto gestapt waren en wegreden hoorden we een schot”, zeggen de broers. Een uitleg waar de rechtbank geen geloof aan hecht, de broers werden tot zes (Omar) en vier (Soufiane) jaar cel veroordeeld voor poging tot moord.

Over de aanleiding van de discussie tussen de broers en de andere partij lopen de verklaringen uiteen. “Dat er getwijfeld kan worden aan het beweerde motief, een liefdesaffaire, doet geen afbreuk aan het bewezen zijn van het misdrijf”, zegt de rechtbank daarover.