Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Antwerpen draaide in de 16de eeuw al op windenergie”
Actueler kun je moeilijk zijn: de ontdekkingen van de genetische schaar en zwarte gaten die vorige week bekroond werden met de Nobelprijs voor Scheikunde en Fysica zijn al opgenomen in de nieuwe expositie van Museum Plantin-Moretus.
confronteert de nieuwigheden van de zestiende eeuw met die van vandaag.
verwondering
Plantin
Windmolens
Een eeuw van
Exact vijfhonderd jaar geleden werd Christoffel Plantin geboren. De Fransman vestigde zich in de Scheldestad en werkte zich van berooide migrant op tot de belangrijkste drukker ter wereld. Hij had de tijd mee: nieuwe technologieën verspreidden zich snel en de stad Antwerpen beleefde haar hoogste bloei ooit. Plantin had feeling voor innovatie, want 80% van alle wetenschappelijke boeken verspreidde hij wereldwijd via zijn drukpersen.
Een geknipt idee dus om de jubileumtentoonstelling
in het teken van innovatie te plaatsen. Als uitgangspunt voor de ontdekkingen van de zestiende eeuw fungeren de negentien prenten van de serie Nova Reperta van Johannes Stradanus, geboren als Jan van der Straet. De Bruggeling ontwierp ze op vraag van De Medici in Firenze. Komen onder andere aan bod: de ontdekking van Amerika, boekdrukkunst, buskruit, bril, kompas, zijdestof, uurwerk, distillatie en de import van aardappelen, tabak en suikerriet.
500
Tentoonstellingsmaker Magiels, een bioloog en hield het
jaar
Geerdt wetenschapsfilosoof, echter
niet bij de zestiende eeuw, maar zocht voortdurend naar overeenkomsten met de razendsnelle veranderingen in de maatschappij vandaag. De parallel tussen de revolutionaire boekdrukkunst van Plantin en de kennisverspreiding via internet vandaag ligt voor de hand, maar voor elke vondst toen is wel een hedendaags equivalent op te voeren.
“Tegenover zijde kunnen we plastic plaatsen, tegenover het kompas de gps. Geweren worden drones, de horloge is geëvolueerd tot atoomklok”, stelt Magiels. “De wereld mag een open boek zijn, de ontdekkingsreis naar het binnenste van de hersens staat nog maar aan het begin.”
Overeenkomsten worden met voorwerpen en geschriften uitgewerkt. “Bekijken we de kaart van Antwerpen, dan zien we rond de stad overal windmolens”, duidt Magiels. “Naast man- en paardenkracht was dat toen de beste voorhanden energie. De uitvinding van de windmolen was al ouder, hoewel de Romeinen ze niet zouden gekend hebben, maar in de zestiende eeuw gebeurden er bij ons belangrijke aanpassingen. Simon Stevin, van wie Plantin de boeken uitgaf, bezat verschillende patenten op verbeteringen van de mechaniek. De molens werden op platformen geplaatst zodat ze zich konden aanpassen aan de windrichting. Vandaag zoeken wetenschappers opnieuw naar optimalisatie van windenergie.”
Corona vs. syfilis
Natuurlijk kon corona niet onvermeld blijven. De zestiendeeeuwse parallel heet syfilis, een gevreesde bacterieziekte die overwaaide na de ontdekking van Amerika. In de race naar een geneesmiddel kwamen artsen toen uit op het sap van de Guaiacumboom. Net zoals corona werd de ziekte toegeschreven aan een vreemd land. Duitsers en Engelsen noemden syfilis de Franse ziekte, maar in Frankrijk was het de ziekte van Napels.
De tentoonstelling eindigt met een open vraag aan de bezoeker. Hoe zal men over vijfhonderd jaar terugkijken op de nieuwigheden anno 2020? Wat zal belangrijk blijken? Magiels doet alvast twee suggesties: de genetische schaar, beschreven door de Franse wetenschapsters Charpentier en Doudna, en de studie van zwarte gaten, gelanceerd door Roger Penrose. Een rake selectie, want vorige week kregen ze de Nobelprijs voor Scheikunde en Fysica toegekend.
www.museumplantinmoretus.be