Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Alle hoop voor Groot Schietveld rust op 1.000 schapenschouders
Zeven weken na verwoestende heidebrand op militair domein
Zeven weken na de verwoestende brand op het militair domein Groot Schietveld in Brecht en Wuustwezel, spelen 840 schapen er een eigen EK tegen het oprukkend pijpenstrootje. Inzet: het redden van de heidevegetatie, algemeen beschouwd als Europese topnatuur. In september worden de terugmatchen gespeeld, want dan komt er een tweede begrazingsronde. “Het wordt een race tegen de klok”, voorspelt boswachter Harry Thys.
Op 24 april liep een schietoefening van het Belgisch leger gruwelijk mis. 570 hectaren van het 1.500 hectaren grote natuurgebied Groot Schietveld vloog in brand. Donderdag, bijna twee maanden later, mocht de pers voor het eerst onder begeleiding van twee soldaten en boswachter Harry Thys van het Agentschap Natuur en Bos het militair domein betreden. Het Vlaams Agentschap Natuur en Bos doet het natuurbeheer in opdracht van Defensie.
Wat opvalt: de luchtbeelden vlak na de ramp die een zwartgeblakerde vlakte toonden, zijn al gedateerd. Van ver ziet alles opnieuw groen. Terwijl heide eigenlijk purper zou moeten zien. “Vier dagen na de brand was het pijpenstrootje al aan het schieten”, zegt Thys. “Deze soort profiteert van de verschroeide grond, en wordt hier extra gevoed door de stikstof uit de Antwerpse haven en ammoniak van de intensieve veeteelt uit de Noorderkempen, afhankelijk van de windrichting. Om beschermde soorten als struikheide, dopheide, moeraswolfsklauw, zonnedauw en natte heide de kans te geven om te kiemen, was het van levensbelang om zo snel mogelijk stootbegrazing met schapen op te starten. Helemaal rampzalig wordt het als het pijpenstrootje zaad zou kunnen maken, want dan wordt het hier een gesloten grasmat. Terwijl het Groot Schietveld, met 80% Europees beschermde vegetatie, heel bewust als heidegebied wordt beheerd. 15% van alle natte heide in Vlaanderen stond hier en is voorlopig verdwenen.”
Stootbegrazing
Stootbegrazing of geherderde begrazing betekent dat gedurende een korte periode een groot aantal dieren een kleine oppervlakte begraast. Momenteel lopen er al 840 schapen rond. Naar volgend jaar toe is het de bedoeling negenhonderd à duizend zelfredzame Kempisch heideschapen in stelling te brengen. “Eigenlijk zijn die beestjes hier op vakantie”, zegt boswachter Thys. “Ze kunnen de hele dag hun buik rond eten. Hun mest zorgt niet voor nog extra stikstof. De nutrienten die ze opnemen wordt in spier- en vleesmassa omgezet.”
Ondanks die aanwezigheid van 840 schapen, kan de boswachter ons bij de start van het bezoek niet verzekeren dat we onderweg een schaap te zien zullen krijgen. Dat is veelzeggend voor de uitgestrektheid van het militair domein. De schapen staan in wolfproof flexi-wildrasters die de herder geregeld verplaatst. Momenteel lopen ze in de doelenzone, waar normaal geschoten wordt, maar nu even niet. De schietoefeningen vinden uitsluitend indoor plaats, tot het brandgevaar weer geweken is. De rode vlag wappert. Een grote brandweerwagen van brandweerpost Wuustwezel hobbelt door het stof voor preventieve controle. De brandtoren op het militair domein wordt momenteel continu bemand. Er zijn lessen getrokken.
Boswachter Thys laat het konvooi stoppen om het verschil tussen een begraasde zone waar het pijpenstrootje al door de kudde gemillimeterd werd, en een onbegraasd gebied te tonen. De stammen van de aanwezige naaldbomen en jonge berkjes zijn allemaal zwartgeblakerd, maar nooit meer dan een meter boven de grond. Het is de bedoeling om de dode bomen op termijn nog af te voeren. Opvallend is dat zonder mondmasker er nog steeds een brandluchtje opstijgt uit de vegetatie. Heide zien we niet. “Hier, dit was heide”, wijst Thys naar wat zwarte stokjes die boven de grond uitsteken. “Als de schapen de race winnen, kan deze heide opnieuw kiemen, maar dan moeten we die begrazing wel volhouden. Vanaf september starten we met een tweede begrazingsronde op alle stukken.”
Het is inderdaad zoeken naar een schaap in een hooiberg. Tot we ineens herder Bert Plasmans van De Hoeder uit Stabroek zijn netten zien opstellen. Hij levert momenteel 700 van de 840 aanwezige schapen op het Groot Schietveld. “We hebben wat schapen herschikt van de Kalmthoutse Heide naar hier - gezien de hoogdringendheid - en hadden er gelukkig nog wat op stock”, zegt Bert.
Dagelijks komt hij een volle watertank brengen. Zijn twee border collies kijken door de open laadklep van zijn terreinwagen. “Die schapen en wij: da’s een samenwerkend vennootschap”, zegt hij. 34 netten van vijftig meter lang gebruikte de herder om het eerste compartiment af te zetten. “Inderdaad een karwei.”
Vettige wol
In de verte weerklinkt iets dat op bèèh lijkt. We volgen het geblaat met de wagen, en vinden wat verder vijf schaapjes weggestoken onder een verschroeid dennenboompje. Het lijkt alsof ze er al van voor de brand staan, want er kleeft roet aan hun vacht. ”Komt omdat ze deze week geschoren zijn. Hun wol is bovenaan nog heel vettig nu. Als ze dan tegen zo’n struik aanwrijven, worden ze zwart”, legt de herder uit.
Voor iemand die bijziend is zoals wij, zijn de andere schaapjes aan de einder amper met het blote oog zichtbaar. Zo weids is het Groot Schietveld. Zelfs voor een armada van duizend schapen wordt het knokken om de finale tegen het pijpenstrootje te winnen. “Naast de begrazing, gaan we nog handmatig maaien en afvoeren, plaggen, chopper- en klepelmaaien”, zegt boswachter Thys.
Om de toestand van de beschermde adders in te schatten, wacht hij op de telresultaten van de vrijwilligers. “Maar een adderbestand tellen is niet simpel. Dat er veel insecten, reptielen en amfibieën zijn gesneuveld, is zeker. Die insecten dienen dan weer als bulkvoer voor vogels zoals de nachtzwaluw die hier broedt. Neem één schakel weg, en het systeem stort in. Je kan wel met twee man uit een bakje friet eten, maar niet met tien. Er moet voldoende voedselaanbod zijn.