Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Niemandshand
Hoe was het? vroeg mijn teerbeminde Nimf ongerust toen ik terug kwam van het vaccinatiedorp. Mijn geliefde heeft schrik van naalden en voelt zich overigens ook in de natuur door ieder beest geprikt. Dus ik begon over hoe verduiveld efficiënt het allemaal was, dat er zoveel toegewijde vrijwilligers waren die met een kwinkslag alles in goede banden wisten te leiden, dat er aan de balie iemand zat die graag mijn boeken las en dat ook zei waardoor ik een paar centimeter boven de grond zweefde nog voor ik in de buurt van een naald was gekomen, dat ik voor ik het wist op een stoeltje zat met een ontblote schouder waar een vriendelijke madam vanuit witte gordijnen verscheen en me meteen een prik gaf, waarna ik naar een wachtruimte werd geleid waar een mevrouw op een harp zat te spelen. Dat laatste detail was er voor mijn vrouw te veel aan. Een harpspeelster. Ze keek me aan alsof ik samen met dat vaccin een of ander geestverruimende drug had ingespoten gekregen. Ik knikte afwezig. Jaja, een harpspeelster. Maar mijn gedachten waren er eerlijk gezegd al niet meer bij, en dat was niet vanwege een bijwerking van dat vaccin, maar door de plek zelf waar het vaccinatiedorp zich bevindt. Dat is verdorie toch een merkwaardige plek, dat Park Spoor Oost, niet? Ik heb daar de laatste jaren al van alles gezien en meegemaakt. Een klein en gezellig festivalletje kan ik me daar herinneren, met strandstoelen en cocktails, een nogal uitgestorven Sinksensfoor waar ik toch niet helemaal mijn draai kon vinden heb ik daar meegemaakt, ik ben er eens samen met duizenden anderen per fiets aangekomen voor een Ringlanddemonstratie waar ook schepen Kennis rinkelend en met een iets te brede glimlach fietsgewijs arriveerde toen er nog geen sprake was van een Pfos-schandaal en een Oosterweeltunnel die op een gifplek dreigt te worden gebouwd en nu stond ik er weer om er geprikt te worden zodanig dat we hopelijk uit die shitstorm van die Covid geraken. Telkens weer heb ik om me heen gekeken naar de kasseien, de scheepskranen, de sporen. En nu kijk ik naar kaarten uit het verleden. Ik zie hoe de oorspronkelijke spoorbaan uit de negentiende eeuw buiten de voormalige Spaanse omwalling was gebouwd midden negentiende eeuw, dat de bevolkingsexplosie en bouwwoede van diezelfde eeuw de verdedigingswerken van de stad uiteindelijk ver opschoven en er een Ringspoor werd gebouwd dat binnen die zogenaamde Brialmontomwalling liep, dat door de vele ongelukken heel dat spoor en de spooremplacementen zoals Park Spoor Oost verhoogd werden en dat in onze eeuw het steeds gebruikt werd voor goederenverkeer en die plek plots doelloos bleef om hopelijk snel een groene long te worden van deze stad, wat wenselijk en zelfs noodzakelijk is. Maar intussen is dit een niemandsland dat de ene dag dat is en de andere maand weer dat, achtergelaten door de geschiedenis. Ik denk dat ik daarom van die weerbarstige plek hou. Ze is handig.