Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Heerlijke stoet mafketels
Als er ooit prijzen worden uitgereikt aan de reeksen die het meest voeten in de aarde hebben gehad, verdient Glad ijs op zijn minst een nominatie. De serie werd immers al in 2018 aangekondigd. We zijn blij u te kunnen melden dat het resultaat niet teleurstelt. Met sappige dialogen en een rist heerlijke vertolkingen is dit een van de meest verfrissende Vlaamse reeksen sinds lang.
“Het komt wat in het vaarwater van In de gloria”, zei Lucas Van den Eynde (62) toen we hem vorige week uithoorden over Glad ijs. Nu we vijf afleveringen – meer wilde Streamz nog niet lossen – achter de kiezen hebben, snappen we wat hij bedoelde. De allereerste scène, waarin een langharige Koen De Bouw (56) zich in het plat Turnhouts opwindt over een kookprogramma, zou niet misstaan in een reeks van Jan Eelen.
“Ge zijt nog niet begonnen of ge hebt het al verbrod”, zegt hij met een zucht. “Toch geen ajuin, hé jong.” Hij zit samen met een zwijgzame collega (Vincent Van Sande, met wie hij een heerlijk komisch duo vormt) te wachten tot ijsboer Phil Frisco voorbij
komt gewandeld met zijn hondje. Wanneer het zover is, schieten de twee in actie. Frisco krijgt een klap op zijn neus en wordt hun bestelwagen ingegooid. Nu wisten we dat er zo’n tafereel zat aan te komen. Oorspronkelijk zou de reeks immers De ontvoering van Phil Frisco heten. Nu bekt dat misschien niet zo goed als Glad ijs, toch had Streamz de originele titel beter behouden. De gortdroge feitelijkheid weerspiegelt perfect de geest van de serie: droogkomisch en apart. De invloed van de broertjes Coen is duidelijk. En we vermoeden dat we er ook niet ver naast zullen zitten als we beweren dat de makers zich door Quentin Tarantino hebben laten inspireren bij het uitkiezen van de muziek. De reeks mag zich dan wel in de Kempen afspelen, het Wilde Westen is nooit veraf.
Hulde aan de scenaristen
Eens Phil Frisco ontvoerd is, maken we kennis met zijn familie. Een bonte verzameling opportunisten en halvegaren die het over niks eens geraken. Hun gekibbel is larger than life, maar ergens toch nog herkenbaar. Er valt veel te lachen in Glad ijs. De dialogen zijn sappig – het Kempens leent zich sowieso tot humor – maar nooit gratuit. Het scenario vermijdt vakkundig de platitudes waaraan een reeks als Fair Trade, die uit eenzelfde vaatje wilde tappen, finaal ten onder ging.
Vakwerk van scenaristen Koen Van Sande (tevens coregisseur), Jacques Boon en Daniël Lambo dus. Acteurs die worstelen met slappe teksten, we zagen het al in veel Vlaamse fictiereeksen. Maar hier krijgen ze figuren en scènes waar ze hun tanden kunnen inzetten. Zeker Lucas Van den Eynde is, misschien zelfs voor het eerst sinds Met man en macht, nog eens écht op dreef als de even innemende als gluiperige Phil Frisco.
Maar eigenlijk kunnen we niet zeggen dat er iemand slecht staat te spelen. Viv Van Dingenen als neurotische echtgenote van Frisco? Hilarisch. Peter Van den Eede als zielige notaris? Goud. Jan Hammenecker als cynische rechercheur? Subliem. Het universum van Glad ijs wordt bewoond door een heerlijke stoet mafketels. Dat maakt het tot een erg fijne plek om in te vertoeven.