Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We houden nog altijd ons hart vast als we een tjokvol terras zien”
Hedwig Mattheeusen, begeleidster van twaalf volwassenen met een beperking in een van de huizen van OLO Brasschaat, is vooral heel blij dat er voor de bewoners al wat meer mogelijk is. “Een aantal van hen kan toch al eens naar de winkels of iets gaan drinken in het dorp. Dat scheelt al een pak. Maar we zijn er nog niet.”
De afgelopen weken was ze er zelf even niet, maar via haar collega’s is ze perfect op de hoogte van het reilen en zeilen bij OLO. Want voorbij is het nog niet. “Dat hebben we recent nog gemerkt toen een van onze cliënten door een val in het ziekenhuis moest worden opgenomen. We konden niet op bezoek, want er gelden nog altijd beperkingen. Al heb je in de buitenwereld vaak al de indruk dat het ’voorbij’ is. We houden ons hart altijd vast als we ergens een tjokvol terras passeren. Op die momenten word je er nog altijd keihard mee geconfronteerd.”
“In onze huizen geldt intussen geen mondmaskerplicht meer. Onze mensen kunnen nu ook weer elke dag naar het dagbestedingscentrum komen als ze willen. De bewoners moeten daar ook geen mondmasker meer dragen”, vertelt Hedwig. “We kunnen onze ‘bubbelgevangenis’, zoals ik het vorige keer nog noemde, toch ook al wat meer verlaten. Zo werd vorig weekend met de bewoners van twee aanpalende huizen een barbecue op poten gezet en daar werd met volle teugen van genoten. Zij mogen ook weer bij elkaar binnenlopen. Sommige van onze cliënten laten we ook al naar het dorp gaan, maar naar de Meir gaan is bijvoorbeeld nog altijd ‘not done’.”
Batterijen opladen
De begeleidster kijkt dan ook met argusogen naar al die versoepelingen die er nog zitten aan te komen. “Want het gevoel blijft toch overheersen van ‘mannekes, het is nog niet voorbij’. Daarom ook dat er weinigen van ons écht op vakantie gaan. Iedereen kan in grote mate wel zijn vakantie plannen zoals hij of zij dat wenst, maar de meesten blijven thuis omdat ze dat risico niet willen nemen. Hoewel zo’n vakantie welkom zou zijn, want de batterijen opladen ergens ver weg is toch nog altijd anders dan thuis.”
“Wij waarderen in die zin zeker ook de inspanningen die zijn geleverd. Van OLO kregen we een cadeaubon en van de Vlaamse overheid een aantal consumptiecheques. Dat was een fijne blijk van waardering, maar wat wij hebben doorgemaakt valt eigenlijk niet te vergoeden, vooral mentaal dan.”