Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De pitbull van het parlement moet met pensioen Blz. 6-7
Linda De Win, de pitbull van het parlement, over haar gedwongen pensioen, Jan Jambon, Beerschot en haatcampagnes
Linda De Win, 65, gaat met pensioen. Verplicht. Vijftien jaar lang was ze pitbull van dienst in de wandelgangen van onze parlementen, één keer ook de Slimste Mens, maar dat was een gemengd genoegen. Ze woont in Mortsel en groeide op in Antwerpen, al heeft ze het laatste restje accent weggepoetst tijdens haar eerste radiojaren. Een interview in vlekkeloos Nederlands dan maar, over waarom ze geen bloemen zal krijgen van Jan Jambon, haar liefde voor Beerschot en hoe ze als kind al in de Wetstraat rondhing.
Twee keer per week is Linda De Win gastvrouw in Villa Politica, met verslaggeving van de debatten in het Vlaamse en federale parlement en tussendoor, als kersen op de taart, interviews met politici. De allerlaatste keer dat ze dat zal doen is op donderdag 1 juli. Op 11 juli, de Vlaamse feestdag, krijgt ze nog een toegift bij de viering die dag. Dan valt het doek.
Ik zou die laatste dag niet meer doen, dat wordt dan zo geladen.
Ah? Nee hoor, ik doe het seizoen gewoon uit, dat lijkt me logisch.
U wilt eigenlijk niet stoppen, maar het moet.
Ja. Waarom zou ik? Ik doe het nog graag, en ook niet slecht blijkbaar, anders was ik er al wel afgehaald. De goesting is er nog, zeker bij heftige debatten zoals in de Pfos-zaak. En ik zie geen reden om te stoppen. We gaan later toch tot ons 67ste moeten werken? Rik De Saedeleer is zelfs doorgegaan met commentaar te geven tot zijn 74 en die werd beter met het ouder worden.
U had er een gesprek over met de baas van de VRT, Frederik Delaplace.
Ik verwees naar mensen die vroeger langer zijn doorgegaan, maar dat waren volgens hem toestanden uit het verleden die hij ging rechttrekken. En dat is nu ook gebeurd (ook Michel Wuyts en Frank Raes moeten met pensioen, red.), maar spijtig genoeg in de zin dat niemand nog langer mag werken. Hij zei ook dat veel jonge mensen niet meer lineair tv kijken, dat er verjongd moet worden en dat je op een bepaald moment mensen moet kunnen vervangen. Pas op, ik heb er geen probleem mee dat jongere mensen kansen moeten krijgen, laat daar geen twijfel over bestaan.
Patrick Dewael (Open Vld) zei dat hij voor u een petitie wilde starten.
Er zijn politici die zeggen dat ze het zich niet kunnen voorstellen dat ik wegga. Maar als het zo ver is, zal het wel snel wennen. Uit het oog, uit het hart, vrees ik.
In al die tijd moet u met sommige politici toch een nauwe band hebben opgebouwd.
Ik heb altijd geprobeerd om een zekere afstand te houden. Sommigen ken ik natuurlijk al heel lang. Zoals Patrick Dewael, zelf ook 65. Er zijn er die ‘Linda’ zeggen, anderen ‘mevrouw De Win’. Soms zijn er nieuwelingen die al direct ‘Linda’ zeggen. Dat is er een beetje over, vind ik.
Er zijn misschien ook politici die opgelucht zijn dat u opstapt. Zoals Jan Jambon, die sinds 2015 geen interview meer wil geven aan u.
Ja. Ongelooflijk hoe hij dat zo lang heeft volgehouden. Mijn eindredacteur wedt erop dat hij in de eerste aflevering van Villa zonder mij zal afkomen. Dat zegt wat over hem.
Wat dan?
Als politicus moet je tegen kritische vragen kunnen. Er was destijds een federale handelsmissie gepland naar Japan. Liesbeth Homans, ook N-VA, had aangeklaagd dat dit eigenlijk een Vlaamse bevoegdheid was. Jambon, toen federaal minister van Binnenlandse Zaken, zag geen probleem in de missie. Toen ik hem wees op het protest uit zijn eigen partij, kreeg hij dat niet meer zo goed uitgelegd, om niet te zeggen belabberd. Een politicus mag kwaad zijn als een interview niet goed gaat of als de journalist te ver gaat, maar zo lang? Hij is per slot van rekening minister-president, dan moet je ook communiceren over het werk van je regering, dat zit in het takenpakket. Zijn woordvoerder heeft eens tegen onze eindredacteur gezegd dat Jambon geen probleem had met hem of het programma, “maar met Linda”. Tja.
Zijn er nog politici die zo mokken?
Niet dat ik mij kan herinneren. Wat je wel ziet is dat degene die premier wordt, plots boven alles lijkt uit te stijgen en amper nog te spreken is. Met de Vlaamse minister-presidenten ging dat meestal wel vlot. Hilde Crevits zei me eens geïrriteerd dat ik al vijf keer hetzelfde had gevraagd en dat ze echt niet iets anders ging antwoorden. Ze is dan een tijd weggebleven, maar vorige week kon het weer.
Hebt u plannen, nu het pensioen onafwendbaar is?
Nee. Een beetje vakantie nemen. En actief blijven. Ik heb al professionele voorstellen gekregen, en er mogen er nog komen. Nee, meer zeg ik daar niet over.
En nog eens een abonnement nemen voor Beerschot.
Misschien wel, ja. Beerschot is altijd mijn club geweest. Hun matchen vorig seizoen waren zenuwslopend, van 3-0 naar 3-3 en dan eindigen met 5-4, die stijl. Dat moet heel intens geweest zijn en ik hoop dat het geen weerslag zal hebben.
Bent u een hevige supporter?
Ik sta wel te roepen, ja. Ik ging vroeger geregeld kijken met een groepje vrienden. Nee, zonder pinten te drinken. Ik drink geen bier, wel wijn. We stonden altijd op dezelfde plek. Dan leer je ook de anderen kennen, wie wat roept en wanneer ... Ik hou van die sfeer.
Supporters van Beerschot en Antwerp zijn niet de allerdikste vrienden. Herkent u dat?
Jazeker. Antwerp is het nooit geweest voor mij, om een of andere reden, terwijl ik toch naar school ben geweest in het Sancta Maria Lyceum in Deurne, niet zo ver van de Bosuil. Het is bij mij begonnen toen Juan Lozano nog speelde bij Beerschot. Ik kan mij ook niet voorstellen dat de twee clubs ooit zouden fuseren. Die van Antwerp zijn precies nog fanatieker. Ik was eens met een groep vrienden op reis in Portugal en een van ons bleef tijdens een daguitstap alleen achter op zijn hotelkamer omdat hij per se een wedstrijd van Antwerp wilde zien; het was nochtans maar een eerste Europese voorronde.
U bent single en het werk kwam altijd op de eerste plaats. Gaat u iets moeten verzinnen om genoeg sociale contacten te houden?
Oh, dat loopt wel los. Ik kreeg onlangs weer contact met een vriendin die ik niet meer had gezien sinds het middelbaar, die ook net gepensioneerd is. En met een prof bij wie ik nog gestudeerd heb.
En mag die ene ‘mister right’ nog langskomen of mogen kandidaten zich melden?
Bestaat die wel? En nee, melden hoeft niet, zoiets moet spontaan gebeuren.
Het is een ongelooflijk toeval, maar u hebt echt nog in de Wetstraat gewoond, maar dan in Antwerpen.
Ja, eerst woonden we aan de Charlottalei, vlak bij het stadspark. Daarna zijn we verhuisd naar de Wetstraat, tussen de Kerkstraat en de Lange Beeldekensstraat. Wijlen Hugo Schiltz heeft daar ook nog gewoond. Die begon toen net bekend te worden.
U verloor uw moeder relatief vroeg.
Ze is gestorven in 1991, ze was 69, veel te jong. Ik was nog niet lang bij de VRT, toen nog BRT, en het was geen makkelijke periode. In het begin was het knokken om je waar te maken. Ik was bij de nieuwe lichting voor de radio de enige vrouw. Eigenlijk waren we ‘deskjournalisten’, maar er waren toen heel wat mensen vertrokken naar het pas gestarte VTM, en al na een paar weken moesten we live op antenne. We kregen gelukkig ook wel enige opleiding, onder meer van Siegfried Bracke. Ik heb hem tijdens een oefeninterview eens met de rug tegen de muur gekregen. Toen heb ik de klik gemaakt: ik kan dit.
Maar het ging er niet altijd even hartelijk aan toe, zeker niet op de tv-redactie. Nee, een nieuwe collega is een concurrent, niemand zit op je te wachten. Pesterig gedrag had je ook, maar dat is een hele tijd geleden. Bij de radio was het makkelijker, maar mannelijke collega’s leken soms sneller vooruit te geraken. Misschien hadden ze een mooiere stem of een betere uitspraak, dat was in die tijd blijkbaar belangrijker dan goede journalistiek. Bij de televisie moest ik ineens weer onderaan beginnen. Ik ben niet rancuneus, nee, al weet ik nog heel goed wie ooit wat heeft gezegd. Zoals die eindredacteur die na onze liveverslaggeving van de val van de regering-leterme zei dat hij “dat niet van mij had gedacht”, dat ik dat kon.
Die uitzending was een absoluut journalistiek hoogtepunt.
Ja, omdat we zelf als programmamakers mee een rol speelden in de afwikkeling. De politici volgden ons live van minuut tot minuut, wij deden interviews, brachten de nieuwste reacties, plots het bericht dat Jo Vandeurzen ontslag ging nemen – ik zie de stagiaire nog staan die dat op een blad papier had geschreven en achter de camera omhoogstak – en zo ging dat uren door, tot Leterme de handdoek gooide.
Villa Politica trok in het begin amper
36.000 kijkers, niemand had een succes verwacht.
Nee, nu geraken we aan 90.000 of
100.000. Vorige week nog, zelfs met dat mooie weer. Als het echt span
“Sommige politici zeggen dat ze het zich niet kunnen voorstellen dat ik wegga. Maar als het zo ver is, zal het snel wennen. Uit het oog, uit het hart, vrees ik.”
nend wordt, zoals in de periode van Marrakesh, halen we 250.000 kijkers.
U staat bekend als de pitbull van het parlement, maar echt agressief is uw stijl van interviewen nu ook weer niet.
Agressief moet je nooit zijn, maar je moet je niet met een kluitje in het riet laten sturen. Ik durf aandringen, dezelfde vraag nog eens anders formuleren. De kijker ziet ook wel wanneer er geen echt antwoord komt. Die reputatie van pitbull komt vooral uit de tijd dat je bijna overal mocht komen in het parlementaire gebouw. Dan moest je soms letterlijk achter politici aan.
En soms liet u een minder belangrijk parlementslid staan in het midden van een interview als er net een belangrijke minister voorbijkwam.
Dat kon gebeuren, maar het was allemaal live en je wist niet of je die minister later nog voor de microfoon ging krijgen. Je kon je niet permitteren om die kans te laten schieten.
Zijn politici zakkenvullers?
Dat denk ik niet, echt niet. De meesten zijn begaan met hun job. Ze zijn ook niet te benijden. Van vergadering naar pensenkermis naar voordracht naar weer een andere vergadering, doe het maar eens. Ik denk niet dat hun partner en kinderen hen veel zien. Als je een steen wil verleggen, moet je dat ook allemaal doen, en je dossiers kennen, anders lukt het niet. Maar de riante uittredingsvergoedingen, van 250.000 euro en meer na lange parlementaire carrières, dat is er wel te veel aan.
Die krijgt u niet. U zit niet in de categorie van de vetbetaalde vedetten.
Nee, helemaal niet. Ik ben nog een van de weinige statutairen, ik heb een gewoon ambtenarenloon. Ik hoop wel op een behoorlijk pensioen, hoewel ik bij de VRT niet aan een volledige loopbaan geraak. Hoeveel precies, dat weet ik niet. Dat moet ik nog even afwachten. Op mypension.be geven ze dat niet meer van het moment dat je pensioen is aangevraagd.
In 2010 won u De Slimste Mens. Maar sommige mensen hadden het moeilijk met u. Er was een haatcampagne, er werden Facebookgroepen tegen u opgericht, met boodschappen als ‘Linda moet dood’ of ‘Stuur Linda De Win naar Auschwitz’. Kunt u daar vandaag mee lachen of blijft dat een nare herinnering?
Ik vind dat niet om te lachen, nee. Ik heb wel nooit op Facebook gezeten, en ik ga daar ook niet mee beginnen. Je ziet dat soort zaken alleen maar toenemen. Ik heb nooit zelf naar die pagina’s gekeken, maar het kwam ook in de kranten, zelfs een keer in Het Journaal. Mensen spraken erover, het is heel heftig geweest. Dat is niet prettig, al kreeg ik ook veel steunmails. Ik heb maar drie negatieve mails gehad. De leiding van de VRT had mij toen wat meer mogen steunen. Dat hebben verschillende mensen mij gezegd, dat hebben ze later ook zelf toegegeven. Het was meer zo van: och Linda’ke, gij kunt daar wel tegen.
U was volslagen verrast.
Maar ja, ik deed gewoon mee voor het spelletje, ik was niet bezig met hoe ik overkwam. Er zijn andere deelnemers voor wie die quiz een springplank is naar meer bekendheid. Dan telt elke deelname. Maar dat speelde voor mij niet. En dan komt ineens die mediastorm. Waarom? Omdat ik een vrouw was die competitief was en dat ook liet zien, zeker? Bij mannen is zoiets nooit gebeurd. Eva Brems en Danira Boukhriss hebben er later ook last van gehad. Moet je dan maar poeslief zijn? Ik ga niet meelachen met seksistische grappen die ik niet grappig vind. Bent Van Looy en ik hebben er ook een paar grote namen uitgespeeld. Zoals Matthijs van Nieuwkerk of Lien Van de Kelder. Dat vonden ze bij Woestijnvis niet zo leuk, geloof ik. Misschien werd ik daarom wat ‘geframed’.
Herkent u wat Marc Van Ranst nu meemaakt?
Van Ranst? Die hebben we er ook eens uitgespeeld, echt waar. Ik denk dat Bent en ik negen andere kandidaten geklopt hebben. Maar wat Marc Van Ranst nu meemaakt, dat is nog van een heel andere orde. Dat kun je niet vergelijken.
“De leiding van de VRT had mij wat meer mogen steunen bij die haatcampagne tijdens ‘De Slimste Mens’. Dat hebben ze later ook zelf toegegeven.”