Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Er wordt nog altijd gretig gekingd door de Rode Duivels”

-

Daar is de derde poulewedst­rijd. En dus beginnen we weer te speculeren of de Rode Duivels niet beter tweede zouden eindigen in hun groep, om daarna een zogezegd gunstigere loting te hebben. Eerlijk gezegd geloof ik nooit dat de Duivels daarvoor bewust een match zouden verliezen. Ik denk dat we dat drie jaar geleden op het WK tegen Engeland wel hebben gezien.

Om het met een cliché te zeggen: als je Europees kampioen wil worden, moet je van iedereen kunnen winnen. En als we op ons best zijn, moet dat lukken ook. Ik heb al heel wat wedstrijde­n gezien en eigenlijk is Italië het enige topland dat nog geen mindere match heeft gespeeld. Om maar te zeggen dat we van niemand schrik moeten hebben.

Natuurlijk ben je als voetballer wel bezig met de ploegen tegen wie je mogelijk kan uitkomen in de volgende ronde. Daar wordt

zeker over gepraat in de kleedkamer. Maar het is niet zo dat je de andere landen al echt begint te scouten. Daar dient de voorbereid­ing van de technische staf voor. Geloof mij: die is grondig genoeg.

Er wordt wel naar de wedstrijde­n van de andere landen gekeken. Er hangen onder meer tv’s in de eetzaal en in de ontspannin­gsruimte, in principe kan je dus bijna overal waar je bent naar de matchen kijken. Maar er zijn weinig spelers die echt alle wedstrijde­n zien. Op zo’n groot toernooi ben je uiteindeli­jk al genoeg met voetbal bezig. Naar Portugal - Duitsland zal wel iedereen hebben zitten kijken, Noord-Macedonië - Oekraïne zal iets minder kijkers gelokt hebben. Veel hangt ook af van waarmee je bezig bent. Als je op de massagetaf­el ligt, ga je een match iets aandachtig­er volgen. Als je net in een belangrijk spelletje kaarten zit daarentege­n...

Want jawel, kaarten is nog altijd ontzettend populair onder de Rode Duivels. Je hebt uiteraard de mannen die op de PlayStatio­n spelen of graag pingpongen, maar in mijn tijd werd er ook gretig gekingd. Mannen als Jan, Yannick, Thorgan, Dries en Simon zijn bijna altijd van de partij. Hans Vanaken was er in mijn tijd nog niet bij, maar is volgens mij ook een kaarter. Vaak gebeurt het zelfs dat ze met te veel zijn. In dat geval moet je wachten tot er iemand vertrekt voor zijn massage, of hopen dat je genoeg volk vindt om en nieuw groepje te vormen.

We zijn allemaal sportmanne­n, dus er wordt zo goed als altijd ergens voor gespeeld. Al gaat het dan niet over de grote bedragen. In mijn tijd speelden we voor vijftig cent per punt. Je hebt natuurlijk ook mannen zoals Eden, die er gewoon komen bij zitten om de boel wat op stelten te zetten. Die zeggen dan dat ze weten welke kaarten de anderen in hun handen hebben. Of ze doen op zijn minst alsof.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium