Gazet van Antwerpen Stad en Rand
26 juni – 18 juli
Eddy Merckx heeft sinds gisteren in het klassement van het grootste aantal ritzeges in de Tour gezelschap gekregen van Mark Cavendish, een kleine opdonder van het eiland Man. Grote mond, klein hartje, af en toe vilein maar met voorsprong de beste spurter van zijn generatie en vermoedelijk de ganse geschiedenis. Vierendertig keer winnen in de Tour, dat doe je niet zomaar.
Gisteren dag op dag 13 jaar geleden, in Châteauroux, boekte Mark Cavendish zijn eerste van 34 etappezeges. Hij haalde het voor Oscar Freire en Erik Zabel. De Duitser vierde eerder deze week zijn 51ste verjaardag, Oscar Freire telt ook al 45 streepjes achter zijn naam. Twee grootheden ook. De Spanjaard meervoudig wereldkampioen, de Duitser zesvoudig winnaar van de groene trui in de Tour.
Mark Cavendish klopte al de groten van het moderne peloton. Van Robbie Mcewen over Alessandro Petacchi tot Andre Greipel en Marcel Kittel en nu dus Caleb Ewan en ook Wout van Aert. Want ook daar was hij eerder in deze Tour trots op, dat hij tegen zijn kinderen en kleinkinderen kon vertellen dat hij Wout van Aert het nakijken had gegeven. Eender welke spurter verliest vaker dan dat hij wint, maar Mark Cavendish is met voorsprong de spurter die het minst vaak zijn spurt heeft verloren.
De Brit kent als geen ander de geschiedenis van de wielersport en beseft maar al te goed wat voor huzarenstuk hij in Carcassonne heeft gerealiseerd. 34 etappezeges, evenveel als Eddy Merckx, verspreid over dertien deelnames. Dat hij bij vier van zijn deelnames geen enkele etappe won, maakt het record nog des te opmerkelijker.
Om de reeks van Cavendish nog meer glans te geven, geven we u nog graag deze statistiek mee. België beschouwt zich niet geheel ten onrechte als een grote wielernatie. Als we de resultaten van alle Belgische profs in de meest recente edities van de Tour in beschouwing nemen, moeten we terug gaan tot 24 juli 1998 om aan 34 ritzeges te komen. U leest het goed, alle Belgische profs die de voorbije jaren aan de start stonden van de Ronde van Frankrijk hadden 23 jaar nodig om te winnen wat Mark Cavendish in zijn eentje heeft klaargekregen.
Natuurlijk kan je de vier ritzeges van Cavendish relativeren. Dat Caleb Ewan zo vroeg uitviel, speelde in zijn kaart. Dat Tim Merlier niet over de bergen geraakte, is ook al geen nadeel geweest. Dat Dylan Groenewegen er niet bij is om gekende redenen, heeft hem vermoedelijk ook wel geholpen. En dat ploegmaats Sam Bennett en Fabio Jakobsen door omstandigheden niet selecteerbaar waren, was uiteraard ook een bepalende factor. Maar Mark Cavendish heeft onverwacht een kans gekregen en die met beide handen gegrepen om nooit meer los te laten. Daarom opnieuw: chapeau, Mark Cavendish!