Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Fare fatica
Als je denkt dat je alles hebt gezien, dan is er nog altijd Wout van Aert om er een schepje bovenop te doen. Aangezien geel en groen buiten bereik liggen, heeft de Kempenaar besloten zijn pijlen op… de bolletjestrui te richten. Of toch te doen alsof.
Wout van Aert wil straks olympisch kampioen worden. Of er toch alles aan gedaan hebben om er klaar voor te zijn. In Tokio moet geklommen worden, veel geklommen zelfs. En dus mag de explosiviteit bergop aangescherpt worden. Hoe doe je dat? Door mee te glippen in een ruime ontsnapping en af en toe een sprintje bergop te plaatsen.
En dan kan je dat maar beter doen met een doel, moet Wout van Aert gisteren gedacht hebben. Door zijn zege in de Ventoux-etappe maar vooral zijn dubbele punten op de top van de tweede Ventouxbeklimming - col buiten categorie - had de alleskunner van Jumbo - Visma al 43 punten bij elkaar gefietst, nauwelijks elf minder dan Michael Woods. Waarom eens niet een dagje in de bollentrui?, moet Van Aert gedacht hebben. Woods en Poels, ook van de partij in de grote kopgroep, schrokken zich vermoedelijk het wit uit de ogen toen ze plots ook de hete adem van het ‘monster’ uit Herentals in hun nek voelden. “Als ik daar toch zit, dan ga ik die punten niet laten liggen”, reageerde Van Aert meteen na de etappe. “Ik ga er mijzelf alvast niet dubbel voor plooien.”
Missies
En gelijk heeft hij. Wout van Aert is met enkele missies aan deze Tour begonnen en de bolletjestrui stond niet op dat lijstje. Ritwinst heeft hij al op zak, de Tour winnen met Roglic zit er niet meer in. En dus krijgt de Kempenaar van werkgever Jumbo-Visma vrije baan om ‘gecontroleerd’ gek te doen. Zoals gisteren: aanvallen, het pad effenen voor ritwinnaar Sepp Kuss en aan het eind van de afdaling richting Andorra La Vella ook nog eens Jonas Vingegaard op sleeptouw nemen. De ‘werken van Van Aert’, ze blijven indrukwekkend.
Maar het hoofddoel is en blijft Tokio en dus doet Van Aert er alles aan om beter te worden. Hoe? Door van die tussenspurtjes te plaatsen op de top van Pyreneeëncols. En daar hoeft hij niet eens een denkbeeldige vod voor te creëren. Ze hangt er, op de top van elke col, met wat punten voor het bergklassement en euro’s als bonusje. Van Aert spurtte voor elk puntje. Hij wil van die bollentrui geen doel maken, slim als hij is. Maar met het oog op de Olympische Spelen wordt hij alleen maar beter van die sprintjes. Italianen hebben daar, zoals steeds, mooie woorden voor: fare fatica, inspanningen leveren om beter te worden.
Geboren en getogen in de Kempense wielergrond en met meer dan een decennium ervaring in het peloton richt wielerjournalist Guy Van Den Langenbergh zijn eigenzinnige blik op de koers.