Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De ooievaars mogen op Jezus blijven wonen
Boven het kerkhof van Muizen waakt al voor het vierde jaar op rij een koppel ooievaars over de doden. Ze maakten hun indrukwekkende nest bovenop het hoofd van Jezus aan het kruis. Het grafmonument kraakt onder het enorme gewicht. Maar wat de stad ook probeert om het koppeltje te doen verhuizen, de beestjes houden koppig vol. In de buurt hebben jong en oud de ooievaars ondertussen helemaal in hun hart gesloten.
Het oude grafmonument op het kerkhof van Muizen, met een levensgroot beeld van Jezus aan het kruis, had nog nooit zoveel bekijks als de voorbije jaren. Een koppel ooievaars heeft het ingepalmd en bouwde er een indrukwekkend nest op. Sommigen zien er een uit de kluiten gewassen doornenkroon in. Anderen moeten dan weer spontaan denken aan een Jezus met het kapsel van voetballer Axel Witsel.
Geregeld stoppen er mensen om even te kijken. “Daar zitten de kleintjes”, wijst mama Susanne Van Dijk naar haar kindjes Emma (1) en Noah (4). De twee zijn grote fan van de ‘ooivaars’, zoals Emma ze noemt.
“Ooivaar was zelfs één van haar eerste woordjes. Ze kijkt er heel graag naar, ze vliegen ook geregeld boven ons huis. We hebben hen verteld dat het deze ooievaars zijn die hen als kind naar ons hebben gebracht. En als er mensen op bezoek komen, dan doen we vaak een uitstapje richting het kerkhof. Iedereen vindt het geweldig.”
De bezoekers van het kerkhof zelf zijn de aanwezigheid van de dieren al gewoon. “Ik ga hier elke maand het graf van mijn overleden man opkuisen. Het is altijd fijn om dan ook even naar de ooievaars te kunnen kijken”, zegt Ursula Lens (83). “Of ik het erg vind dat Jezus’ hoofd nu minder goed zichtbaar is? Neen, ik vermoed eerder dat de ooievaars de zegen van Jezus hebben om daar te wonen. Later kom ik hier ook bij mijn man te liggen. Hopelijk krijg ik dan elk jaar gezelschap van die ooievaars.”
Buurman: grootste fan
Regelmatig stoppen hier naar verluidt zelfs groepen fietsers of doen mensen speciaal een ommetje om het tafereel eens met eigen ogen te kunnen aanschouwen en een foto te maken. Fans genoeg, met andere woorden. Maar de allergrootste is zonder twijfel René Van Craen, de 77-jarige buurman. Hij woont recht tegenover de ingang van het kerkhof en heeft vanuit zijn huis een perfect zicht op het nest.
“Ik heb hier het schoonste uitzicht van het dorp”, glundert hij. “Ik volg ze op de voet. De twee kleintjes zie je groeien met de dag, ongelofelijk. Het mannetje slaapt elke dag in Planckendael, dat is hier vlakbij. ’s Morgens tussen 6 en 7u komt hij bij zijn gezin aan. Hij kleppert dan naar het vrouwtje en zij antwoordt met hetzelfde geluid. Daarna gaan ze afwisselend eten halen. Ze braken dat dan uit in het nest en dat is wat de kleintjes eten. Zelf vliegen kunnen ze nog net niet. Ik zie ze al wel geregeld met hun vleugels zwaaien om te oefenen, maar ze zijn het nest nog niet uit geweest.”
“Ik zie ze de hele dag vanuit mijn keuken bezig. Heb ik al gezegd dat ze gek zijn op mijn forel? Ik ben een visser en als ik forel op overschot heb, dan durf ik die al eens in de wei achter mijn huis leggen. Ze slikken die in één keer binnen. Een mol heb ik ze ook eens zien vangen. En ze hebben op mijn terras ook al eens kaas opgegeten, ze zaten toen bijna binnen in mijn huis.”
Stabiliteitsrisico’s
Omdat zo’n nest tot honderden kilo’s zwaar kan worden, was het snel duidelijk dat het monument daaronder zou lijden. Er kwamen scheuren in en er was sprake van stabiliteitsrisico’s. De stad Mechelen plaatste daarom in samenspraak met specialisten het oude nest op een nestpaal aan de rand van het kerkhof, in de hoop dat het koppel dan zou verhuizen. Het mannetje zat effectief twee weken op die nestpaal, maar het vrouwtje liet op zich wachten na haar trek naar het Zuiden. “Hij verloor waarschijnlijk zijn geduld en verhuisde het nest tak per tak opnieuw naar het hoofd van Jezus. Kort daarna was zijn vrouwtje daar. Voor hem was dat waarschijnlijk een extra argument om zeker op het monument te blijven”, zegt kenner Jean Niesz, die jarenlang de ooievaars in Planckendael geringd heeft.
Bovenop het hoofd van Jezus was nochtans ijzerdraad en plastic aangebracht om de dieren te ontmoedigen om hun nest daar opnieuw op te trekken. “Dat heeft het hen moeilijk gemaakt, ze zijn zeven
Alexander Vandersmissen
Burgemeester Mechelen (Vld-Groen-m+)
“We hebben vriendelijk geprobeerd om ze te laten verhuizen naar een nestpaal, maar het is duidelijk niet gelukt. We trekken dus onze conclusies: ze mogen blijven.”
keer moeten herbeginnen met dat nest, het viel telkens naar beneden. Maar ze zijn er toch in geslaagd om er iets op te bouwen, het zijn wonderlijke ingenieurs. En ze laten zich de les niet spellen, dat is duidelijk”, merkte René vanuit zijn keuken.
De Mechelse burgemeester Alexander Vandersmissen (Vld-Groen-m+) volgt het dossier van de ooievaars, die een beschermde diersoort zijn, al enkele jaren op. “We hebben vriendelijk geprobeerd om ze te laten verhuizen naar die nestpaal, maar het is duidelijk niet gelukt. We trekken dus onze conclusies: ze mogen blijven. Deze dieren maken ondertussen deel uit van het kerkhof, de mensen waarderen hun aanwezigheid. Ze staan symbool voor nieuw leven op een plek die met de dood geassocieerd wordt en dat is heel mooi. In plaats van het nest weg te halen, hebben we beslist om het monument te restaureren en te verstevigen. Dan zouden de stabiliteitsproblemen verleden tijd moeten zijn. We doen de werken op een moment dat de dieren er niet zijn, het nest zal daarbij zeker behouden blijven”, belooft de burgemeester.
Dertig jaar
Het ziet er dus naar uit dat de ooievaars ‘gewonnen’ hebben. En dat ze nog lang van hun liefdesnestje op het kerkhof zullen kunnen genieten. “Zolang dit koppel blijft leven, gaan ze blijven terugkomen naar deze plek, want ooievaars zijn héél standvastig”, legt Jean Niesz nog uit. “Het mannetje is 19 jaar, het vrouwtje 6 en ooievaars kunnen ruim dertig jaar oud worden. Op het moment dat het oudere mannetje sterft, is het goed mogelijk dat hij gewoon vervangen wordt door een ander en dat ze op die plek blijven. Alles zal afhangen van hun levensverhaal, maar ik vermoed dat we ze hier – zonder ongelukken – nog lang zullen blijven zien.”
Buurman René hoort het graag. Tijdens zijn uitleg vlogen de ooievaars geregeld pal boven zijn hoofd. Bij elke passage werd zijn glimlach groter. “Sommige mensen wonen niet graag aan een kerkhof. Zo’n kerkhof is nogal... doods. Maar die ooievaars zorgen nu voor leven. Ze staan bij mij voor de verrijzenis. En ik ben er zeker van dat Jezus het niet erg vindt dat hij nu een soort ontploft Witsel-kapsel heeft. Hij krijgt er hoogstens een stijve nek van.”