Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We delen ons verhaal met jongeren die ook in instelling opgroeien”
Sharon en Ian Verbeeck werden als kind uit onveilige thuissituatie gehaald
Sharon (26) en Ian (24) Verbeeck, broer en zus, hebben een traumatische jeugd achter de rug. Ze groeiden op in verschillende jeugdinstellingen, weg van een onveilige thuissituatie. Nu, jaren later, delen ze in het project GELUK(t) hun ervaringen met kinderen die in een gelijkaardige situatie opgroeien. “Achteraf gezien waren die instellingen het beste voor ons, maar als kind besef je dat niet”, zegt Sharon.
Sharon (26) en Ian (24) Verbeeck hebben het aardig voor elkaar. Zij werkt als verpleegster in het UZA, heeft al acht jaar een vaste relatie en kocht drie jaar geleden haar eigen huisje in Boom. Hij werkt bij Umicore als procesoperator, woont met zijn vriendin in hun huis in Duffel en is verknocht aan zijn motor. Niets doet vermoeden dat de broer en zus een bijzonder traumatische jeugd hebben doorgemaakt. Op erg jonge leeftijd ontvluchtten ze met hun moeder het ouderlijk huis, weg van hun vader.
Sharon was toen 6 jaar oud, Ian 4 jaar. Hun ouders waren in een vechtscheiding beland en zij stonden er middenin. “Wij waren een pingpongbal in hun scheiding. Toen ik 8 was zijn we vier maanden in een instelling geplaatst”, vertelt Sharon. “Dat was… overleven, dag na dag. Ik wilde gewoon naar huis, maar dat kon niet. Als kind hadden wij ook niet te kiezen. Maar na die vier maanden zijn we terug bij mama gaan wonen, tot de dag dat ze mij kwamen ophalen op school. Want ook bij mama konden we niet blijven volgens de jeugdrechter.”
De moeder van Sharon en Ian had psychologische problemen. Later bleek dat ze een pathologische leugenaar was. “Ze deed alles om aandacht te krijgen”, vertelt Ian. “Ze hield ons vaak thuis van school en mijn zus heeft zelfs een paar maanden in een rolstoel gezeten, omdat dat moest van mama, terwijl Sharon niets mankeerde.”
Uit klas gehaald
Sharon is 9 wanneer twee mannen haar uit de klas komen halen. Onaangekondigd, op bevel van de jeugdrechter die het onverantwoord en onveilig vond om broer en zus bij hun moeder achter te laten. “We zijn naar huis gereden om Ian op te halen, maar ik mocht niet mee binnen”, vertelt Sharon. “Ian
(toen 7, red.) moest een rugzakje maken met kleren en zonder afscheid te nemen van mama zijn we afgezet aan een jeugdinstelling in Berlaar. Onze nieuwe thuis. Dat was een enorm traumatische dag. Beangstigend.”
Na een jaar moesten Sharon en Ian naar een andere voorziening in Schoten, dichter bij hun papa. Opnieuw werden ze uit hun vertrouwde omgeving gehaald. “Dat was bijzonder moeilijk”, zegt Sharon. “Maar achteraf gezien waren die instellingen het beste voor ons. We zijn daar echt geholpen. Zonder hen, wie weet wat er dan van ons was geworden? Misschien waren we er zelfs niet meer geweest. Als kind besef je dat niet.”
Herkenbare vragen
Het is met die boodschap dat Sharon en Ian samen hun ervaringen delen in jeugdvoorzieningen in Vlaanderen. Het kadert in het project GELUK(t) van de Nederlander Har Tortike. “Je moet geluk hebben in het leven, maar als je ernaartoe werkt, is het je gelukt in het leven”, legt Ian uit. “Geluk moet je ook afdwingen.”
Niet zelden worden ze in de jeugdinstellingen geconfronteerd met schrijnende, maar ook herkenbare situaties. “Een jongetje van 8 vroeg ons of onze mama en papa ons niet graag zagen, of ze altijd slecht waren?”, vertelt Sharon. “Dat zijn de moeilijkste vragen om op te antwoorden. Ik heb geantwoord dat mama en papa vaak lief waren, maar soms ook minder lief. Dat ze fouten maakten. En op den duur maakten ze meer fouten dan dat ze lief waren. Hij leek dat wel te begrijpen, maar als je op die leeftijd die vraag moet stellen, dan breekt je hart. Ook omdat het zo herkenbaar is.”
Springen zonder parachute
“Nog veel te vaak wordt de schuld bij de kinderen en jongeren zelf gelegd”, zegt Sharon. “Ook bij ons. Het was onze schuld, wij hebben het gezocht, wij waren de ambetante kinderen. Maar dat is niet zo. Wij zijn geplaatst, wij hadden daar zelf niets over te beslissen. En toch heb ik mij lang schuldig gevoeld.”
Daarom is het ook belangrijk dat
Sharon Verbeeck
Ervaringsdeskundige GELUK(t)
“Wij zijn als kind geplaatst door de jeugdrechter en hadden daar zelf niets over te beslissen. Toch heb ik lang de schuld bij mezelf gezocht.”
we onze ervaringen delen”, vult Ian aan. “Wat wij gemist hebben, proberen wij nu te compenseren. Wij hadden niemand die ons zei dat we er wel zouden geraken. Wij zijn het beste bewijs dat je wél vooruit kunt geraken, ondanks ons shitleven. Wij zijn uit een vliegtuig gesprongen zonder parachute. Wij willen voor de kinderen in de instellingen een trampoline plaatsen, een zachte landing waarna ze omhoog veren.”
Drempel verlagen
Tegelijk proberen Sharon en Ian ook de drempel te verlagen om professionele hulp te zoeken en kinderen in problematische situaties wegwijs te maken in waar ze (anoniem) terechtkunnen. Ze houden ook een blog bij waarin ze hun ervaringen neerschrijven. “Ik schrijf over hoe mijn kinderjaren me tot op vandaag achtervolgen”, zegt Sharon. “Ik heb nog steeds nachtmerries dat ik thuis woon en wil vluchten. Als iemand een bruuske beweging maak, schiet ik nog vaak in een kramp. Vijf jaar geleden heb ik op mijn werk geleerd om collega’s een knuffel te geven. Ik geniet daar enorm van, maar het heeft heel lang geduurd voor ik dat kon.”
Toch benadrukken Sharon en Ian dat ze hun ouders niet willen afschilderen als slechte mensen. “We hebben ook mooie momenten gehad”, zegt Ian. En ook zij hebben hun eigen verhaal en problemen. Mama had psychologische problemen, papa uitte zijn frustraties op een verkeerde, agressieve manier. Maar ze blijven wel onze ouders.”
“Dit klinkt misschien wat vreemd, maar we zijn trots op wat we hebben meegemaakt”, zeggen Sharon en Ian. “Het heeft ons gemaakt tot wie we zijn. Hoe shit onze jeugd ook was.”