“Als ik kan, neem ik nog extra tijd”

Zo fris als een hoentje verscheen de nog altijd maar 22-jarige Sloveen in de teamautobus van UAE Team Emirates, van waaruit de Zoom-meeting in Andorra werd gehouden. Pogacar was vooral opgezet met het nieuws dat ploegleider Allan Peiper - die vecht tegen een slepende ziekte - toch de oversteek maakt om hem de laatste Tourdagen bij te staan.

Voor mezelf en het team. We hebben hem echt gemist de voorbije weken. Vorig jaar heeft hij me in de Tour geweldig geholpen. Hij is een fantastische kerel. We hebben een goede relatie. Ik kan niet wachten tot hij er is.”

Concurrent Jonas Vingegaard zou dan weer advies krijgen van Primoz Roglic, de kopman van Jumbo-Visma die uit de Tour verdween na een val. “Ik zou niet weten welke raad Primoz geeft die mijn situatie kan beïnvloeden, maar het is wel duidelijk dat hij me beter kent dan Jonas. We zien het wel de volgende drie dagen.”

blies warm en koud tegelijk. Enerzijds beweerde hij een “beetje moe” te zijn en “de jongste dagen niet goed te slapen door al het harde werk’ , maar wat later zei hij dat hij zich “goed voelde”.

Pog

“A big bonus.

Data

“Het deed goed dat ik vandaag mijn hoofd wat kon vrijmaken tijdens een fietstochtje van een uurtje. Iedereen is moe en we staan nog voor drie zware dagen in de Pyreneeën. Al kijk ik ernaar uit om mijn benen te testen. Op de Mont Ventoux, tijdens de tweede beklimming, ging ik door de aanval van Vingegaard even over mijn limiet. Ik voelde me wat gaar worden door de zon die hard brandde.

Ik de andere goed.”

De geletruidrager is niet van plan om defensief te blijven rijden zoals hij van Tignes tot Andorra deed. “Zie ik een kans, dan neem ik extra tijd. Ik bekijk het dag per dag. Ik denk niet dat de tegenstanders bang zijn van mij. Ik rijd gewoon zo hard als ik kan. Of ik nu vijf minuten voor lig of één minuut of ik sta vijf minuten achter: ik hou ervan

ontplofte

daar een beetje. Maar dagen voelde ik me

om te rijden. Wat de anderen over mij denken, weet ik niet.”

Natuurlijk kreeg Pogacar opnieuw vragen over zijn prestaties en waarom hij zijn powerdata weigert te delen met de wereld. “Ik ben niet boos om dat soort vragen. Ik begrijp wel waarom ze komen, de geschiedenis van deze sport is echt wel slecht. Maar wat ik zeg, komt recht uit mijn hart. Ik kom uit een goede familie en ben welopgevoed. Ik rijd zo hard als ik kan,

full gas maar de data wil ik voorlopig niet vrijgeven. Misschien doe ik dat op een dag wel, maar ik zie niet in waarom ik dit nu ineens zou veranderen. Ik push wattages zoals de andere renners. Maar als ik nu mijn data vrijgeef, dan kunnen de andere teams daar misschien op inspelen. Dan kennen ze je mogelijkheden op bepaalde terreinen. Neen, ik zie er nu het nut niet van in.”

FOTO REUTERS