Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik werd gek toen ik hun chrono’s zag”
En daar is Jonathan Sacoor (21) terug. Zilver op het EK voor -23-jarigen, een plak op een groot tornooi. Maar vooral geruststellend met het oog op Tokio 2020: zijn chrono, 45”17, is zijn op twee na snelste tijd, hij had niet meer zo snel gelopen sinds het WK 2019 in Doha. Sacoor: “Ik kom van ver. Maar het komt goed voor Tokio.”
Waarmee hij bedoelt: op het indoor-EK in Torun dit voorjaar was hij een schim van zichzelf, leek hij zijn lichtvoetigheid verloren en had zijn Amerikaanse universiteit in Tennessee hem zelfs verboden om af te reizen naar Polen. Hij ging toch en nam nadien een radicale beslissing: hij brak met zijn studie- en atletiekverblijf in de Verenigde Staten.
“Ik heb hem toen gezegd: als je in de Verenigde Staten blijft, zijn je Olympische Spelen naar de vaantjes. Hij nam een heel moeilijke beslissing, maar wel de juiste”, zegt Jacques Borlée, Sacoors persoonlijke coach en coach van de 4x400m-ploeg. “Ik ben niet kwaad omdat Jonathan naar de States is gegaan. Ik ben wel triest om wat er daar is gebeurd. Toen Kevin en Jo vroeger in de Verenigde Staten verbleven, volgde Ken Harnden
(de universiteitscoach,
Amerikaanse
red.)
mijn programma’s. Met Jonathan Sacoor volgde hij die niet meer, hoewel ik hem als mijn broekzak ken.”
Borlée schaafde vooral aan de technische details. Op 30 juli start het olympische atletiekprogramma. “We jagen ons niet op. Ik ben niet ongerust voor Tokio.”
Vaccinatie
Enkele weken geleden maakte hij zich wel zorgen, zegt de coach, maar dan vooral over Kevin Borlée (33) en Camille Laus (28), vaste waarden bij respectievelijk de Belgian Tornados, Belgian Cheetahs en de gemengde 4x400m. Week na week, meeting na meeting raakte het duo geen poot meer vooruit, met tijden waarvan je je afvroeg of het ooit nog zou goedkomen. Het gevolg van de
Borlée.
“Niemand reageert op dezelfde manier, maar een van de factoren bij topatleten is hun staat van vermoeidheid. Kevin en Camille kwamen net terug uit een reeks wedstrijden, in de warmte, en reageerden fel. Zes weken hadden ze last. Zes weken, begin maar. Op training waren ze er helemaal niet meer bij, ik werd gek toen ik hun chrono’s zag. Maar dat kon ik hen niet zeggen. Ik moest kalm blijven, hen vertrouwen geven. Dylan had ook last, maar minder.”
Afgelopen weekend in Frankrijk liepen Kevin (45”56) en Dylan
vaccinatie,
zegt Jacques (45”78) hun beste seizoenstijd. Het is van 2018 geleden dat ze in een individuele 400m sneller liepen. Kortom, hoopgevend.
Uit balans
Wie dit seizoen nog niet liep – hij was aangekondigd begin juli – is Jonathan Borlée. In theorie de allersnelste 400m-loper, maar zijn 44”43 dateert van de Spelen van 2012. Dit seizoen kende hij opnieuw blessurezorgen, nadat hij het WK 2019 in Doha had gemist. Een geluk bij het ongeluk: hij weet intussen waarom.
Jacques Borlée: “Zijn lichaam bleek uit balans, hij loopt nu met een hieltje. Op zijn 32ste hebben we hem weer in evenwicht moeten leren lopen, dat begon bij de positie van zijn voet. Hij was ongelooflijk ongerust maar we hebben het met de medische staf onder controle kunnen krijgen. Hij heeft, zelfs al kon hij niet lopen, zijn fysieke conditie kunnen blijven onderhouden. Hij komt terug.”
In Tokio is hij ‘supersub’ – hij is geen basispion van de 4x400m maar zal mogelijk worden ingezet als een soort joker. “Ik heb als coach één groot geluk: deze groep stuwt elkaar naar boven.”