Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Brabo en de reus, het verhaal dat elke stadsgids al het vaakst heeft verteld
Legende heeft alle ingrediënten van bestseller: oerslechterik, onversaagde held, beetje bloedvergieten en happy end
Vraag aan eender welke Antwerpse stadsgids welk verhaal hij of zij al het meest heeft verteld, de kans is heel groot dat het antwoord ‘Brabo en de reus Antigoon’ zal luiden. Dat de fontein in het midden van de Grote Markt, waar de meeste gidsen hun rondleiding beginnen, aan deze legende is opgehangen, zit daar ongetwijfeld voor veel tussen. Het blijft sowieso een fascinerend verhaal met alle ingrediënten van een echte bestseller: een oerslechterik, een onvervaarde held, een beetje bloedvergieten en een happy end.
Het verhaal dat aan toeristen of schoolkinderen wordt verteld, gaat meestal als volgt: in een grijs verleden woonde op de Antwerpse rechteroever een reus, Druoon Antigoon, die van voorbijvarende schippers tol eiste. Wanneer zij niet wilden betalen, kapte hij zonder pardon hun hand af. Aan deze kwalijke praktijken werd een einde gemaakt door de Romeinse officier Silvius Brabo, die de reus in een gevecht doodde, zijn hoofd en hand afhakte om vervolgens laatstgenoemd lichaamsdeel in de Schelde te werpen. Brabo werd door Julius Caesar voor zijn heldendaad beloond met een burcht aan de Schelde. Zijn naam zou voor eeuwig voortleven in die van het hertogdom Brabant en in het Antwerpse wapenschild prijkte voortaan een hand. Het wegwerpen van de hand zou de stad ook haar definitieve naam bezorgen: hand-werpen.
Legendarische Zwaanridder
Historicus Jan Lampo: “Dit verhaal werd voor het eerst in deze vorm opgetekend in 1512 door Jean Lemaire des Belges, een Franse dichter en geschiedschrijver, die enkele jaren aan het hof van Margaretha van Oostenrijk in Mechelen vertoefde. Het maakt eigenlijk deel uit van een veel oudere verhalencyclus waarin de legendarische Zwaanridder de hoofdrol vertolkt. Deze mysterieuze held, die zich in een door een zwaan getrokken bootje voortbeweegt, redt een jonge adellijke vrouw uit de klauwen van een ouder familielid met slechte bedoelingen. Van dit verhaal bestonden heel wat varianten. Doorgaans was de zwaan in kwestie een betoverde broer van de ridder en liet deze laatste zijn geliefde zweren dat ze nooit naar zijn ware afkomst en verleden zou vragen. Deed ze dat wel, zou hij voor eeuwig uit haar leven verdwijnen. In sommige verhalen heet de Zwaanridder Helias, maar bij de 13de-eeuwse Duitse dichter Wolfram von Eschenbach draagt hij de naam Lohengrin.
Wagner in Antwerpen
De wereldvermaarde componist Richard Wagner zou in de 19de eeuw een opera componeren, waarin diezelfde Lohengrin, in een door een zwaan voortgetrokken bootje, naar Antwerpen afreist om er een jonkvrouw Elsa te redden. Toen Wagner zelf de stad bezocht, moet hij naar het schijnt nogal teleurgesteld zijn geweest over wat de Antwerpse burcht eigenlijk voorstelde. Hij had zich een door woeste wouden omgeven heroïsch en imposant bouwwerk voorgesteld. Geen “hoopje stenen op een vlakte”.
Ambitie
De hertogen van Brabant zien in het verhaal van Von Eschenbach een geweldig potentieel om hun geslacht enig legendarisch cachet te verlenen en zo hun territoriale ambities kracht bij te zetten. Via allerlei machinaties trekken zij een bloedlijn van de Zwaanridder naar hun eigen familie. Een kunsttoer die ook de literatuurcritici van die tijd niet ontgaat. Aan het eind van de 13de eeuw toonde Jacob Van Maerlant zich al heel sceptisch over dit bijeengefantaseerde verhaal en ook de Antwerpse stadssecretaris Jan Van Boendale had zo zijn bedenkingen: “De mensen gaan nog denken dat hun hertog echt van een zwaan afstamt.”
Afstammeling van Julius Caesar
En waar blijft Brabo? In zijn Kroniek van Brabant uit 1414 verbindt Hennen van Merchtenen elementen uit een aantal verhaallijnen en doet zo uitschijnen dat de hertogen van Brabant onder meer afstammen van de Trojaanse koning Priamus en van de Romeinse veldheer Julius Caesar, twee klinkende namen uit de klassieke geschiedenis.
Bart De Wever (N-VA)
Burgemeester van Antwerpen
“Het verhaaltje over het handwerpen zal het altijd halen van eender welke wetenschappelijk onderbouwde thesis. Het is in al zijn simpliciteit nu eenmaal geweldig goed gevonden.”
Gewezen Antwerpse stadsarchivaris Inge Schoups: “In de middeleeuwen was het bon ton voor een adellijke of zelfs koninklijke familie om een zo roemrijk mogelijke stamboom te creëren, liefst één die terugging op namen uit een lijstje met negen absolute toppers: de Negen Besten. In dat verhaal van Hennen van Merchtenen maken we voor het eerst kennis met de heren Breboen en Druoen. Breboen is een ridder uit het gevolg van Octaviaan, de broer van Julius Caesar. Hij ontdekt langs de Schelde een vallei waar zwanen leven (Val aux cygnes = Valenciennes) en achtervolgt een van deze dieren tot in Nijmegen. Daar ontmoet hij prinses Swane. Op de terugweg verdwaalt Breboen en komt hij de reus Druoen tegen, die van iedere voorbijganger paard en wagen en een hand opeist. Breboen verslaat Druoen en hakt diens hoofd af. Daarna trouwt hij met zijn prinses en schenkt zijn naam aan het land Brabant. Over Antwerpen wordt nog met geen woord gerept.”
Die link met Antwerpen vinden we wel terug bij de Nijmeegse kannunik Willem van Berchem. Die vertelt in 1470 hoe de held Silvius Brabo de hand van de reus Antigoon afhakt en weggooit, wat de naam Hand-werpen oplevert. De Antwerpenaren waren direct voor dit verhaal gewonnen, zeker omdat er niet zo lang daarvoor enkele opvallend grote beenderen waren opgegraven. Dat konden niet anders dan het schouderblad en de ribben van de reus Antigoon zijn. Ze werden dan ook met de gepaste luister in de schepenkamer van het oude gemeentehuis tentoongesteld. Zelfs de befaamde Duitse schilder en etser
Albrecht Dürer verwaardigde zich om ze te komen bekijken. Alternatieve bronnen zouden laten van Antigoon geen reus, maar een vreemde geweldenaar van Slavische afkomst maken. Het zou in dit geval niet om de reus, maar om de Rus Antigoon gaan.
De Zeven Schaken
Een heel andere verhaallijn ten slotte verbindt Brabo met zeven Antwerpse jongelui, allen afkomstig uit adellijke families die gezamenlijk de Zeven Schaken worden genoemd, omdat ze allemaal een schaakmotief in hun wapenschild dragen. Hun namen: Aleyns, Bode, Van Hoboken,
Volcaert, Papen, Impeghem en Wilmar. De jonge helden vinden dat de reus alleen maar door Antwerpse helden kan geveld worden. Brabo mag als bedankje voor zijn hulp achteraf wel de hand wegsmijten.
Link met Rome
Doordat de Scheldestad in de 16de eeuw gouden tijden beleefde, was dit soort van spectaculaire voorgeschiedenis, die bovendien ook nog eens een link met het legendarische Rome legde, meer dan meegenomen. We mogen niet vergeten dat we op dat moment de hoogdagen van het humanisme meemaken, waarin elke verwijzing naar de oude klassieken als goud op een schaaltje wordt afgewogen. De middeleeuwse Brabo werd gretig geadopteerd en opgepoetst en groeide zo uit tot een symbool van de stedelijke vrijheden en de politiek evenwichtige manier waarop de stad Antwerpen altijd met de hertogen van Brabant was omgegaan. Toen de spanningen met de Spaanse koning hoog opliepen, werd in een nis aan het stadhuis zelfs een beeldje van Brabo geplaatst. Het diende als signaal aan Filips II. Opgelet, wij hebben hier een reputatie als tirannendoders te verdedigen. Dat beeldje zou later, onder impuls van de jezuiëten vervangen worden door een beeld van Maria, moeder Gods. Antwerpen was, even toch, weer getemd.
Het gehucht Antwerpen
Het slotwoord is voor burgemeester Bart De Wever. “Ik vind Silvius Brabo een opmerkelijke figuur. Als fictief personage uit de wereld van sagen en legenden werd hij in de 15de en 16de eeuw gepromoveerd tot een verbindend element dat de stad Antwerpen aangreep om haar groeiende macht en aanzien te koppelen aan het antieke Rome. En we zijn dat blijven doen. Welke andere Vlaamse stad kan zeggen dat ze een Romeinse veldheer op zijn marktplein heeft staan? Tongeren? Ambiorix was wel geen Romein, hé. Het is een sterk staaltje van recuperatie. Zeker wanneer je weet dat ten tijde van de Romeinse bezetting Antwerpen maar een klein gehucht was, een amper te ontwaren vlek op de landkaart. Zelfs Kontich (Condacum) was belangrijker.”
Bloot gat naar stadhuis
Bart De Wever: “Het is ook niet toevallig dat de reus die door Brabo wordt verslagen Antigoon heet. Een antagonist, dat wisten de oude Grieken al, is een notoire tegenwerker. In dit geval iemand die de Schelde blokkeert, de Antwerpse levensader. Brabo is onze existentiële bevrijder. Dat hij nu met zijn bloot gat naar het stadhuis gekeerd staat, neem ik er met plezier bij. Dat het verhaaltje over het handwerpen het altijd zal halen van eender welke wetenschappelijk onderbouwde thesis, is onvermijdelijk. Het is in al zijn simpliciteit nu eenmaal geweldig goed gevonden. Over Brabo worden allang geen nieuwe verhalen meer verteld, maar zijn mythische kracht is gelukkig zo sterk dat hij voor eeuwig aan het stichtingsverhaal van onze stad zal verbonden blijven.”