Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Fatma Taspinar: “Ik heb lang gevochten tegen mijn uitbundigheid”
Vrt-journaliste Fatma Taspinar over hard werken, bescheidenheid en afscheid nemen
“Ik had altijd heel hard geroepen dat nieuwsanker worden niks voor mij was. Ik ben er stoemelings ingerold, zoals altijd eigenlijk.”
Professioneel gezien was het afgelopen jaar drukker dan ooit voor Vrt-journaliste Fatma Taspinar. Behalve de late journaals, presenteert ze nu ook de best bekeken journaals van 19u, terwijl ze tussendoor verslag uitbracht van de zoektocht naar Jürgen Conings en de assisenzaak over de moord op Sofie Muylle. “Maar ik heb dit jaar ook beseft dat ik meer moet investeren in mijn leven naast mijn werk”, vertelt ze. “Ik heb een goede vriend verloren, aan rouwen ben ik nog niet eens toegekomen.”
De weg van Mechelen naar het Antwerpse Vlinderpaleis kent ze bijna blindelings. Maar het Eilandje, aan de andere kant van de stad, is geen bekend terrein voor Fatma Taspinar. “Wat een fijn terras”, zegt ze enthousiast als ze bij Guillaume aan het tafeltje neerploft na een hectische autorit met telefoontjes over de aanleg van haar eigen terras. Een uur of elf geleden zat ze nog in de studio om het late journaal te presenteren, over een uurtje of twee, drie zal ze opnieuw richting VRT rijden, maar nu ontsnapt ze even aan de hectiek van de redactie door met koffie stil te staan bij het afgelopen coronajaar.
Guillaume: “Hoe gaat het eigenlijk met je, Fatma?”
Fatma: “Het is tijd voor vakantie, op alle vlakken. Veel mensen konden dit jaar niet werken en dat is heel zwaar. Maar ik heb nog veel meer gewerkt dan anders, het nieuws stopt ook nooit. Ik heb er echt nood aan om er even uit te stappen, om op adem te komen.”
Guillaume: “Hoe lang geleden is dat dan?”
Fatma: “Een jaar denk ik? Ik ben in januari nog wel een paar dagen naar de Ardennen geweest, maar dan gebeurde er iets in een dossier van mij, over Bart De Pauw, en dan ben je toch weer aan het werk. Maar ik heb al plannen. Ik ga eerst naar Frankrijk, waar een collega trouwt. En dan zie ik wel, ik kan langsgaan bij vrienden aan het Lago Maggiore, aan de Italiaanse kant.”
Guillaume: “Voorzichtig als je met een bootje gaat varen hé.”
Fatma: “Echt verschrikkelijk, dat verhaal. Die Belgische vrouw van 21 die een stuurfout maakt op het Comomeer en botst, waardoor er een student sterft. Dat heeft me echt geraakt. Stel dat het je kind is dat dan in Italië in huisarrest zit. Als twintiger maak je niet altijd de beste inschatting.”
Guillaume: “De ouders van een slachtoffer hebben een grote rol in hoe daar achteraf naar gekeken wordt. Kijk naar Loesje in Schoten, het meisje dat werd aangereden en overleed. Het waren haar ouders die op sociale media opriepen om niemand te beschuldigen. Die chauffeur zit ook in de put, maar er is meestal weinig aandacht voor daderleed.”
Fatma: “Ik heb daar een programma over gemaakt, Mij overkomt het niet. Er zijn dodelijke ongelukken waarbij niemand schuld treft, maar toch worden die bestuurders altijd doodrijders genoemd. Hun leven is ook voorbij. We hadden onder andere het verhaal van een grootmoeder die haar kleindochter uit haar handen had laten vallen op de trap. Dat is een drama. Hoe groter de gevolgen zijn, hoe groter de oorzaak moet zijn, denken veel mensen.
Maar dat is dus niet zo. Een stom ongeval kan enorme gevolgen hebben.”
Guillaume: “Het valt me op dat de directe betrokkenen vaak nog het mildst zijn, dat was bij de ouders van Loesje ook zo. Dat is zo bewonderenswaardig. Maar hoe kijk jij naar daders die wél opzettelijk gruwelijke feiten plegen? Als jij zo’n assisenproces volgt, komt er dan een moment dat je de dader begrijpt?”
Fatma: “Dat is wel een moeilijke vraag hé.”
Guillaume: “Wat had je gedacht?”
Fatma: “Euh, gezellig een terrasje doen?” (lacht)
Herstelrecht
Guillaume: “Ik zou graag weten hoe dat voor jou is om daar dan de hele week te zitten. Op welke manier kijk je naar zo’n dader?”
Fatma: “Ik sta heel niet-oordelend in het leven. Het is niet aan mij om een oordeel te vellen, wat niet betekent dat ik geen emoties voel of afstandelijk ben. Ik heb in Brugge onlangs het proces van Alexandru Caliniuc gevolgd,