Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Onze grootste uitdaging ooit”
Cel Vermiste Personen moet allicht nog veel lichamen bergen en identificeren
31 doden en nog 163 mensen “vermoedelijk vermist of onbereikbaar”. Voor het Disaster Victim Identification (DVI) en de Cel Vermiste Personen wacht de komende dagen een titanenwerk. “Dit is de moeilijkste klus uit onze geschiedenis.”
Gerry Van Loock, plaatsvervangend diensthoofd bij de Cel Vermiste Personen, was gisteren voor de vierde dag op rij onderweg naar Luik. De aartsmoeilijke taak voor zijn team en die van zijn collega’s bij de DVI: het identificeren van dodelijke slachtoffers van de overstroming en het opsporen van potentiële vermisten.
Het woordje “potentieel” is belangrijk, benadrukt Van Loock. “Er is een massa aan openstaande dossiers die bij ons binnenkwamen. Potentieel vermiste personen die door hun entourage als vermist worden opgegeven. Vaak gebeurt dat in een eerste reactie omdat men elkaar door slecht gsm-bereik niet kan bereiken. Of er is een familielid uit het buitenland dat in paniek belt dat zijn of haar moeder in het getroffen gebied woont en onbereikbaar blijkt. Om een idee te geven: we zijn ‘s ochtends begonnen met 224 openstaande dossiers. Tegen de avond waren het er nog 107.”
Dat is nog een uitzonderlijk hoog aantal. “Dit is du jamais vu. Ongezien. Een situatie als deze hebben we nooit meegemaakt de laatste twee eeuwen.”
Titanenwerk
“Waar we ons zorgen over maken: alle informatie over potentiele vermiste personen, dat zijn allemaal mensen die door iemand als vermist worden aangegeven”, zegt Van Loock. “Maar wat met zij die door niemand gemist worden? Daklozen, mensen in sociaal isolement, buitenlandse bouwvakkers, oude eenzame mensen… Er wacht ons echt nog een titanenwerk.”
Wie na vier dagen nog niet wordt teruggevonden, heeft nog maar een bijzonder kleine kans op overleven.
Gerry Van Loock
Cel Vermiste Personen “We zijn ‘s ochtends begonnen met 224 openstaande dossiers. Tegen de avond waren het er nog 107. Uitzonderlijk hoog? Dit is du jamais vu.”