Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Voorzitter Francis Vrancken geeft stand van zaken: “Beerschot is geen satellietclub en zal dat ook nooit worden”
Voorzitter FRANCIS VRANCKEN staat met Kielse Ratten voor jaar van de bevestiging in 1A
Zaterdag trapt Beerschot zijn tweede opeenvolgende seizoen in 1A op gang met een thuiswedstrijd tegen Cercle Brugge. De Kielse Ratten konden deze zomer al hun sterkhouders behouden en versterkten zich met enkele jonge talenten. Voorzitter Francis Vrancken is tevreden over de voorbereiding en kijkt reikhalzend uit naar de start van het nieuwe seizoen.
We spraken Francis Vrancken vorig weekend via WhatsApp. De voorzitter is met zijn familie op vakantie in Saint-Tropez. Toeval of niet: ook Antwerpvoorzitter Paul Gheysens verblijft dezer dagen in de mondaine Franse badstad. “We spreken elkaar hier weleens. Maar we hebben het nog geen enkele keer over voetbal gehad”, lacht Vrancken. De topman van DCA heeft er zijn eerste volledige seizoen als voorzitter van Beerschot opzitten. In december 2020 nam hij de fakkel over van Eric Roef. Vrancken is wel al ruim twee jaar mede-eigenaar van de club. “De voorbije maanden konden we voor het eerst sinds lang nog eens rustig werken aan de toekomst. Dit was onze eerste normale voorbereiding in drie jaar.”
Jullie haalden in mei wel nog een nieuwe hoofdcoach. Hoe evalueert u de eerste zeven weken van Peter Maes?
“Door omstandigheden is Peter onze vierde hoofdcoach in minder dan twee jaar. Stijn Vreven, Hernan Losada en Will Still zijn uitstekende trainers, maar we zijn aangenaam verrast over de rust die Peter Maes op onze club en onze spelers uitstraalt. Na enkele weken voelen we toch een verschil met zijn voorgangers. Zijn deskundigheid en zijn ervaring hebben ervoor gezorgd dat de voorbereiding gesmeerd liep. Hopelijk plukken we daar dit seizoen de vruchten van.”
Maes heeft vorige week aangegeven dat er aanvallend nog wat extra creativiteit bij moet. Gaan jullie de spelerskern nog versterken?
“De transfers die we absoluut wilden realiseerden, hebben we ook effectief gerealiseerd. Andere opportuniteiten worden nu in alle rust bekeken. Het zou goed kunnen dat er nog wat bijkomt. Maar ik wil toch graag benadrukken dat we de
“Als we Holzhauser deze zomer hadden verkocht, dan zouden we dit boekjaar al winst gemaakt hebben. Maar wat bereik je daarmee op lange termijn?” Francis Vrancken Voorzitter Beerschot
ze zomer onze volledige kern hebben kunnen behouden. Na het vertrek van Tissoudali hebben we de voorbije maanden ook voor Holzauser en Van den Bergh concrete voorstellen ontvangen. Dat ging over forse bedragen, genoeg om uit de schulden te geraken. Radic wordt intussen ook al door verschillende clubs van nabij gevolgd. Onze aandeelhouders hebben samen beslist om die jongens aan boord te houden. En we hebben de kern nog verder aangevuld met talentvolle jongeren waar we behoorlijk diep voor in de buidel hebben moeten tasten. Ik vind dat al een sterk begin van het seizoen.”
Benito Raman is niet gekomen, hij koos voor Anderlecht. Een reality check voor Beerschot?
“We hebben verschillende voorzetten gegeven en hadden volgens mij, zeker met de steun van United World, echt wel troeven in handen om Raman aan boord te halen. Maar zoals Peter Maes eerder zei: de liefde moet van twee kanten komen. Onze supporters zouden Raman met open armen ontvangen hebben, ik heb vastgesteld dat de Anderlechtfans iets minder enthousiast waren. Ach, ik ben niet rancuneus en wens Raman veel succes bij zijn nieuwe club.”
Ook de jonge Deense flankaanvaller Magnus Warming kwam niet, hij tekende bij Torino.
“Op de transfermarkt kan je soms tegenslag hebben. We blijven daar als bestuur heel rustig onder. Konstantopoulos, Okyere en Krekovic zijn héél talentvolle spelers. Die hebben we toch maar mooi binnengehaald.”
Wanneer zal Beerschot voor u een goed seizoen gespeeld hebben?
“Als we beter doen dan de negende plaats van vorig jaar. Dat wil zeggen dat een plekje in de top acht onze ambitie is. Ik vind dat een realistisch doel. Vorig jaar zijn we daar net niet in geslaagd, maar dat was achteraf gezien misschien niet zo erg. Zo konden we rustig werken met het oog op het nieuwe seizoen.”
Een rustig seizoen op Beerschot. Kan dat?
“Wij voelen heel veel enthousiasme bij onze supporters, maar beseffen ook dat ze heel kritisch kunnen zijn. Dat is goed, dat houdt ons scherp. We willen hen dan ook nog meer bij de club betrekken. Qua wedstrijdbeleving zullen we komend seizoen opnieuw stappen vooruit zetten. De loges zijn uitverkocht, er kunnen bij elke thuiswedstrijd 250 extra eters aanschuiven in ons vernieuwd museum Club 13 en ook in de rest van het stadion wordt de infrastructuur opgewaardeerd. Dat heeft natuurlijk allemaal zijn prijs, maar financieel hebben onze supporters zelf ook een grote impact. AB Inbev gaf ons onlangs mee dat de supporters van Beerschot op wedstrijddagen per persoon het meeste bier drinken van alle clubs in België. Dat horen wij graag.”
In het vorige boekjaar (2019-2020) heeft Beerschot 4,3 miljoen euro verlies geleden. Zal dat verlies dit boekjaar nog groter zijn?
“We hebben nog geen definitieve cijfers, maar die kans zit er zeker in. Door corona en door het missen van de tv-gelden op 1A-niveau zal ons verlies opnieuw aanzienlijk zijn. Dat verlies wordt opgevangen door de aandeelhouders, zoals dat bij de meeste andere profclubs in België het geval is. Wij respecteren op die manier de richtlijnen van de licentiecommissie en de regels van de Financial Fair Play.”
Beerschot wil op termijn zelfbedruipend worden. Is dat nog steeds een realistisch doel?
“Waarom niet? De geleden verliezen zullen terugverdiend moeten worden, maar daar hebben wij alle vertrouwen in. Beerschot is een sterk merk met veel fans. Het realistische sportieve beleid onder leiding van Jan Van Winckel en Sander Van Praet moet ervoor zorgen dat we op termijn winstgevend kunnen worden. Zoals ik al zei: als we Holzhauser deze zomer hadden verkocht, dan hadden we dit boekjaar al winst gemaakt. Maar wat bereik je daarmee op lange termijn? We zijn niet uit op snel geldgewin.”
Een veelgehoorde kritiek is dat Beerschot een satellietclub dreigt te worden van Sheffield United of United World. Hoe voelt u dat aan?
“De voorbije jaren hebben we toch net bewezen dat de verschillende clubs van United World autonoom kunnen functioneren? De Vlaamse verankering in het bestuur zal er altijd blijven. In combinatie met de toekomstplannen qua infrastructuur is dat voor mij het beste bewijs dat Beerschot op de lange termijn vooral naar zichzelf kijkt. Sportieve synergieën behoren uiteraard wel tot de mogelijkheden van United World. De transfer van Ismaila Coulibaly is daar het beste voorbeeld van. Ook qua marketing zijn er mogelijkheden om samen te werken, kijk maar naar de kledingsponsor. Maar verder dan dat gaat het niet. Beerschot is geen satellietclub en zal dat ook nooit worden. Ik heb onlangs nog via videocall uitvoerig met prins Abdullah gesproken. Hij is héél tevreden over de manier waarop Beerschot gerund wordt.”
Hoe ver staat het met de dossiers rond het stadion en het jeugdcomplex?
“Eind augustus verwachten wij de resultaten van een doorlichting van ons stadiondossier. Op relatief korte termijn zullen wij kunnen beslissen of we daar verder energie willen insteken of we die piste moeten laten varen. Op dit moment ziet het er goed uit, ik denk dat een verhuis naar Petroleum-Zuid nog altijd een heel goede kans maakt. Of DCA dat nieuwe stadion dan zal bouwen? Nee, dat is niet de bedoeling. Wij zullen met onze expertise weliswaar ons steentje bijdragen, maar dat nieuwe stadion zal zeker niet de DCA Arena worden. Het dossier van het nieuwe jeugdcomplex ligt ook nog steeds op tafel. We zijn onlangs met een architect op prospectie geweest in het Belfius Basecamp van Club Brugge. De ideeën zijn er, maar het is moeilijk om er een timing op te plakken. Het gaat over een miljoenenproject. We mogen geen overhaaste beslissingen nemen.”
Tot slot: wat is uw grootste wens voor komend seizoen op sportief gebied?
“Dat Rapha Holzhauser de Gouden Schoen wint. Dat zou willen zeggen dat Beerschot opnieuw een sterk seizoen speelt met hem als absolute uitblinker. Pas op: ik vind dat hij vorig jaar al had moeten winnen, hè. Allez komaan, 16 goals en 16 assists: dat zie je toch niet elk jaar? Zelfs niet elke tien jaar. Als hij twee seizoenen na elkaar zo’n cijfers kan voorleggen, dan zal hij er toch opnieuw dichtbij zijn.”