Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Als Wout de wegrit niet wint, heeft de Belgische ploeg hem niet genoeg gesteund”
De Tour is amper verteerd of de nieuwe grote koersafspraak loert al om de hoek. Wout van Aert, Greg Van Avermaet en Tiesj Benoot vlogen zondagavond vanuit Parijs naar Tokio. In hun zog volgen ook de andere Tourrenners met olympische medailledromen. Wij peilden in het peloton naar de vorm van de Belgische en buitenlandse kanshebbers: “Nibali en Fuglsang zijn niet goed genoeg. Niemand laat zich met plezier op 25 minuten rijden.”
De topfavoriet POGACAR
Wout van Aert windt er geen doekjes om: “Tadej Pogacar is voor mij dé topfavoriet voor de olympische wegrit, zelfs na zo’n zware Tour. Hij was zo sterk op de cols. Wie hem kan volgen, zal dicht bij het goud zitten.”
De winnaar van Luik - Bastenaken - Luik en de Tour krijgt zaterdag vijf sterren achter zijn naam. Ook Brent Van Moer twijfelt niet aan de Sloveen: “De Tour was zwaar, maar in tegenstelling tot mij is Pogacar niet slechter geworden. In de derde week was hij zelfs nog beter dan in de eerste week.”
Pogacar rijdt in Japan enkel de wegrit en kan er een beroep doen op drie Sloveense ploegmaats, onder wie Primoz Roglic. Die laatste heeft na zijn val en opgave al opnieuw stevig kunnen trainen. De derde Sloveense topper en auteur van twee ritzeges in de Tour - Matej Mohoric - is er in Tokio niet bij. Hij is te moe en gaf zijn plek aan Jan Polanc. Volgens Mohoric biedt de Tour geen garantie op succes op de Spelen. “Een week na de Tour heb je dagen dat je vliegt, maar ook dagen dat je niet vooruit te branden bent. Ook voor Tadej wordt het dus afwachten en hopen dat hij een goeie dag heeft.” Al hebben we de voorbije twee jaar nog nooit un jour sans gezien bij Pogacar.
Belgiës kopman VAN AERT
Volgens Jan Bakelants moeten we binnen de landsgrenzen blijven voor de favoriet. “Los van de twee zeges in het slotweekend is Wout dé te kloppen man. Na de rit naar Luz Ardiden wist ik genoeg. Tot halfweg de slotklim volgde hij zonder moeite mannen van zestig kilogram. De laatste klim op het parcours van de wegrit is steil, maar niemand zal Wout daar losrijden. Eenmaal op de top moeten Remco en de andere Belgen op kop van het peloton beginnen te rijden en is het kat in het bakje. Als Wout de wegrit niet wint, dan heeft de Belgische ploeg gefaald want dan heeft die hem niet genoeg gesteund.”
Mohoric houdt er een andere theorie op na: “De andere landen zullen allemaal naar Wout loeren, Remco kan daarvan profiteren.”
De andere klassementsmannen URAN
Van de top 10 uit de Tour rijden ook Richard Carapaz, Wilco Kelderman, Alexey Lutsenko, Guillaume Martin en Rigoberto Uran de wegrit. Vooral de naam van Uran zoemt rond. “Uran reed tweeënhalve week op topniveau en kraakte pas in het slot. Geen belet voor Tokio. Op een week tijd kan je herstellen van zo’n dipje”, oordeelt Bakelants.
Met ook Higuita, Quintana, Chaves en Martinez heeft Colombia misschien wel de sterkste ploeg aan de start. Volgens Michael Kwiatkowski is een sterk collectief van geen tel. “De koers is zo lang en zo zwaar. Geen enkel land kan de koers controleren. Zelfs Italië, Spanje of België met hun vijf renners niet. Het wordt man tegen man”, aldus de Pool, die zelf slechts op twee ploegmaats kan rekenen.
De rittenkapers MOLLEMA, WOODS, VALVERDE
Sepp Kuss won een bergrit in de Tour, maar trekt niet naar Tokio. Kuss won in Andorra voor Alejandro Valverde. De Spanjaard is volgens de Amerikaan een favoriet: “Naarmate de Tour vorderde, zag je Alejandro echt groeien. Renners die in de Tour niet elke dag voluit moesten gaan voor een klassement, hebben volgens mij de juiste tactiek gehanteerd. Bovendien kan Alejandro ook de sprint afwachten.”
Een van de renners in dienst van Valverde wordt Omar Fraile. De Astana-renner is duidelijk wat de Spaanse tactiek betreft: “Alejandro is onze enige kopman. Hij verkeert in een prima conditie en staat er altijd op kampioenschappen.”
In de categorie van Valverde passen ook Bauke Mollema en Michael Woods. De Nederlander won wel een rit, de Canadees eindigde eens derde en vijfde. Bakelants: “Valverde en Woods zijn in het begin van de Tour stevig gevallen. Nadien hebben ze zich beiden goed herpakt en af en toe een flits getoond. Zij zijn zeker medaillekandidaten.”
De anonieme opgevers NIBALI, FUGLSANG
Vincenzo Nibali en Jakob Fuglsang kwamen naar de Tour zonder klassementsambities. Ze wilden zich louter voorbereiden op Tokio. De Italiaan stapte af op de tweede rustdag, ook de Deen haalde Parijs niet. De grootste gelijkenis tussen beiden was dat ze anoniem koersten. “Geen enkele renner speelt bewust verstoppertje in de Tour. Nibali en Fugslang zijn gewoon niet goed genoeg. Hadden ze iets kunnen rapen, hadden ze dat wel gedaan. Fuglsang zat in elke bergrit in dezelfde gruppetto als ik. Het was van niet beter kunnen, niemand laat zich met plezier op 25 minuten rijden”, zegt Bakelants.
Ook Naesen meent dat Fuglsang en Nibali in Tokio dezelfde anonieme rol wacht. “De Tour rijden om Tokio voor te bereiden is een dankbaar excuus naar de buitenwereld toe, maar ik hoop dat ze zichzelf iets anders wijsmaken. In Tokio gaan we geen wereldwonderen zien. Het niveauverschil met Pogacar is te groot.”
Een niveauverschil dat ook Van Avermaet mocht ervaren. “Die mannen reden met hetzelfde ambetante gevoel rond als ik. Ik heb met Fuglsang gesproken, hij zei dat hij zich niet 100 procent in orde voelt. Het wordt moeilijk om in Tokio plots wel hun stempel te drukken tegen de mannen die de Tour domineerden.”
De titelverdediger VAN AVERMAET
Van Avermaet reed naar eigen zeggen zijn slechtste Tour ooit. Dat werd vrijdag nog eens in de verf gezet, toen hij gewoon uit de wielen werd gereden door Stuyven en co. Van Avermaet is er zich van bewust dat hij zijn olympische titel niet zal verlengen. “Ik kan enkel hopen dat ik op gewicht kan blijven en dankzij de supercompensatie boven mezelf kan uitstijgen, zoals dat in het verleden ook lukte in San Sebastian. Ik hoop dat ik in Tokio een goeie koers kan rijden in dienst van onze kopmannen, Wout en Remco.”