Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Het begon te knagen om het als trainer eens hogerop te proberen”
Filip Goossens verlaat Sint Jozef en is opvolger van Kurt Van Dooren
Antonia heeft zijn opvolger voor de zelf opgestapte Kurt Van Dooren beet. Op de eerste training gisteravond sprong T2 Bart Corluy nog even in, vanaf vanavond is het aan de 40-jarige Filip Goossens. De exspeler van Hoogstraten en Cappellen maakt de overstap van derdeprovincialer Sint Jozef Rijkevorsel, waar hij eigenlijk net aan zijn zesde seizoen als trainer was begonnen.
“Het was best emotioneel om weg te gaan bij Sint Jozef”, zegt Goossens. “Als je er zolang bent, is er empathie tussen de trainer en de club. Toen ik er begon, was de club net gedegradeerd naar vierde provinciale. In de bestuurskamer waaide er op dat moment een nieuwe wind en als ik er nu op terugkijk, hebben we toch iets moois neergezet. Het eerste jaar promoveerden we, maar waren we nog niet klaar voor die stap hogerop, met een degradatie tot gevolg. Toen we in het derde jaar opnieuw promoveerden, waren we wel klaar. En nu is Sint Jozef echt wel een stabiele derdeprovincialer met doorgroeimogelijkheden.”
Toch kon de inwoner uit Sint-Lenaarts niet weerstaan aan de lokroep van Antonia. “Als voetballer speelde ik met Cappellen en Hoogstraten in tweede en derde klasse. Het begon toch te knagen om het ook als trainer eens enkele trappen hoger te proberen. Ik hoorde veel goeds over Antonia en na een goed gesprek zaterdagvoormiddag heb ik de knoop vrij snel doorgehakt. Al is het wel raar om zo laat in de voorbereiding nog van club te veranderen. Wegens eerder gemaakte afspraken was ik gisteren nog niet op de eerste training. Vanaf vanavond begin ik vol goesting aan dit nieuwe hoofdstuk.”
Ook met assistent Bart Corluy was er al contact. “En er zullen nog veel gesprekken volgen. Ook met de spelers. Eerste provinciale is voor mij grotendeels onbekend terrein. Al kijk ik wel vol vertrouwen uit naar de nieuwe uitdaging. Ik heb begrepen dat de onderlinge sfeer tussen de spelers uitstekend is. Dat maakt dat iedereen ook bereid is om er echt voor te knokken.”