Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Dromen van Nederland op Belgische feestdag
Met een goed gevoel voor timing heeft Bart De Wever op de Belgische nationale feestdag gepleit voor een hereniging van Vlaanderen met Nederland. Het is nog niet voor binnenkort, erkent hij, maar vakkundig zaagde hij wel een paar poten van onder de eretribune voor het koninklijk paleis.
De geesten zijn er nog niet rijp voor, zei De Wever nog in het bewuste interview met Kanaal Z. Hij had er nog aan kunnen toevoegen dat de Nederlanders ook niet direct vragende partij zijn. En voor herenigingen moet je met zijn tweeën zijn, net zoals voor grote binnenlandse hervormingen, wat voor de N-VA al langer dan vandaag een probleem is.
Het pleidooi weg van België vanwege de voorzitter van de grootste partij van het land was maar een van de opmerkelijke elementen van deze feestdag. Die zat geprangd tussen de coronacrisis en de watersnood en bracht een gepaste hulde aan de hulpverleners. De ster van de dag was de toekomstige koningin Elisabeth, die ’s ochtends hooggehakt en in een elegante rode jurk en ’s middags in militair uniform haar rol al perfect lijkt te beheersen, tot de pretoogjes boven haar mondkapje toe waarmee ze tijdens het defilé de opperbevelhebber groette die ook haar vader is. Bij de eregenodigden zat voor het eerst Delphine, vroeger de buitenechtelijke dochter, nu een prinses van Saksen-Coburg. Dat doen ze ons in andere monarchieën niet zo snel na.
Bart De Wever noemde het Belgicisme dat sommige regeringspartijen etaleren pathetisch, kunstmatig en oppervlakkig, “een nationalisme dat kant noch wal raakt”, dat staat voor een tempel zonder identiteit, of nog, een mislukte staat. Dat verbaal geweld duelleerde gisteren met de pracht en praal van vorstelijke figuren, Belgische hoogwaardigheidsbekleders en piekfijn uitgedoste strijdkrachten.
In 2024 zal blijken of De Wevers droom van een confederale staat reëler is dan die van een heropstanding van de Zeventien Provinciën. Met België is hij nog niet klaar. Misschien trouwen Vlamingen en Walen niet met elkaar, kennen ze elkaars tv-programma’s niet en spreken ze vaak elkaars taal niet, maar de solidariteit over de taalgrens heen na de overstromingsramp was massief. En op heel wat plaatsen waren de slachtoffers Vlamingen. In Durbuy, het goed van de Vlaamse leenheer Marc Coucke, moesten ook chefs als Wout Bru en Roger van Damme (meer Vlaming dan Nederlander) de schade opmeten. De Ardennen zijn ook een beetje van ons, veel meer dan Friesland of de Veluwe. Zoals ook de Waalse schulden een beetje van ons zijn, maar dat is weer een andere discussie.