Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We hebben niet de juiste boten”
Dokter Luc Beaucourt had liever dat ze platbodems inzetten tijdens de waterramp
Luc Beaucourt Ex-spoedarts “Er zijn dingen die we kunnen doen. Concreet: liever een straaljager minder en een paar helikopters meer.”
Dr. Luc Beaucourt (73) is nog altijd actief als medisch coördinator bij VAB Pechbijstand. Wie op reis ziek valt of gewond raakt, kan zomaar de bekende voormalige spoedarts aan de lijn krijgen. Beaucourt volgde de hulpoperaties na de waterramp met de belangstelling van een ervaringsdeskundige. “Ze hebben niet de goede boten hiervoor.”
Luc Beaucourt praat een beetje slepend als we hem aan de lijn krijgen. “Ik had een paar dagen geleden een coronaprik van Janssen. Ik was al ingeënt met AstraZeneca, maar daarmee geraak je niet binnen in de VS, waar ik naartoe wil.”
Voor de rest gaat het goed met de gepensioneerde arts, bekend sinds zijn kruistocht tegen weekendongevallen en voor de vele hulpoperaties na grote rampen, van de tsunami in Indonesië tot de aardbeving in Haïti. De hele zomer al is hij zoals elk jaar medisch coördinator op het hoofdkwartier van de VAB in Zwijndrecht.
Waar krijgt u het meest mee te maken?
We zien een beangstigende toename van het aantal Covid-gevallen. Gelukkig zijn de mensen niet meer zo ziek. Maar ze moeten wel in quarantaine. De meeste toeristen die we aan de lijn krijgen, zitten in Frankrijk, gevolgd door Spanje, Italië en Nederland. Wie met het vliegtuig reist, kan niet tewaren rugkeren na een besmetting. Met hun reisverzekering bij ons kunnen ze gelukkig een verlengd verblijf krijgen van zeven dagen. We hadden onlangs nog iemand die een week langer in de Dominicaanse Republiek moest blijven.
Wat dacht u van de hulpverlening na de waterramp bij ons?
Ik zag wel een paar problemen. De communicatie, ten eerste. Die verloopt nu grotendeels via de mobiele netwerken, maar dat ging niet altijd even vlot. Vroeger hadden de hulp- en ordediensten het analoge Astridnetwerk, maar daar wordt niet meer of amper nog gebruik van gemaakt. Dat gaf meer mogelijkheden. Twee: de brandweer had problemen met zijn bootjes.
De omstandigheden waren lastig.
Ja, maar ik heb gezien hoe ze dat deden bij de overstroming van New Orleans. Daar deden ze reddingen met platbodems, airboats of moerasboten, van die scheepjes die ze in de Everglades in Florida gebruiken. Die liggen meer
op het water dan erin en hebben een propeller in plaats van een schroef. De schroeven van onze boten gingen kapot door de wrakken en het puin onder water. Met een platbodem heb je aan enkele centimeters water al genoeg. Ik denk dat we er zo maar een paar hebben.
Kun je deze catastrofe vergelijken met de rampen die u hebt meegemaakt?
Het was kort en krachtig, maar toch wel heel ernstig. Bij de overstroming in New Orleans in 2005 had je wel meer dan duizend doden en heeft het een stuk langer geduurd. Ik was daar toevallig voor een symposium en ik besloot te blijven toen iedereen wegtrok, om te zien hoe ze het zouden aanpakken. We moesten tijdens de orkaan schuilen in een balzaal van het hotel, omdat die geen ramen had die aan diggelen konden gaan. Ik ben na de grote tsunami mee gaan helpen op Sumatra, Indonesië. Daar was alles weg tot vijftien kilometer landinwaarts.
Kriebelt het om te gaan helpen? Om adviezen te geven?
Natuurlijk. Hoe pak je dit technisch aan? Dat interesseert mij, daar heb ik ervaring mee. Maar goed, je bent afgeschreven, je wordt niet meer gevraagd, zo gaat dat. In het coronaverhaal had ik ook mijn bedenkingen. De communicatie had veel duidelijker moeten zijn: één viroloog, geen tien, die één duidelijke boodschap brengt.
Hulpverleners lopen soms zelf gevaar, zoals de Gentse brandweermannen die omkieperden, zichzelf moesten redden en de slachtoffers die werden meegesleurd niet meer konden helpen.
Ja, dat zijn traumatiserende ervaringen. Dat hadden ze waarschijnlijk niet meegemaakt als ze de juiste boten hadden gehad. Er nog boten die problemen hadden met hun schroeven. Het gaat ook allemaal heel snel, tijd om te reageren heb je bijna niet. Soms moet je ook jezelf beschermen. In Haïti, de ergste ramp die ik ooit heb meegemaakt, een combinatie van een aardbeving met een overstroming, waren gevangenen ontsnapt die ’s nachts met machetes de straten onveilig maakten. ’s Nachts lijken rampen ook stil te vallen. Dan is er niets meer, geen licht, geen beweging.
Had de overheid vooraf meer kunnen doen? In de Duitse pers is er de kritiek dat er niet afdoende gewaarschuwd was.
Weermannen zeggen dat ze misschien iets sneller hadden kunnen waarschuwen, maar mensen zijn lang niet altijd bereid om hun huizen te verlaten. Dat is niet evident. Er is in de voorbije jaren wel duidelijk teruggeschroefd in de Civiele Bescherming, die nog maar twee kazernes overhoudt, Brasschaat en Crisnée. Het is iets te weinig, denk ik, zeker nu het aantal ernstige incidenten lijkt toe te nemen. Maar goed, kritiek komt vaak achteraf van mensen die je vooraf niet hebt gehoord.
We gaan dit vaker meemaken door de klimaatopwarming. Moeten we ons daartegen wapenen?
Absoluut. Daar is geen discussie over. Maar wie had verwacht dat het water zou zijn? In Californië waren het temperaturen boven vijftig graden. Dat hou je ook niet lang vol. In extreme omstandigheden schieten we al gauw tekort. Maar er zijn dingen die we kunnen doen. Om het concreet te maken: liever een straaljager minder en een paar helikopters meer.