Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Waarom verschijnt Beckmann niet voor de rechter? Er is een jonge vrouw vermoord!”
Ex-speurders kritisch: 13 jaar na moord en 6 jaar na afsluiten onderzoek nog altijd geen beslissing
Voor alle duidelijkheid: de zaakBeckmann is nog niet afgesloten, ook al is Wim Beckmann nu al twaalf jaar een vrij man. De Kamer van Inbeschuldigingstelling (KI) in Antwerpen liet hem op 19 maart 2009 vrij. Zonder voorwaarden. Vooral dat laatste verbijsterde de speurders. Maar ook: “Sinds toen is het onderzoek stilgevallen.”
We keren terug naar die zwoele zomerdag van zondag 27 juli 2008, toen rond de middag bij de brandweer een oproep binnenliep voor een brand in een villa op de Steenweg op Turnhout 214 in Merksplas. Daar woonde een rijke Nederlander, Wim Beckmann.
“Een joviale kerel, die Beckmann, en steenrijk. Hij nam weleens volk van Merksplas mee in zijn helikopter. Dan landde hij in je tuin. Hij hield er ook van om feestjes te geven aan zijn zwembad, waarbij prominenten uit het arrondissement Turnhout opdoken”, vertelde een brandweerman uit Merksplas destijds in Gazet van Antwerpen.
Beckmann was toen voor het gerecht al een aangebrande figuur. Het Turnhoutse parket had aanwijzingen voor een frauduleus faillissement van zijn in Merksplas gevestigde vennootschap Beauville Group, een bedrijf dat handeldreef in gsm‘s en plasma-tv’s. Het faillissement liet een enorme financiële krater achter. In Nederland stond hij bekend als een notoir oplichter. Zijn bedrijf G-Hanz Benelux bv in Breda, dat net als de Beauville Group elektronica verkocht, ging er zwaar op de fles.
Alle deuren op slot Maar daar wisten de brandweerlieden die zich op die zomerse dag met geweld toegang verschaften tot
de hermetisch gesloten villa van Beckman, niks van. “We klommen binnen langs een raam van een torentje. We wisten niet of er nog mensen in huis waren, maar op een of andere manier voelden we aan van wel”, herinnert een brandweerman zich. “We begrepen onmiddellijk dat er iets niet pluis was, want het huis hing vol camera‘s en elke kamer was op slot.”
De brand woedde ook op een bizarre plaats: onder de nok van het strodak van de villa. “Dat de brand van binnenuit was aangestoken, konden we onmiddellijk zien”, meldde de brandweer.
De speurders zelf waren later formeel: “In het vals plafond was een luik. Daar was iemand door gekropen om de brand aan te steken. We vonden ook vuurversnellers.”
Verder onderzoek toonde aan dat de brand was gesticht met avgaz, de uiterst brandbare brandstof voor de Robinson-helikopter die Beckmann had gehad. De heli was op het ogenblik van de brand niet meer in zijn bezit, maar in zijn tuinhuisje had hij nog een voorraad avgaz.
Een afrekening. Zo leek het toen de brandweer op 27 juli 2008 in een brandend huis in Merksplas het lichaam van een jonge vrouw aantrof, met daarnaast een gewonde man. Maar er kwam al snel een ander verhaal aan het licht, een verhaal dat rechtstreeks naar assisen leek te leiden. Dertien jaar later heeft de Kamer van Inbeschuldigingstelling hoofdverdachte Wim Beckmann echter nog altijd niet richting assisenhof gestuurd, noch buiten vervolging gesteld. “Onbegrijpelijk”, zeggen speurders die het onderzoek destijds voerden. “Het parket-generaal van Antwerpen zal dit najaar een beoordeelde richting geven aan het dossier”, luidt het in Antwerpen. En Beckmann? Die is ondertussen al een paar jaar spoorloos.
Twee lichamen op bed
Uiteindelijk forceerden de brandweerlieden de gepantserde, gesloten deur van de slaapkamer. Daar werden ze geconfronteerd met twee lichamen op het bed. Het eerste bleek dat van een mooie, jonge vrouw met een T-shirt en een slipje aan. Ze had zware hoofdwonden. Ze was dood. “Daarnaast, in bloot bovenlijf en met een pyjamashort, troffen we onder het laken een man aan”, zeggen onze bronnen. “Hij ademde nog, dus ons eerste werk was hem naar buiten dragen. Hij was gewond aan de linkeroogkas. De recherche vroeg ons ondertussen om het lijk van de vrouw te laten liggen, voor het sporenonderzoek.”
De spuitgasten probeerden vervolgens het huis van de vernietiging te redden. De politie vroeg aan de brandweer om zo zuinig mogelijk te blussen, om het sporenonderzoek niet te ruïneren en de slaapkamer zo veel mogelijk intact te houden. Op gevaar voor eigen leven betraden de speurders en een brandweerman in het brandende huis het bureau van Beckmann, waar ze diens computer meenamen.
Jammer genoeg stortte nog tijdens het blussen het vals plafond op de slaapkamer van de bewoners in. Dat was een lelijke tegenslag, want de instorting veegde een hoop sporen weg. De speurders moesten nu heel voorzichtig brokstuk per brokstuk van het dode lichaam van de jonge vrouw weghalen. Maar gelukkig hadden de agenten van de politie Hoogstraten foto’s genomen van wat ze aantroffen toen ze de kamer waren binnengedrongen. Op die foto’s zou het gerecht later vijf kogelhulzen zien liggen.
Moordwapen
De gewonde man werd geïdentificeerd als Wim Beckmann, toen 50. Het lijk van de jonge vrouw was dat van Samira Bekkar Djelloul Saiah (27), zijn Algerijnse vriendin. Ze woonde in Anderlecht en werkte daar als ‘karakterdanseres’ in een bar. Die zomernacht waren Beckmann en Samira pas om 6u ’s morgens thuisgekomen. Het stel was tot in de vroege uurtjes op de boemel geweest in de Brusselse bar.
Toen de recherche het lichaam van de gewonde Wim Beckman uit de slaapkamer weghaalde, kletterde een pistool van tussen het dekbed op de grond. Het was met dat wapen dat Samira twee kogels in het gezicht geschoten had gekregen. Wim Beckmann liep vanuit de loop van hetzelfde pistool een schotwonde in zijn linkerarm op. Een ander projectiel schampte zijn schedel en rukte zijn linkeroog uit. Het mag niet verwonderen dat het rechercheteam heel even dacht aan een professionele hit job van doorgewinterde doders.
Maar de langs binnen gesloten slaapkamerdeur, de vondst van het moordwapen op het bed en het feit dat alle kamers in de woning, op een kelderdeur na, waren afgegrendeld, zetten de speurders al heel snel op andere gedachten.
Badges Kwalijk voor Beckmann was dat de deur van de slaapkamer alleen
kon worden geopend met een persoonlijke badge, vergelijkbaar met een hotelkamerdeur. Later zou blijken dat Beckmann drie badges had aangemaakt om de slaapkamerdeur te sluiten. “Die slaapkamer was een panic room”, zeggen de speurders. “De deur ervan kon je alleen van binnenuit met zo’n badge sluiten.”
Beckmann zou tijdens het onderzoek verklaren dat er vier zulke badges zijn: een voor hem, een voor Samira, een reserve, en dan nog een, maar die bleek zoek. Beckmann gaf aan dat die in bezit was van zijn ex-vriendin Leila. De reservebadge werd spoedig gevonden achter een schilderij in de woonkamer. De speurders lieten de gepantserde deur van de slaapkamer uitbreken en namen ze mee als bewijsstuk.
In de villa vond het gerecht in het stof op de plek op de zolder waar de brand was gesticht ook een schoenspoor van het merk Mephisto dat overeenkomt met de schoenomtrek van Beckmann.
Wim Beckmann werd als gevolg van al die aanwijzingen in december 2008 aangehouden wegens moord op zijn vriendin en brandstichting in zijn woning.
“Zelf zijn oog uitgeschoten”
Het feit dat het moordwapen tussen de lakens lag, deed de speurders de piste van een overval en een afrekening al snel verlaten. Op dat pistool werd ook nog eens DNA gevonden van Beckmann, en ook van Samira. Na grondig sporenonderzoek poneerden ze dat Beckmann zichzelf met Samira had opgesloten in de slaapkamer, zijn bedgenote had doodgeschoten en daarop een overval had geënsceneerd, waarbij hij zichzelf een schampschot aan het hoofd had willen toedienen, maar zich per ongeluk een oog had uitgeschoten. De vaststellingen wezen uit dat het oog was uitgerukt door de druk van de kogel die de loop verliet: het was er niet door een kogel uitgeschoten.
Onderzoek wees uit dat Beckmann Samira uit de Anderlechtse bar naar de Kempen had gelokt met de belofte haar 2.500 euro per maand te betalen als ze bij hem in loondienst zou komen werken. Dat deed ze ook. Later bleek dat de beloofde 2.500 euro per maand maar één keer werd betaald. Beckmann zat slecht bij kas. Het was blijkbaar zo erg dat hij zelfs geen geld meer had om zijn twee paarden eten te geven. De dieren werden op de dag van de brand in zijn stalling aangetroffen, “vel over been”, luidde het. De speurders gaan ervan uit dat het slachtoffer hem wilde verlaten omdat hij op droog zaad zat.
Het onderzoek van de camera‘s maakte het gerecht niets wijzer: ze stonden af want de alarminstallatie was al twee jaar defect. De protserige villa van Beckman, op een domein van achtduizend vierkante meter en met zwembad en helikopterlandingsplaats, stond op het moment van de moord ook te koop, nadat een jaar eerder al eens een gerechtelijke verkoop op het nippertje was verhinderd.
Het gerecht mist één cruciaal spoor om Beckmann helemaal de das om te doen: kruitsporen op zijn handen, gezicht of armen. “Wij vermoeden heel sterk dat die tijdens zijn verpleging, kort na zijn aankomst in het ziekenhuis, gewist zijn door gebruik van watten om zijn lichaam te ontsmetten en ook om het infuus te plaatsen. Spijtig genoeg hebben wij die watten niet in beslag genomen.”
Wel werd Beckmann in een aparte ziekenhuiskamer ondergebracht, waarin door de politie afluisterapparatuur was geplaatst. Hij werd dag en nacht afgeluisterd, maar dat leverde niets op. Beckmann zei zich van de feiten niks te herinneren: “Ik werd pas wakker in het ziekenhuis.”
Ex-vriendin beschuldigd
Tijdens de verhoren klepperde Beckmann erop los. Hij had voor alles een uitleg. Als verklaring voor de grote blauwe plek op zijn linkerarm zou hij zeggen dat die was ontstaan door het infuus dat hij in het ziekenhuis in die onderarm kreeg geprikt. Maar de speurders vonden bewijzen dat hij dat infuus bovenop zijn linkerhand had gekregen. Ze hadden een andere uitleg voor die bloeduitstorting: Beckmann was na het stichten van de brand door het zolderluik gevallen en had zich flink gestoten, vandaar de blauwe plek.
Beckmann beschuldigde nu ook zijn ex-vriendin Leila van de moord: “Zij had de vierde badge van de slaapkamerdeur.” De vrouw bleef even spoorloos, maar toen de speurders haar in Oostende aantroffen, kwam voor 100% vast te staan dat zij met de zaak niets te maken heeft. Er was geen vierde badge – want Beckmann had er op zijn laptop maar drie aangemaakt – en later zou blijken dat Leila in de tijd van haar relatie met Beckmann zelf aan het slot van de slaapkamer had geprutst, zodat ze het langs binnen open kreeg, want ze was bang van Beckmann. Nog een bewijs dat ze geen badge had. De drie badges werden trouwens pas aangemaakt nadat de relatie tussen Beckmann en Leila beëindigd was.
De zaak loopt vast
Pas zeven jaar later duidde de raadkamer in Turnhout Wim Beckmann aan als enige verdachte van de moord op Samira Bekkar. In juni 2015 werd het dossier door de raadkamer in Turnhout overgemaakt aan het parket-generaal.
Sinds toen was het aan het parketgeneraal om het dossier naar de KI te sturen, die moet beslissen hem al dan niet voor het assisenhof te brengen. De KI kan ook oordelen dat Beckmann buiten vervolging moet worden gesteld omdat de bewijslast te licht is. Tot op heden is noch het ene, noch het andere gebeurd.
“Heel terecht”, merkte Beckmanns advocaat Walter Damen op in de krant Het Laatste Nieuws. “Hij kan het onmogelijk hebben gedaan.” De raadsman baseerde zich voor die uitspraak op de inzage van het dossier. “Hoe kun je eerst twee kogels door je arm schieten en vervolgens het pistool met je rechterhand tegen je linkerslaap plaatsen en dan je eigen oog eruit schieten?”
Wim Beckmann zelf is er altijd al gerust in geweest. In een interview met Gazet van Antwerpen zei hij ooit: “De motivering van het gerecht in Turnhout is bijzonder mager. Zo rap ben ik niet uit mijn lood geslagen. Ik ben hoopvol dat ik buiten vervolging word gesteld. En als ze met dit dossier toch naar assisen gaan, dan triomfeer ik met glans.”
“Onbegrijpelijk”, blijft het oordeel van de speurders die destijds het onderzoek mee uitvoerden. “Waarom verschijnt die man niet voor een rechtbank? Deze zaak stinkt. Wij begrijpen de houding van het parket-generaal niet. Er is tenslotte een jonge vrouw vermoord.”
Dertien jaar na de moord en zes jaar na het afsluiten van het onderzoek lijkt de normale wettelijke termijn waarbinnen een zaak, na het afsluiten van het onderzoek, voor de rechter moet worden gebracht, bovendien flink overschreden.