Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Het wordt zaak om niet te zot te doen”
Wie de topfavoriet bij België is? “Wout dan toch meer dan ik”, luidt het antwoord van Remco Evenepoel. Hoewel hij van alle getipte namen al het langst in Tokio zit, blijft hij opvallend voorzichtig wanneer het over zijn eigen ambities gaat. “Omdat het op dit parcours alle kanten uit kan. Maar dat het een spectaculaire koers wordt, staat vast.”
Bondscoach Sven Vanthourenhout zegt nochtans dat je cijfers bijzonder goed zijn. Hij is nog beter dan op het BK, klinkt het. En daar maakte je al indruk.
“Dat is zeker een goed teken. En het klopt. Op hoogtestage in Livigno heb ik nog stappen gezet. De waardes waarmee ik in de Giro nog worstelde, haal ik nu wel redelijk vlot. Maar of dat iets zegt voor zaterdag?”
De algemene teneur is anders wel dat België twee topfavorieten heeft.
“Wout is dat dan toch meer dan ik. Als je ziet hoe hij de voorbije weken vliegt... Hij heeft de vorm van zijn leven te pakken. Bovendien heeft hij altijd gezegd dat zijn Tour in functie van de Spelen zou staan. Dat is hem goed gelukt. Hij ziet er scherp en fris uit. Deze Wout moet geen schrik hebben van het parcours.”
Jij hebt het parcours wel al volledig verkend. Wat is je indruk?
“Dat het zwaar is. Heel zwaar. Er is bijna geen meter vlak. Daar komt dan nog de warmte bij. En de afstand. Eerst tien kilometer neutralisatie, dan nog eens 234 kilometer. Dat gaat doorwegen. Ik vergelijk het met San Sebastian. Een lange klim in het midden gevolgd door een aantal steile hellingen in de finale. Maar het is wel een parcours naar mijn smaak.”
Toch blijf je opvallend voorzichtig over je eigen kansen.
“Omdat dit het jaar van de overgang blijft. Op 15 augustus zal het een jaar geleden zijn dat ik gevallen ben in Lombardije. Het is een beetje jammer om te zeggen, maar de rest van dit seizoen gebruik ik om op zoek te gaan naar het niveau van voor mijn val. Misschien komt dit nu al, misschien pas op het EK of het WK, misschien pas volgend jaar. Maar dat zal ik moeten accepteren. Ik laat niets aan het toeval over en ik werk keihard, maar het is het lichaam dat groen licht moet geven. Tot dan zal ik geduldig moeten zijn.”
Maar je voelt je wel goed en sterk?
“Het gevoel is zeker oké. Maar zelfs als je op dit parcours een goede dag denkt te hebben, kan dat in die hitte zo omslaan. Het zal alles of niets worden.”
Is dat waarom ook de bondscoach zegt dat Van Aert momenteel een streepje voor heeft op jou?
“Het is duidelijk… (Evenepoel wijst naar een eindje voor de finish,
red.). Als Wout al die beklimmingen overleeft, moeten we hem ginder, op 200 meter van de finish, afzetten en dan is het aan hem. Die Mikuni Pass wordt voor hem het moeilijkste punt. Voor een renner van 75 kilo is die echt wel steil. Er zitten stukken van 20 tot 25 procent tussen. Dat is immens. Ik vergelijk het met de Mortirolo, alleen wat korter. Het probleem is dat het een brede weg is, zodat je niet echt ziet dat het bergop loopt. Maar je voelt het wel. Je zit er bovendien vol in de zon, en dat allemaal na 200 kilometer en zes uur koersen. Dat gaat onwaarschijnlijk lastig worden.
Het wordt zaak om niet te zot te doen. En zeker niet te vroeg te zot. Als je hier je cartouche te vroeg verschiet, kunnen je benen serieus ontploffen. Vooral omdat zich hier zoveel situaties kunnen voordoen. Het kan allemaal op de laatste klim gebeuren, je kan met een groep van tien man naar de streep komen, maar evengoed kom je man per man binnen. Het wordt een spectaculaire koers.”
“Wout is toch meer favoriet dan ik. Als je ziet hoe hij de voorbije weken vliegt...” Remco Evenepoel