Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Het begon met kolen en savooien en dat kunstwerk maken we nu opnieuw”
Vijftig jaar geleden verkocht Ronny Van de Velde (69) zijn eerste kunstwerkjes. De kunstwereld in België zou nadien niet meer dezelfde blijven. In vijf opeenvolgende tentoonstellingen blikt het M HKA terug op de carrière van de kunsthandelaar die Panamarenko deed vliegen en musea de loef afstak met absolute topnamen als Marcel Duchamp. Dochter Sofie Van de Velde groeide de jongste jaren evenzeer uit als promotor van moderne kunst. maar over vader Ronny publiceert Uitgeverij Ludion nu een vuistdik fotoboek. Ronny Van de Velde selecteert en becommentarieert zijn tien cruciale momenten.
1 LEERMEESTER JOHN TROUILLARD
Ronny Van de Velde liep school aan het Stedelijk Instituut voor Sierkunsten in de Cadixstraat en kreeg daar les van John Trouillard, die hem boeken leerde ontwerpen en hem soms meenam naar zijn vooruitstrevende galerie Ad Libitum. “Trouillard runde met zijn vrouw de eerste internationale galerie van Antwerpen. Hij exposeerde Tinguely, Yves Klein, Christo en Jef Verheyen. Op een dag toonde hij me de Marilyn Monroe’s van Warhol die hij uit Amerika had meegebracht. Een keer nodigde hij me uit om kunstwerk te gaan leveren in Engeland. Van hem heb ik veel opgestoken en ik beschouw hem als de pionier van hedendaagse galeries in Antwerpen.”
2 VERTEERBARE KUNST VAN JEF GEYS
De allereerste tentoonstelling die hem echt uit zijn lood sloeg, was ‘Verteerbare kunst: groenten en brood’ van Jef Geys. Het evenement vond plaats in contestatiejaar 1968 in galerie Kontakt van Guy Schraenen op het Conscienceplein. “Toen besefte ik dat er nog andere kunst bestond dan wat er in het Museum voor Schone kunsten hing. Jef Geys stelde er kolen en savooien uit zijn tuin tentoon en achteraan broden. Van die expositie bestaat niets meer, buiten wat wazige foto’s. Voor het eerste luik van de vijf tentoonstellingen die het M HKA me vroeg te maken over mijn loopbaan, reconstrueer ik die installatie van Jef Geys. Ik heb een bakker gevonden die dezelfde broden levert en tijdens de expo wisselen we twee keer van groenten.”
3 EERSTE AANKOOP: WOUT VERCAMMEN
Als teenager maakte Ronny Van de Velde de contestatie mee. In Amsterdam kwam hij in contact met provo’s en kabouters, in Antwerpen leerde hij de voortrekkers van de happenings kennen: Wout Vercammen, Hugo Heyrman en Panamarenko. “Heyrman en Panamarenko heb ik voor het eerst gezien toen ze in de Groene Waterman op zoek waren naar het tijdschrift Aloha. Later zag ik hun werk in Wide White Space. Van Vercammen heb ik mijn allereerste kunstwerk gekocht. Het schilderij ‘A well considered idea of an art work’ heb ik destijds achtergelaten bij een vriend. Die raakte in geldnood en verkocht het door. Enkele jaren geleden dook het plots op een veiling op en heb ik het voor de tweede keer gekocht.”
Ronny Van de Velde
4. ALS KUNSTENAAR MET NAMAAKGRAS IN VACUUM
Weinig bekend: Ronny Van de Velde probeerde het heel even als kunstenaar. In galerie Vacuum op de Cogels Osylei, geleid door Filip Francis en Luc Deleu, presenteerde hij van 9 tot 23 mei 1971 ‘Garden objects’. “Ik leefde toen als een zwerver op gelegenheidsadressen, onder andere in het Gouden Huis waar Panamarenko werkte, en probeerde ook kunst te maken. Kunstgras en bloemen, appels en tomaten in kunststof, een beetje ecologische popart. Het was bedoeld als protest tegen de wereld van plastic en wegwerpartikelen. Ik heb enkele werken verkocht, maar het is bij die ene expo gebleven omdat ik snel inzag dat anderen veel betere kunstenaars waren dan ik. Toen Luc Deleu me later vroeg wat hij met mijn achtergelaten kunstobjecten moest doen, heb ik gezegd dat hij ze mocht wegsmijten. Zo blijft er zo goed als niets meer over van mijn kunstproductie. Zelfs een affiche bezit ik niet meer.”
5. SCHMALZIGAUG IN AMERIKALEI
Begin jaren zeventig begon Ronny van de Velde met een boekenantiquariaat in de Volkstraat en daarna een brocantehandel in de Hoogstraat. Al snel bleek dat hij een neus voor kunst had. Schatten vond hij op de Vrijdagmarkt, in Antwerpse roepzalen als Dixi en Napoleon, maar al snel ook bij Sotheby’s en Christie’s in Londen. “Het ging goed en ik had een plek nodig om tentoonstellingen te maken. Samen met mijn vrouw Jessy heb ik dan een herenhuis op de Amerikalei ingericht als galerie en woonst. De eerste expositie was met Victor Servranckx. Daarna brachten we ook andere vergeten pioniers als Edmond Van Dooren, Jozef Peeters en Jules Schmalzigaug onder de aandacht. Voor Schmalzigaug hebben we de familie opgespoord en een eerste boek gepubliceerd.
Veertig jaar later leidde dat tot een tweedelige oeuvrecataloog en hebben we werken van hem aan het Museum voor Schone kunsten in Antwerpen en Kröller-Müller verkocht.”
Kunsthandelaar
“Het boek dat ik op vraag van het M HKA maakte over mijn carrière, groeide uit tot duizend pagina’s, dikker kon niet, maar volgend jaar komt er nog een vervolg.”
6 WARHOL IN ZUIDERPERSHUIS
In de Amerikalei kwam ook hedendaagse kunst aan bod van Jan Fabre en Panamarenko, naast grote buitenlandse namen zoals Mario Merz, Bruce Nauman en Gilbert & George. Daarvoor deed hij vaak een beroep op de gereputeerde galeriehouder Konrad Fischer uit Düsseldorf