Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik ging eigenlijk om bidons”
Strandt na impulsieve solo van bijna 50 kilometer net onder vod
Een kleine versnelling om bidons op te pikken mondde uit in een solo van net geen 50 kilometer. Dries De Bondt (30) ging op zoek naar verfrissing, trok dan maar door om waaiervorming voor te zijn en toen die er niet kwam, dokterde hij een plannetje uit dat hem tot op één kilometer van ritwinst bracht. Impulsief en naïef, maar hij zorgde tenminste voor wat spanning in een voorts saaie rit. “Ik had toch nog geen pijl verschoten in deze Giro.”
Het Giro-peloton stoof gisteren van Santarcangelo di Romagna naar Reggio Emilia. De blakende zon zorgde voor broeierige temperaturen, die flirtten met de 30 graden. Hydrateren is op zo’n dag belangrijk en net dat aspect zorgde er mee voor dat Dries De Bondt tegen wil en dank aan een Mathieu van der Poel-solo begon. “Ik wist dat er net na een bocht verzorgers van onze ploeg stonden aan de rechterkant, maar we zaten net allemaal links gepositioneerd. Om zeker te zijn dat ik frisse bidons kon aannemen, reed ik dan maar even voor het peloton uit.”
De Bondt kreeg ongevraagd wat ruimte en besloot er dan maar gebruik van te maken. “Er was al een paar keer een moment geweest dat het bijna tot waaiervorming kwam en ik wist dat de wind opnieuw zou draaien. Dus ik besloot om daar wat te blijven. Als ze de boel dan op de kant zouden zetten, kon ik makkelijk inpikken bij de eerste waaier.”
Plannetje
Het peloton doet net wat De Bondt niet verwachtte en vertraagt. Plots heeft hij zonder er echt erg in te hebben een voorsprong van bijna twee minuten. Hij waagt het erop. “Niet geschoten is ook mis. Ik wist dat er veel rugwind stond in de finale en ging gewoon mijn kans, maar niet zonder een plannetje. Ik wist dat ze met me zouden spelen als ik meteen voluit zou gaan rijden. Dus koos ik voor een stabiel tempo en hield ik nog iets achter de hand. Zo liet ik eigenlijk het peloton bepalen of ze mij wilden grijpen of niet. Op twintig kilometer van de meet kwamen ze erg dichtbij. Toen gokte ik dat ze me weer wat lieten rijden en dat gebeurde ook. Dat geluk moet je wel hebben in zo’n onderneming.”
Het teken voor De Bondt om zijn inspanning door te trekken. Ook al voelt hij niet meteen het volste vertrouwen vanuit de ploegleiderswagen. “Ze waren eigenlijk een beetje met mij aan het lachen, maar dat stopte wel op het einde. We hadden vooraan allemaal een 56 laten steken omdat er in de finale veel rugwind zou zijn. Ik moest af en toe een stukje overbruggen, maar doorgaans zat de wind mee en kon ik mijn 56x11 makkelijk rond krijgen. Ik wist dat ze in het peloton niet veel sneller zouden kunnen rijden dan dat. Als er al een kans op slagen was, zou het nipt zijn, maar ik wist dat ik ze zou doen afzien.”
Tweede kans
Heel even gaat De Bondt echt geloven in zijn kansen. Diep in de finale blijft zijn voorsprong behoorlijk stabiel hoewel de sprinterstreinen zich achter hem organiseren. “Tussen kilometer zes en twee van de finish begon ik echt te denken dat het zomaar eens kon lukken. De adrenaline neemt het dan over en je weet dat je er bijna bent. Ik keek om op vier kilometer en nog eens op drie kilometer van de meet en ik zag het peloton niet. Dat gaf me Ik had nog één over, maar die vloog net niet ver genoeg. Toen ik op twee kilometer van de streep nog eens keek, zag ik de trein van Démare en wist ik dat het over was. Net onder de vod van de slotkilometer pakten ze mij terug. ”
Hij zat er niet mee in. De Belgische kampioen van 2020 zinde een heel klein beetje op wraak nadat er in de zaterdagetappe een en ander was misgelopen. Hij was de man die toen samen met Mathieu van der Poel mee in de aanval had moeten gaan. “We zijn naar deze Giro gekomen om zo veel mogelijk ritten te winnen. De kansen voor mij om er eentje te pakken, zijn beperkt. Eigenlijk was die rit in Napels een mogelijkheid voor mij, maar toen verpestte ik het. Daarom besloot ik nu maar eens om ervoor te gaan. Het was vooraf duimoral. fusée delijk dat Mathieu niet zou meedoen in een sprint, dus dacht ik eens een andere truc uit mijn hoed te toveren. Ik had in deze Giro eigenlijk nog geen pijl verschoten en heb me niet in de prak gereden. Nu eventjes van deze inspanning bekomen en dan probeer ik zeker nog eens zo’n pijl af te vuren.”