Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De lokale beroemdheid die werd gefusilleerd voor collaboratie
Achter ‘Meisje met Geit’ aan Stadspark schuilt tragisch oorlogsverhaal in Nîmes
Lieflijk ziet het eruit, het beeld van het meisje met haar favoriete geit. Maar achter dit bucolische kunstwerk van de Fransman Marcel Courbier schuilt het tragische oorlogsverhaal van Marcelle, de lokale beroemdheid die na de oorlog genadeloos werd aangepakt door de repressie.
Antwerpenaars konden dit fraaie werk van de Zuid-Franse kunstenaar voor het eerst bewonderen in 1930, in het Franse paviljoen van de Wereldtentoonstelling op het Kiel. Na de expo kreeg onze stad het beeld cadeau en het staat nu al sinds de jaren dertig in het grasperk van de Louiza-Marialei, naast het Onze-LieveVrouwecollege tegenover de hoofdingang van het Stadspark aan de Rubenslei.
Het meisje met het grappige Prinses Leia-kapsel is naakt en zit achteroverleunend op haar knieën. In haar rechterhand houdt ze een maïskolf vast waarmee ze met succes haar lievelingsgeit tot bij zich lokt. Het Antwerpse exemplaar is in brons gegoten, maar het oorspronkelijke beeld maakte Marcel Courbier al in 1925 in marmer, in opdracht van zijn geboortestad Nîmes. 15.000 Franse frank kreeg Courbier ervoor, de helft van het bedrag kwam van een subsidie van het ministerie van Schone Kunsten.
Het gemeentebestuur van die Franse stad tussen Montpellier en Avignon plaatste het beeld prominent in Les Jardins de la Fontaine. Dat is het stadspark in het oudste deel van Nîmes, aan de bron waar de Romeinen in de eerste eeuw hun badhuizen bouwden. In dat park bleef de groep tot diep in de Tweede Wereldoorlog staan. Maar in de lente van 1942 begon de miserie. Op een ochtend was de arm van het meisje afgebroken en spoorloos. Pas anderhalve maand later vonden ze de kapotte arm in een bosje. Courbier herstelde zijn beeld zelf, maar twee jaar later was het weer van jan. Het marmeren meisje met de Geit werd nu onherstelbaar beschadigd door onbekenden. De stadsdiensten haalden de resten weg. Het kunstwerk is nooit meer teruggezien.
Californische kust
Gelukkig waren er op dat moment al andere exemplaren in brons in omloop, zoals dat van Antwerpen. En een tweede marmeren exemplaar staat al sinds het eind van de jaren twintig in de tuin van Hearst Castle aan de Californische kust, het gigantische landhuis van de steenrijke Amerikaanse krantenmagnaat William Randolph Hearst, dat vandaag een museum is.
Pas later raakte ook buiten Nîmes bekend waarom het beeld tijdens de oorlog geviseerd werd. Het 17-jarige meisje dat halverwege de jaren twintig model stond voor Courbier heette Marcelle Battu. Ze woonde in de buurt van de beeldhouwer en was na de onthulling van het beeld een bescheiden beroemdheid geworden in haar geboortestad. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was ze een ravissante blondine, getrouwd met Albert Polge, de spits van voetbalclub SC Nîmes, die voor de oorlog ook drie keer voor de Franse nationale ploeg had gespeeld, onder andere in Brussel tegen de Rode Duivels.
Gestapo
Ondanks die huwelijkse staat zou Marcelle zich tijdens de Duitse bezetting van haar stad volgens sommigen iets te frivool onderhouden hebben met de vijand, onder andere met een jonge officier van de bezettingsmacht. Anderen beschuldigden haar er dan weer van dat ze verzetslui zou verraden hebben aan de Gestapo.
Nîmes werd bevrijd eind augustus 1944 en Marcelle werd nog dezelfde dag opgepakt door het verzet. De repressie was genadeloos in het Oud-Romeinse bolwerk. Veel collaborateurs werden er geëxecuteerd in de beroemde gladiatorenarena. Grote bewijzen voor collaboratie waren er niet tegen haar, maar in tegenstelling tot haar echtgenoot Albert, die ook terecht moest staan, kreeg Marcelle Battu geen genade. Na een kort proces, dat in Nîmes veel stof deed opwaaien, veroordeelde de rechter haar eind september ter dood. In de vroege ochtend van 2 oktober werd ze gefusilleerd. Ook het beeld waar ze voor geposeerd had, overleefde de oorlog dus niet.
Een dikke twintig jaar na de oorlog inspireerde het beeld van Courbier striptekenaar Willy Vandersteen. In het Suske en Wiske-album geeft Lambik het meisje zijn jas. De naakten kleden is immers een van de zeven werken van barmhartigheid, waarmee hij zich in dat album uit de sixties onledig houdt. Misschien heeft beeldhouwer Marcel Courbier die stripverwijzing naar zijn beroemdste werk nog gezien. De kunstenaar stierf in 1976 in Parijs. Na de oorlog maakte Courbier in opdracht nog meerdere kunstwerken om de heldendaden van het Franse verzet in de verf te zetten.
Het verhaal van Marcelle Battu inspireerde nog niet zo lang geleden de jonge Franse schrijver Jean-François Roseau. Hij bracht twee jaar geleden
uit, niet toevallig ook de oorspronkelijke titel van het beeld van Courbier. Het werd een bestseller in Frankrijk en de Académie Française bekroonde het boek met een literaire prijs. au Chevreau
De
Zeven Snaren
La Jeune Fille