Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Turkse Poppenrover start hopelijk met massamoord op processierupsen
Mezen, sluipwespen: de voorbije jaren werd er volop geëxperimenteerd met natuurlijke vijanden om de processierupsen zonder biociden onder controle te krijgen. De nieuwste hoop? Vanuit Turkije werd anderhalve maand geleden een legioen grote poppenrovers ingevoerd.
werden in een afgesloten gaastent op Campus Vesta in Emblem (Ranst) de eerste poppenrovers op jonge eikjes met processierupsen losgelaten. “Ze moeten nog wennen aan het Vlaams ritme en klimaat”, klonk het. “Blijkbaar smaakt een eikenprocessierups anders dan een Turkse rups en willen ze in de zomer onder de grond kruipen. Maar die omschakeling komt wel in orde.”
Dankzij het nat voorjaar en de koude maand augustus in 2021 wijzen alle signalen erop dat 2022 een jaar met relatief weinig processierupsenhinder wordt. Maar volgend jaar kan de plaag weer volop toeslaan. Het proefproject met de Turkse kevers kaMaandag dert in het bredere Europees project: LIFE Eikenprocessierups. Hierin werken vijf Belgische en Nederlandse provincies en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek samen aan het biocidenvrij beheer van de rups met de irriterende haartjes.
Meer kruipen dan vliegen
Eigenlijk is de poppenrover dus een exoot: “Maar wij denken niet dat ze een bedreiging gaan vormen voor andere vlindersoorten”, zegt Kathleen Verstraete, eikenprocessierupsenexpert van de provincie Antwerpen. “Tot dusver konden we ze enkel in het labo observeren, waar we merkten dat ze meer kruipen dan vliegen. Als we ze loslaten, krijgen ze een zender van anderhalve millimeter op hun halsschild, waarmee we bijvoorbeeld kunnen volgen hoe ver ze vliegen. Het wordt dus een gecontroleerde herintroductie.”
Grote poppenrovers blijken pleziermoordenaars. “Ze doden eerst vijftien processierupsen, om pas de zestiende op te eten”, zegt Luc Crevecoeur van de provincie Limburg, die al ondervond dat ze ook stevig kunnen bijten. “Ze hebben sterke kaken waarmee ze de rupsen openknippen. Je moet ze vastpakken als een sigaret, aan de zijkanten.”
Jan De Haes, gedeputeerde voor Milieu en Natuurbeleid: “Dit is een uniek onderzoeksproject voor West-Europa, met zeer veel interesse gevolgd door onze Nederlandse projectpartners en onze Limburgse collega’s. De poppenrovers krijgen nu een jaar om zich aan te passen in België. Deze kever veroorzaakt veel minder collateral damage of nevenschade dan wanneer je bijvoorbeeld de processierupsen uit de nesten gaat wegbranden, waarbij alle andere insecten ook sterven.”