Gazet van Antwerpen Stad en Rand
VOLG ALLE ACTIE VAN GRASPOP METAL MEETING LIVE OP GVA.BE
Op de weide van Graspop rijden honderden rolstoelgebruikers rond.
Niet minder dan 525 bezoekers van Graspop met een beperking krijgen extra begeleiding van de organisatie Inter. Daar zijn heel veel rolstoelgebruikers bij. Inge Nys (32) uit Antwerpen en Tomas Verheyden (34) uit Mechelen gingen vroeger ook al naar Graspop. Nu zitten ze respectievelijk door een ongeval en een beroerte in een rolstoel, maar ze maken daarom niet minder plezier. “Als ik hier uit mijn stoel val, staan er twintig mensen klaar om me op te rapen”, zegt Inge.
Inter is een organisatie die mensen met een beperking helpt. Dat gebeurt bijvoorbeeld op festivals zoals Graspop, waar rolstoelgebruikers op een verhoogd plateau kunnen zitten voor het hoofdpodium, en waar ook een camping voor rolstoelgebruikers is ingericht. In totaal kreeg Inter voor Graspop dit jaar 525 aanvragen van mensen die begeleiding nodig hebben. “Dat is een heel diverse groep van mensen”, zegt Thomas Desmet, verantwoordelijk voor Graspop bij Inter. “Het gaat onder meer om rolstoelgebruikers, maar ook om mensen met andere fysieke beperkingen die bijvoorbeeld een klapstoel nodig hebben, of die speciale medicatie of aangepaste voeding moeten nemen.”
De honderden rolstoelgebruikers zijn wel de meest zichtbare groep op het terrein. Inge Nys is een van hen. “Ik kom al sinds mijn
15de naar dit festival”, zegt de 32jarige Inge. “Vroeger zat ik niet in een rolstoel en kon ik alles meedoen. Maar door een ongeval zijn
mijn beide benen verlamd geraakt. Daardoor is het op Graspop natuurlijk niet meer dezelfde ervaring als vroeger. In de namiddag kan ik vanop de weide de optredens wel zien. Maar als de headliners eraan komen, zoals Iron Maiden donderdag, is er te veel volk en zie ik helaas niets. Gelukkig kan ik wel nog van de muziek genieten.”
Handdoekleggers
“Er is wel een speciaal verhoog waarop rolstoelpatiënten de optredens op het hoofdpodium goed kunnen zien, maar dat podium staat al snel vol”, zegt Inge. “Er zijn helaas enkele ‘handdoekleggers’ bij. Zoals mensen op het strand of aan het zwembad soms een handdoek leggen om hun plaatsje te reserveren, laten sommige rolstoelgebruikers op dat verhoog hun rolstoel achter, terwijl ze dan bijvoorbeeld op krukken het festivalterrein op gaan. Ook mensen met een lichte handicap mogen op dat verhoog. Je hebt alleen een medisch attest nodig.”
Maar die minpunten bederven haar festival zeker niet. “Ik ben door het tumult rondom mij wel eens uit mijn rolstoel gevallen”, zegt Inge. “Dan staan er onmiddellijk twintig mensen klaar om mij op te rapen. En wie op het kampeerterrein van Inter bijvoorbeeld hulp nodig heeft om te douchen, krijgt die ook. Ik raad iedere rolstoelgebruiker dus aan om naar Graspop te gaan.”
Slalommen op festivalterrein
Daar is Tomas Verheyden het helemaal mee eens. “Als rolstoelgebruiker heb ik zelfs voordelen”, zegt Tomas. “Het geluid op ons verhoog, dat zich recht voor het hoofdpodium bevindt, is bijzonder goed.” Thomas komt al sinds 2007 naar Graspop. “Je kon me er geregeld in de moshpit terugvinden”, zegt hij. “Dat waren geweldige ervaringen. Maar ik heb enkele jaren geleden een beroerte gekregen, waardoor mijn hele linkerkant verlamd is. Het is nu mijn eerste Graspop in een rolstoel. Maar het is niet minder leuk. Iedereen helpt me. Mensen van In
Inge Nys Tomas Verheyden
ter gaan zelfs eten halen voor mij, zodat ik zelf niet hoef aan te schuiven. Een rolstoel is natuurlijk niet zo handig als het heel druk is op het festivalterrein, maar dan slalom ik gewoon tussen iedereen door. Dat gaat ook.”
“Vroeger kon je me geregeld in de moshpit vinden. Maar als gevolg van een beroerte is intussen mijn hele linkerkant verlamd. Het is nu mijn eerste Graspop in een rolstoel. Maar het is niet minder leuk.”
De Oekraïense metalgroep Jinjer heeft van de Oekraïense overheid de toestemming gekregen om vrijdagavond op Graspop op te treden. De groep komt uit Donetsk, een stad die in handen is van pro-russische rebellen. “Vrienden van ons worden daar nu ingezet als kanonnenvlees”, zegt bassist Eugene Abdukhanov.
Jinjer is een vierkoppige groep (drie mannen en een zangeres) die progressieve metalcore speelt. De band was voor de oorlog in Oekraïne al aan een opmars bezig, en ziet zijn aanhang sinds het conflict nog verder toenemen. De groep heeft een T-shirt uitgebracht in geel en blauw, de kleuren van de Oekraïense vlag, met het opschrift ‘We want our home back’ (we willen onze thuis terug). “Met de verkoop van die T-shirts hebben onze fans al
130.000 euro ingezameld om slachtoffers van de oorlog in ons land te helpen”, zegt bassist Eugene.
“Wij kiezen zelf waar die centen naartoe gaan. Intussen is al
55.000 euro van het ingezamelde geld gedoneerd. Bijvoorbeeld aan iemand wiens huis door de Russen is gebombardeerd. We hebben voor hem een generator gekocht, zodat hij weer elektriciteit heeft en zijn huis stap voor stap weer kan opbouwen. Voor een afdeling van ons leger hebben we onder meer Ehbo-kits en kogelvrije vesten gekocht. Het geld komt echt van overal. Ook enkele Russische fans hebben geld gegeven.”
Kanonnenvlees
Eugene Abdukhanov is, net als de andere bandleden, opgegroeid in Donetsk. Die Oost-oekraïense stad is nu in handen van pro-russische rebellen, en wordt door Rusland niet meer als een stuk van Oekraïne gezien. “Natuurlijk beschouw ik die stad wél nog altijd als een deel van ons land”, zegt Eugene. “Maar het is al acht jaar niet meer echt in handen van Oekraïne. Er is een hele generatie aan het opgroeien die te horen krijgt dat ze niet tot mijn land behoren. Dat kun je niet zomaar ongedaan maken.”
“Veel van mijn familieleden wonen nog in Donetsk”, zegt Eugene. “De andere bandleden en ik zijn er weggegaan in 2014, toen Rusland de Krim is binnengevallen. Sommige van onze vrienden, die met ons in een band speelden toen we nog niet onder de naam Jinjer optraden, zijn wel gebleven en worden er door het regime gedwongen om wapens te hanteren en bij het leger te gaan. Ook al hebben ze op dat vlak geen enkele ervaring. Ze worden ingezet als kanonnenvlees.”
Niemand veilig in Kyiv
Eugene en de andere bandleden zijn naar de Oekraïense hoofdstad Kyiv verhuisd. Is het daar veiliger? “Om eerlijk te zijn: niemand voelt zich daar nog veilig”, zegt Eugene. “Elk halfuur krijg ik een alarmbericht op mijn smartphone omdat er een raket kan neerstorten. In het begin vluchtte ik nog naar de schuilkelder. Nu niet meer. Daardoor kan het verkeerd aflopen, maar we zijn die alarmberichten al zo gewoon geworden.”
Jinjer heeft van het Oekraïense ministerie van Cultuur de toestemming gekregen om het land te verlaten en aanwezig te zijn op de Europese festivals. “We willen zo de boodschap verspreiden van wat er in ons land gaande is”, zegt Eugene. Is hij zelf opgeroepen om mee te gaan vechten? “Neen, omdat de overheid in stappen werkt”, zegt de bassist. “Eerst worden de militairen opgeroepen, daarna andere mensen die met een wapen kunnen omgaan, daarna de vrijwilligers en pas daarna de rest van de bevolking.” “Als ik word opgeroepen, zal ik gaan. Maar ik hoop om niet in een
Eugene Abdukhanov
Bassist van Jinjer
“Ik geloof sterk in een overwinning voor Oekraïne. Zonder die overwinning zal mijn land niet meer bestaan.”
positie terecht te komen van waaruit ik iemand kan doden. Echt niet.” Eugene krijgt het even moeilijk en zoekt naar woorden. “Ik kan me gewoon niet inbeelden dat ik op iemand zou schieten”, zegt hij. “Maar als het moet … Weet je, ik geloof sterk in een overwinning voor Oekraïne. Zonder die overwinning zal mijn land niet meer bestaan.”