Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Boeren met gronden rond vliegveld bezorgd over nieuwe eigenaar
Dat het Agentschap Natuur en Bos sinds 14 juni de nieuwe eigenaar is van ongeveer 170 hectare van het vroeger reserve Navo-vliegveld van Malle, wordt over het algemeen positief onthaald. Zeker omdat er in de toekomst ook wat wandel- en fietsverbindingen komen. Alleen leeft er bezorgdheid bij de boeren.
hangt een zwarte vlag aan ijshoeve Den Achtersten Dries, om te protesteren tegen het Pas-stikstofakkoord. Iets dat Jef en Jan Verheyen grote zorgen baart. Ze melken
90 koeien, wat een klein bedrijf is. “In Zoersel is er één oranje en voor de rest allemaal groene bedrijven”, zegt Jef. “Maar in 2025 verwachten wij nog een emissieverlaging. Als je al een vrij klein bedrijf hebt en je moet nog inkrimpen, wordt het moeilijk.”
Los daarvan komt er het nieuws over het vliegveld bij. Het Agentschap is nu de nieuwe eigenaar van
170 hectare, terwijl integraal waterbedrijf Pidpa eigenaar is van de overige 42 hectare. Een vijftal landbouwers uit de regio hebben al decennia een concessie met Defensie om er de grond rond de startbaan te bewinnen. De vader van Jan en Jef sloot ook jaren geleden zo’n concessie af. De landbouwers mogen er alleen gras zaaien en maaien, geen maïs of andere gewassen.
Zero mest
Officieel weten de betrokken landbouwers nog niet dat ze een nieuwe ‘huisbaas’ hebben en wat de gevolgen zijn. “Maar we hebben destijds bij het opstellen van het RUP hard geijverd dat de landbouw er kon blijven bestaan”, zegt schepen van Landbouw Luc Kennis (CD&V). “Onder nieuwe voorwaarden, dat wel, want het hele gebied ligt in habitatrichtlijn van de Europese Unie. In 2028 zou er niet meer bemest mogen worden, in 2030 zou een deel van de landbouw moeten stoppen en in 2050 zou alle landbouw er verdwenen moeten zijn. Dat er niet meer gemest mag worden, zal voor een veel kleinere opbrengst zorgen. Zonder mest groeit er niks”, zegt schepen Kennis. “Daarom hebben we ook wel in het RUP afgedwongen dat dan op zijn minst de rijverenigingen uit de vijf gemeenten waarin het vliegveld ligt of waar het aanpaalt, hier tussen 1 mei en 5 oktober ruitertornooien mogen organiseren, gezien die weilanden hier minder waardevol worden.”
Omdat zonder bemesting de opbrengst van het maaibeheer van de weilanden rond het vliegplein kleier ner zal worden, moeten de boeren op termijn extra weilanden zoeken. “En dat is moeilijk want de druk op landbouwgrond is hier al heel hoog. Als ze dan alles in natuur blijven omzetten, wordt het nog moeilijker”, zegt Jef. “Wat mij nog meer zorgen baart is dat ze blijkbaar van het Zoerselbos en het vliegveld een groot robuust natuurgebied willen maken. Als ze al die natuurgebieden gaan verbinden, blijft er almaar minder echte landbouwgrond over, terwijl landbouw ook natuur is. De landbouw maakt deel uit van het landschap.”
Die bezorgdheid deelt schepen Kennis. “Als ze Zoerselbos, het vliegveld, Blommerschot, de Lovenhoek en alles willen verbinden, dan zitten onze landbouwers op de duur ook in een soort Turnhouts Vennengebied. Dan wordt het hier een reservaat. We moeten blijven vechten voor elke vierkante meter landbouwgrond in Zoersel”, zegt Kennis.
De Sint-bernardusabdij is een favoriete (fiets)uitstap tijdens de zomer. Het Gilliot- en Roelants Tegelmuseum speelt daarop in en opent een nieuwe wisseltentoonstelling met parels uit het interbellum. Blikvanger is een subliem tegelpaneel met landbouwscènes dat het museum hoopt te kunnen aankopen.
Gilliot- en Roelants Tegelmuseum heeft iets te vieren want het is 125 jaar geleden dat in Hemiksem de bekendste tegelfabriek van België werd gesticht. De Manufactures Céramiques d’ Hemixem ging in 1898 bescheiden van start aan de Scheldeoever maar groeide tegen 1911 al uit tot de grootste producent van keramiektegels van het land. Op zijn piek werkten er 1500 arbeiders en verlieten 450.000 tegels per dag de ateliers.
De fabriek die bekend werd als Gilliot & Cie blonk ook uit in kwaliteit. Dat was vooral het werk van Joseph Roelants die weelderige ontwerpen in art nouveau en art deco bedacht. In 1978 stopte het bedrijf en werden de ateliers ontmanteld. Gelukkig werden werktuigen en vooral een grote collectie tegels bewaard en ondergebracht in het Gilliot & Roelants Tegelmuseum. Dat vond in 1988 onderdak in een bijgebouw van de Sint-bernardusabdij.
Dankzij een schenking van de Koning Boudewijn Stichting beheert het museum ook de fenomenale collectie van 9.000 tegels van Roberto Pozzo. Dat stelt het museum in staat om ook jaarlijks een gestoffeerde wisseltentoonstelling samen te stellen. Ging de vorige expo over de art nouveau, dan belicht Tussen twee oorlogen: de Belgische tegel van art nouveau naar art deco en modernisme de tweede bloeiperiode van de tegelkeramiek. Na de Tweede Wereldoorlog zouden serieproductie en andere materialen de artistieke siertegel verdringen. Het interbellum wordt in de nieuhet