Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik heb de indruk dat er met mij geen rekening wordt gehouden”
Sara Van de Vel hoopt opnieuw te kunnen verrassen op het BK Elite 2-renner Senne De Meyer wil beter doen dan achtste plaats “Goeie indeling wordt cruciaal”
Twee jaar geleden was Sara Van de Vel de verrassing op het BK tijdrijden. Tegen Lotte Kopecky kon ze niet op, maar met een tweede plaats toonde ze zich de beste van alle andere deelneemsters. En dat voor een ex-triatlete die op dat moment nog maar aan haar eerste koersweken bezig was.
“Je mag ook niet vergeten dat 2020 toen het coronajaar was, met een seizoen dat pas in juli startte”, zet de renster uit Lint een en ander zelf in perspectief. “Op het circuit van Zolder werden er toen twee testtijdritten georganiseerd, die ik allebei won. Vandaar dat ik in Koksijde als de runner-up van Kopecky werd opgevoerd. Met die tweede plaats ontgoochelde ik geenszins. Vorig jaar ging het me minder goed af op het BK. Ik kwam ten val door een bocht verkeerd in te schatten en werd uiteindelijk pas elfde. Over mijn kansen op een mooie uitslag dit jaar blijf ik eerder wat op de vlakte. Wat ik wel weet, is dat er enkele jongere meisjes, zoals Shari Bossuyt en Julie De Wilde, beduidende vorderingen hebben gemaakt in het rijden tegen de tijd. Daar dient alvast rekening mee gehouden te worden.”
Wat haar conditie betreft , maakt de renster van het team IBCT zich niet meteen zorgen.
“Fysiek en mentaal ben ik in orde, hoewel mijn uitslagen dat misschien niet meteen doen vermoeden. Op training vlot het alvast heel goed en de laatste weken is dat ook te merken in de wedstrijden. Zo kwam ik in Dwars door de
Westhoek ten val en eer ik in de achtervolging kon gaan, was er al een grote kloof met de rensters voor mij. Toch heb die kloof in mijn eentje kunnen dichten. In Borsbeek heb ik tientallen kilometers in mijn eentje aan de leiding gereden. Ik werd uiteindelijk ingerekend, maar ik was toch heel tevreden over die prestatie. In de gravelrace in het Hageland vorige week reed ik lek op een heel slecht moment, maar ook daar ben ik in mijn eentje teruggekeerd naar de groep.”
Hulp van Victor Campenaerts
Maandag is Van de Vel al naar Gavere afgezakt om er te logeren bij Victor Campenaerts.
“Victor heeft me twee jaar geleden ook geholpen en tips gegeven. Hij zal niet nalaten dat ook nu te doen. Ik heb ruimschoots de tijd gekregen om het parcours te verkennen. Ik heb dat nodig om me te kunnen focussen op die tijdrit. Vorig jaar was ik tot daags voor het kampioenschap thuisgebleven, maar dan was ik voortdurend met andere dingen bezig. Nu telde de voorbije dagen enkel dat BK. Voordeel voor mij is dat er geen enkele druk op mijn schouders ligt. Ik heb de indruk dat er met mij geen rekening wordt gehouden. Dat was de vorige twee jaar anders. Des te beter, dan kan ik enkel maar verrassen en dat zou ik ook graag doen. Alleen moet alles in orde zijn. Soms kan ik al heel onverwacht een mindere dag hebben. Vandaar mijn voorzichtigheid om vooraf stoute uitspraken te doen.”
Met een prima prestatie, die hem een tweede plaats opleverde, maakte Senne De Meyer zondagmiddag in ‘s Gravenwezel best wel indruk. Zelf was hij vooral tevreden dat zijn conditie richting BK tijdrijden perspectief inhoudt voor een mooie uitslag.
“Ik heb de laatste weken veel met mijn tijdritfiets rondgereden met het oog op het BK”, benadrukt de Wuustwezelnaar nog eens zijn ambitie. ”Ik heb vernomen dat het een pittig parcours is in Gavere. Vooral een aantal stroken vals plat en een korte, maar wel vrij steile, helling in de laatste kilometer zullen ervoor zorgen dat je heel goed moet overwegen hoe die race over ruim 23 kilometer in te delen. De afstand op zich is voor mij geen probleem. Die is vergelijkbaar met de afstand van het PK tijdrijden, dat ik begin april won. Dat ben ik dus gewend al zullen de weersomstandigheden en het deelnemersveld op het BK totaal anders zijn. Mijn huidige conditie zorgt alvast voor vertrouwen. Vorig jaar werd ik achtste op het BK tijdrijden. Op zich was dat zeker niet slecht, maar toch had ik toen het gevoel dat het nog beter kon. Wat vorig jaar niet kon, moet dan dit jaar maar lukken. Als ik nog dichter in de buurt van de eerste vijf kan eindigen, zal ik deze keer hopelijk wel met een goed gevoel weer naar huis kunnen keren.”