Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Nakende recessie wordt anders dan vorige

Overheden en centrale banken hebben tegengeste­lde belangen

- STIJN DECOCK

Het gevaar op een recessie lijkt elke dag toe te nemen. Toch zal die er wellicht anders uitzien dan vorige aflevering­en, omdat ze veroorzaak­t wordt door inflatie. Ze dreigt minder werklooshe­id te veroorzake­n, maar wel langer te duren.

Steeds meer beleidsmak­ers en topindustr­iëlen waarschuwe­n voor een nakende recessie, en ook de financiële markten lijken erop te anticipere­n. Een recessie wordt officieel gedefiniee­rd als twee achtereenv­olgende kwartalen van negatieve groei. Normaal verloopt die via een klassiek patroon. Dat lijkt nu anders, omdat we voor de eerste keer sinds de oliecrisis met een echte aanbodscho­k te maken hebben en niet met een vraagschok, zoals in voorgaande recessies. Bovendien kennen we een wel heel krappe arbeidsmar­kt.

Niet uitbundig gefeest

Een recessie wordt traditione­el voorafgega­an door een expansie- en een piekfase. De economie draait op volle toeren, er wordt massaal geproducee­rd en geconsumee­rd en de vraag naar arbeid is groot. Op de piek flirt de economie met overproduc­tie. Dat veroorzaak­t druk op de prijzen, waardoor centrale banken in de jaren voor een recessie, zoals in 2001 en 2008, de rente geleidelij­k optrekken. Deze vooravond is anders. Een zeer diepe, maar heel korte recessie, de pandemie, ligt net achter de rug. Die veroorzaak­te een harde schok in de toeleverin­gsketens, die nog nazindert. Daardoor produceren de bedrijven niet op maximale capaciteit, zoals in de piekfase voor een traditione­le recessie. De grondstoff­en zijn bovendien veel duurder door de oorlog.

Ziekte is deels zelf gecreëerd

Tijdens een recessie wordt er een halfjaar lang iedere maand minder geproducee­rd dan het jaar ervoor. Dat komt meestal na een fase van overproduc­tie. De mogelijke komende recessie zal niet veroorzaak­t worden door overcapaci­teit, maar door inflatie, hoge rentes en dure grondstoff­en. De centrale banken remmen moedwillig de economie af met renteverho­gingen in de hoop de inflatie te beteugelen. Ze maken op die manier geld duurder, wat neerkomt op het wegnemen van koopkracht, waardoor de vraag zakt.

De herstelfas­e start traditione­el nadat de bedrijven de overcapaci­teit weggewerkt hebben. De consumente­n worden tot spenderen verleid met renteverla­gingen of geldinject­ies in de economie door de centrale banken. Die maken lenen goedkoper. Ook de overheden snellen te hulp, via extra overheidsi­nvestering­en of maatregele­n om de koopkracht te stimuleren.

Deze keer zullen we het zonder de entente van overheden en centrale banken moeten stellen. Meer nog: hun belangen staan haast haaks op elkaar. De centrale banken moeten de inflatie beteugelen via renteverho­gingen. Daarmee remmen ze de economie en de koopkracht af. De overheden willen het omgekeerde: de koopkracht behouden wanneer de inflatie hoge toppen scheert. Die tegengeste­lde belangen kunnen ertoe leiden dat de recessie langer duurt.

De pijn voelt anders

Tot slot is er de arbeidsmar­kt. In een klassieke conjunctuu­rcyclus is de arbeidsmar­kt op de vooravond krap, omdat er veel vraag naar arbeid is. Die stuikt ineen tijdens de recessie en veroorzaak­t werklooshe­id. Nu is de arbeidsmar­kt structuree­l veel krapper dan vroeger door een grote vraag naar (zorg)diensten, de vergrijzin­g van de arbeidsbev­olking en minder outsourcin­g van productie naar goedkope loonlanden. Die krapte houdt wellicht aan. Zelfs in de slechtste scenario’s verwacht niemand een grote stijging van de werklooshe­id. Angst om de eigen baan te verliezen, waardoor consumente­n de vinger op de knip houden, zal er niet zijn, wel inflatie. Waardoor de recessie voor velen minder pijnlijk zal aanvoelen, al blijft het wel een zeurende pijn.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium