Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Jef woont eerste én laatste mis bij in opgedoekte Witte Kerk
Gewezen misdienaar haalt herinneringen op aan ‘zijn’ godshuis
Voor Jef De Graef (92) was het bijwonen van de allerlaatste eucharistieviering in de Witte Kerk en de ontwijding ervan heel bijzonder. “Ik hielp de eerste paters dominicanen nog voor de kerk er stond. De kapel was toen nog ondergebracht in de werkplaats van een autogarage hier recht tegenover”, haalt de 92-jarige gewezen misdienaar de herinneringen op.
Jef De Graef groeide met zijn twee broers en zus op in de charmante dorpswoning op de hoek van de Turnhoutsebaan en Bellevuedreef. Een bekend en beschermd gebouw in Schilde, dat tot vier jaar geleden werd uitgebaat als horecazaak onder de namen Loteling en Ago’s.
“In onze tijd was het pand eigendom van baron Henri Van De Werve. Vader en moeder huurden het huisje met rieten dak en omgeven door heel wat landbouwgronden. Uiteraard waren we allemaal heel katholiek. Toen de eerste dominicanen in Schilde neerstreken, hielpen mijn broer Frans en ik de dominicanen tijdens de misvieringen”, vertelt Jef. “Mijn eerste dienst was met Beloken Pasen, de eerste zondag na de herdenking van de verrijzenis van Christus. Ik was twaalf jaar, droeg een wit kleed en klompen. Die maakten veel lawaai op het metalen deksel van de smeerput. Jawel, een smeerput. Van een kerk
Jef De Graef
was toen nog geen sprake.”
De paters mochten tijdens de oorlog de lege garage van autohandelaar Van In gebruiken. De werkplaats werd ingericht als kapel. honderdtwintig mensen konden de eredienst bijwonen. “We deden er soms drie op één dag. Ik schat dat ik zo’n vier jaar elke dag in de kapel te vinden was. Pater Nuyens, pater Bervoets, pater Smets, pater Van den Crabbe, pater Belderbosch; ik heb ze allemaal gekend”, zegt Jef.
Hooi
Pas in 1950 werd de bouw van de Witte Kerk opgestart. Op 15 augustus 1952 werd ze ingewijd. Jef was er toen ook bij. Of dat ook als misdienaar was, kan hij zich niet meer herinneren. Hij weet nog wel dat de bouw heel wat tijd in beslag heeft genomen. De eerste jaren lag er zelfs geen vloer in de kerk. “Ik heb wellicht als één van de enigen de allereerste en allerlaatste mis in deze dominicanenkerk meegemaakt”, beseft de hoogbejaarde man. “Het hooi stond destijds tot vlak voor de kerk. Die strodaken waren toen in de mode. Ook alle villa’s hadden er een. Dat dak is de kerk wel noodlottig geworden, want zoals bekend brandde de eerste Witte kerk af op 23 juni 1970”, zegt de negentiger.
De kalenders van heemkring Scilla, waarop de Witte Kerk vaak is afgebeeld, hebben een voorname plaats in zijn woonkamer. “In 1954 huwde ik met m’n eerste echtgenote in Sint-Job, waar we ook gingen wonen. Naar de kerk ben ik blijven gaan, maar dan naar de kapel van het Kristus Koning Instituut van de Broeders van Liefde. Ik ben een pater daar trouwens dankbaar dat hij me nog een laatste keer naar de Witte Kerk gevoerd heeft”, besluit Jef.