Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Een beter imago dankzij anatomisch­e musea en mechanisch­e theaters”

Universita­ir onderzoek naar rol van wetenschap­pen en nieuwe technologi­eën op kermissen

- MISCHA BLUDTS

Wie aan kermissen denkt, denkt in de eerste plaats aan de klassieke attracties: het reuzenrad, het schietkraa­m, het spookhuis. Of aan een groot pak smouteboll­en. Maar vroeger had de foor nog een andere functie: het verspreide­n van wetenschap­pelijke kennis, van nieuwe technologi­e en visuele cultuur. Onderzoeks­professor Nele Wynants, verbonden aan UAntwerpen, neemt ons mee naar de tijd toen het en het van Dr. Spitzner tot de populairst­e trekpleist­ers op de kermis behoorden.

Théâtre Mécanique Morieux Grand Musée Anatomique

Haar studieproj­ect Wetenschap op de Kermis, gefinancie­rd door de Europese Unie, spitst zich toe op de periode 1850-1914. Maar om bij het begin te beginnen, moeten we nog verder terug in de tijd. “In de middeleeuw­en ging de kermis vaak gepaard met een religieus feest – denk maar aan de Sinksenfoo­r met Pinksteren – of aan de jaarmarkt. Er werden exotische kruiden en stoffen verkocht en er werd doorgaans veel gegeten en gedronken. Er vielen ook rondreizen­de artiesten zoals acrobaten, boksers en berentemme­rs te bewonderen.”

Hippe wetenschap

In de 19e eeuw zag een kermis er nog altijd ongeveer hetzelfde uit, maar de traditione­le kramen kregen stilaan concurrent­ie. De wetenschap werd namelijk hip, dankzij de vele uitvinding­en die er in dat tijdsgewri­cht werden gedaan. Denk maar aan elektricit­eit, fotografie, de toverlanta­arn, dat later film zou worden, en nog veel meer. “Dat alles kon het publiek bewonderen op een zogeheten Wereldtent­oonstellin­g. Die werd voor het eerst in 1851 in Londen georganise­erd. Latere edities zouden onder meer Antwerpen aandoen”, vertelt Nele Wynants.

Neus voor nieuwe dingen

De foorkramer­s mochten natuurlijk bij al deze wonderlijk­e nieuwighed­en niet achterblij­ven. waren inventief en creatief, ze moesten meegaan met hun tijd en een goede neus hebben voor alles wat nog relatief onbekend en spectacula­ir was, want het gretige publiek wilde elk jaar opnieuw iets nieuws beleven. En plots waren er nieuwe mogelijkhe­den. Ze pikten de ‘wetenschap­pelijke’ trend op en noemden zichzelf voortaan ‘professor’ of ‘fysicus’.” Op de kermissen, die in tegenstell­ing tot een Wereldtent­oonstellin­g ook de provincies­teden aandeden, toonden ze uitvinding­en uit de hele wereld met optische illusies, projecties, filmbeelde­n of de beweging van de planeten. “Die demonstrat­ies waren heel indrukwekk­end. Het publiek kon vaak niet lezen of schrijven, maar kon op de kermis visueel kennismake­n met al deze nieuwe inzichten.”

Er was nog iets dat in het voordeel van dit soort ‘wetenschap­pelijke’ kramen sprak. “De kermissen kenden een zekere beruchthei­d vanwege het hoge alcoholgeb­ruik en de vele vechtparti­jen. Maar dit soort kramen gaf ze een meer respectabe­l imago, waardoor ook de brave burgers naar de foor kwamen afgezakt. De wetenschap­pelijke kramen werden dan ook centraal op de kermis opgesteld en kregen er heel wat ruimte.”

“Forains

Sint-Petersburg Een bekend voorbeeld is het Dat werd uitgebaat door de Vla

Morieux.

Théâtre Mécanique ming Léon vande Voorde, die het overnam van een Franse en er op zijn beurt kermissen mee afreisde. Hij en zijn zonen stonden jarenlang op de Sinksenfoo­r. De bezoekers trokken er op een virtuele reis rond de wereld, met een combinatie van projecties en mechanisch­e marionette­n.

“Van Oostende naar Sint-Petersburg en vervolgens naar Italië, allemaal plaatsen die ze nog nooit hadden gezien. Plots konden ze zien hoe de wereld buiten hun eigen stad of dorp eruitzag.” De bezoekers konden ook uitvergrot­e foto’s van beroemdhed­en bewonderen, of van zichzelf, als ze een foto bij zich hadden. forain

Siamese tweeling

Ook het van Dr. Spitzner trok heel wat volk. “Dat was een kabinet met wassen beelden waar medische rariteiten werden getoond: een Siamese tweeling, de uiterlijke kenmerken van vreemde ziektes, de groei van een foetus, een bevalling met keizersned­e… Die beelden werden gemaakt

Grand Musée Anatomique voor universite­iten, als hulpmiddel voor studenten geneeskund­e. Maar zoals ‘dokter’ Spitzner konden er soms exemplaren van bemachtige­n en stelden die dan op de kermis tentoon.”

Destijds stonden er zelfs apothekers op de foor, want ook de medische wetenschap zat in de lift.

De ‘wetenschap­pelijke’ foorkramen hadden evenwel ook een donker kantje. Dat begon met de Wereldtent­oonstellin­gen in Antwerpen in 1885 en 1894. Toen werd er op het Zuid, tegenover het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, een ‘Congolees dorp’ gebouwd waar inwoners uit onze kersverse Afrikaanse kolonie letterlijk werden tentoonges­teld.

Ook nu mochten de niet achterblij­ven. “Naast zogenoemde zoals de vrouw met een baard, waren er ‘etnologisc­he kabinetten’ met wassen beelden van inheemse bewoners uit Afrika, Amerika en Groenland. Ze werden steevast heel stereotiep afgebeeld, bijna als exotische dieren. De onderligge­nde forains freak shows forains boodschap was:

Deze clichémati­ge beeldvormi­ng moest in het tijdperk waarin Leopold II Congo veroverde het kolonialis­me rechtvaard­igen en zou later verder leven in onze literatuur en populaire cultuur.”

Videogames

Pac-Man forains

Tetris wij zijn blank en superieur.

Vanaf het begin van de 20ste eeuw werd het ‘wetenschap­pelijke’ element minder populair op de foor. “De nieuwe technologi­e raakte stilaan ingeburger­d. Zo was de praktische toepassing van elektricit­eit niet langer een mirakel en kwamen er cinema’s op permanente locaties. Daarvoor kon men alleen op de kermis naar films kijken.”

Bovendien zagen de foorkramer­s snel in dat al die nieuwe uitvinding­en voor henzelf meer mogelijkhe­den boden dan alleen maar het jaarlijks voorstelle­n van de nieuwste gimmick. “De gingen zoals gezegd altijd mee met hun tijd. Vanaf de belle époque investeerd­e men steeds vaker in mechanisch­e attracties zoals een reuzenrad of een railway, inclusief muziek en verlichtin­g. Zo kreeg de kermis geleidelij­k aan een nieuw aanzicht. Met één uitzonderi­ng: anatomisch­e musea zoals dat van Dr. Spitzner stonden nog tot de jaren zestig op de Sinksenfoo­r.”

Een laatste bedenking van professor Wynants: “Dankzij deze eeuwige zoektocht naar nieuwighed­en is de kermis nooit gestopt met evolueren.” Zo kon men er in de lunaparken vanaf de jaren tachtig arcade games zoals

en uitprobere­n, later werden dat spelletjes waarop je bijvoorbee­ld op een motor kon zitten. Maar ook die games zijn met de opkomst van de personal computers grotendeel­s van de foor verdwenen. “Maar de foorkramer­s zullen altijd wel opnieuw voor nieuwe attracties zorgen.”

 ?? FOTO COLLECTIE BOLLAERT ?? Een affiche van Théâtre Mécanique Morieux uit 1901.
FOTO COLLECTIE BOLLAERT Een affiche van Théâtre Mécanique Morieux uit 1901.
 ?? FOTO RR ?? Ook ‘medische’ kramen waren heel populair.
FOTO RR Ook ‘medische’ kramen waren heel populair.
 ?? COLLECTIE FAMILIE COOLEN FOTO CHARLOTTE LYBEER, ?? Een rariteiten­kabinet.
COLLECTIE FAMILIE COOLEN FOTO CHARLOTTE LYBEER, Een rariteiten­kabinet.
 ?? FOTO TOM CORNILLE ?? Professor Nele Wynants.
FOTO TOM CORNILLE Professor Nele Wynants.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium