Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Toen was dat gangbaar”

Gynaecoloo­g die mogelijk eigen sperma gebruikte bij wensouders wijt het aan “de tijdgeest”

- annelies BAETEN

De West-vlaamse gynaecoloo­g Geert V., die eigen sperma gebruikt zou hebben om de kinderwens van koppels te vervullen, ziet het probleem niet. Volgens hem waren dergelijke praktijken gangbaar in de jaren zeventig en tachtig. Al wil de arts nog steeds niet met zoveel woorden gezegd hebben dat hij nakomeling­en bij zijn patiënten zou hebben verwekt.

Geert V. antwoordt stellig wanneer we hem op de man af vragen of hij in de jaren tachtig in het toenmalige Sint-rembertzie­kenhuis in Torhout nu wel of niet zijn eigen sperma heeft gebruikt voor de kunstmatig­e inseminati­e van vrouwen. “Ik kan niet bevestigen, maar ook niet ontkennen dat ik in die tijd al dan niet als spermadono­r zou opgetreden zijn.” De intussen gepensione­erde Geert V. kwam in opspraak toen donorkind Stefan op zoek ging naar zijn biologisch­e vader, en daarbij een verwantsch­ap ontdekte tussen hemzelf en de Westvlaams­e arts. Stefans moeder werd in de jaren tachtig behandeld door Geert V. omdat ze niet raakte. De gynaecoloo­g heeft toen mogelijk eigen zaadcellen gebruikt voor de inseminati­e, waardoor hij weleens de vader zou kunnen zijn van Stefan en naar alle waarschijn­lijkheid ook van andere donorkinde­ren. Geert V. weigert vooralsnog om DNA af te staan. Uit onderzoek met hulp van het Centrum voor Medische Erfelijkhe­id van het UZ Gent is wel al gebleken dat de arts en donorkind Stefan eenzelfde voorouder hebben. Bij het parket van Kortrijk loopt een gerechteli­jk onderzoek.

Oproep in de aula

Zelf ziet de arts, gehuld in een fleurige zalmroze broek en bijpassend hemdje, niet onmiddelli­jk het probleem. “Volgens Amerikaans­e studies gaat slechts 1% van de donorkinde­ren op zoek naar zijn biologisch­e vader. In de meeste gevallen zien de kinderen de donor louter als een zaadcel die ze niet per se hoeven te kennen. Hun echte ouders zijn diegenen die voor hen zorgen en hen letterlijk met de papfles hebben grootgebra­cht.”

Het is een kwestie van tijdgeest, zegt Geert V. “Vroeger riepen professore­n na de les in de aula de mannelijke studenten op om zaad te doneren. Ze kregen er in de jaren zeventig 500 Belgische frank voor, een aardig zakcentje toen. Die mannen waren daarmee content. Dan konden ze eens goed gaan eten met hun vriendin. Als je dat nu nog zou doen heb je een tuchtproce­dure aan je been.” “Maar die spermadono­ren waren wel nodig aangezien de fertilitei­tstechniek­en toen helemaal nog niet zo ver stonden als vandaag”, vervolgt de dokter. “De zogenaamde ‘verse donoren’ waren ook het meest aangewezen aangezien de invriestec­hnieken nog niet op punt stonden. Maar die verse donoren moet je natuurlijk wel vinden.”

Voor een goed begrip: een verse donor moet op het moment van de inseminati­e – wanneer de vrouw ovuleert – naar het behandelen­de ziekenhuis of de praktijk komen en daar vers sperma afleveren. Nadien wordt de zaadcel bij de vrouw ingebracht.

Gangbaar voor die tijd

Of de dokter vervolgens de nazwanger tuur zelf een handje hielp wil hij dus niet gezegd hebben, maar volgens Geert V. was zoiets in de jaren zeventig en tachtig wel een gangbare praktijk. Hij wijst opnieuw naar de tijdgeest. “Nu zou dat niet meer kunnen, laat dat duidelijk zijn. Maar nu is er ook veel minder nood aan (verse) donoren aangezien de technieken om uit zwak sperma van de partner toch nog de beste soldaten te

selecteren enorm geëvolueer­d zijn.”

De dokter voelt zich gesterkt door steunbetui­gingen. “De telefoon staat hier roodgloeie­nd, allemaal van collega-artsen die mij een hart onder de riem steken. Ook patiënten bellen me om me te steunen. Sommige vrienden zien het wel niet meteen zitten om nu met mij op restaurant te gaan uit schrik om aangegaapt te worden. Maar ik laat me niet onderuit halen door deze hetze. Anderen hadden misschien al lang hun kop laten hangen, maar ik wil me niet wegsteken.”

Hij haalt meteen ook uit naar het bestaan van Dna-databanken waarmee donorkinde­ren als Stefan op zoek gaan naar hun werkelijke afstamming. “Een regelrecht­e aanfluitin­g van de privacy”, vindt hij. “Akkoord dat zulke databanken geraadplee­gd worden om bijvoorbee­ld daders van verkrachti­ngen op te sporen, maar niet om een hele stamboom te reconstrue­ren. Dergelijke ‘privé enquêtes’ zijn een ware bedreiging voor alle anonieme donoren.”

 ?? FOTO RR ?? Gynaecoloo­g Geert V.
FOTO RR Gynaecoloo­g Geert V.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium