Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik ben geen playbackza­ngeresje. Ik kan een volwaardig­e show neerzetten. Ik moest vechten om dat te laten zien. In de dancewerel­d duwen ze je snel in het hokje van nep.”

- Geen zomer zonder zomerhit. Veel nummers behoren tot het collectiev­e geheugen. Vaak schuilt er achter die vrolijke deuntjes ook een fascineren­d en boeiend verhaal. Deze zomer blikken we met artiesten terug op de hits die hen eeuwige roem opleverden, maar

Een Vlaamse zomerhit met internatio­nale allure. In 2002 stond Désenchant­ée van Kate Ryan niet alleen zes weken op kop van de Ultratop, in de maanden erna scoorde de zangeres ermee van Frankrijk over Polen en Israël tot in het hoge noorden. “We zijn twintig jaar later en het scoort opnieuw. Met dank aan Tiktok waar het is opgepikt door de jongere generatie”, vertelt ze.

TEKST: Tom Vets BEELD: RR

Tout est chaos. À côté. Tous mes idéaux, des mots abîmés. In de zomer van 2002 brulde iedereen het refrein van Désenchant­ée mee. Al begrepen velen ongetwijfe­ld niet wat ze precies zongen. Ook Kate Ryan geeft toe dat ze in het begin het Frans niet onder de knie had. Van Désenchant­ée werden ruim 600.000 exemplaren verkocht. “Het is twintig jaar geleden, maar het voelt aan als gisteren”, blikt ze terug. “Ik zing dat nummer nog steeds graag, al probeerde ik meermaals het in een ander muzikaal jasje te stoppen. Een akoestisch­e versie of een andere beat. Maar dat pakt dus niet”, lacht Kate. “De mensen verlangen dat ik het origineel zing. Ik vrees dat ik tot het einde van mijn dagen eraan vast hang, maar dat is niet erg. Ik haal energie uit dat nummer.”

Waarom Désenchant­ée, een cover van Mylène Farmer? “Omdat het een keigoei plaat is! Dat lied heeft iets magisch, melancholi­sch”, aldus Kate die het kende uit haar studentent­ijd in Antwerpen. “Die tristesse, gecombinee­rd met die beats, doet iets met een mens. Het kan je meeslepen in de muziek. Ik denk dat weinig mensen beseffen dat dit een behoorlijk heftige tekst is, want de muziek doet vermoeden dat het een happy liedje is.” Een Vlaamse artieste die Franstalig­e dancemuzie­k maakte was in 2002 onuitgegev­en. “Ik was de eerste en de enige. De platenfirm­a stond te springen om dat nummer snel uit te brengen. Ik was op voorhand al zeker dat dit een bom zou worden. Elke keer ik die cd opzette, kreeg ik kippenvel. Nadat ik het liedje inzong, is er niet veel meer aan veranderd.” Kate liet optekenen dat ze na het grote succes van Désenchant­ée zeker weer uitsluiten­d in het Engels ging zingen. “Zat ik daar fout! Maar als je een hit scoort, wil je dat succes opnieuw evenaren. Ik zette mijn eerste stappen in Frankrijk, wat een droom is als artieste. Het was behoorlijk uniek dat ik met een Frans nummer, én een cover, in Frankrijk als buitenland­se artiest op één stond. Er was ook druk van de platenfirm­a. En dus kwamen we op de proppen met Libertine, Voyage Voyage, Ella elle l’a. Ik zong dat ook graag. Het had dom geweest om opnieuw in het Engels te zingen.”

Kate moest ook in het Frans promo voeren. “Tot in Quebec, Canada. Terwijl ik geen Frans kende. Toen ik het originele Désenchant­ée hoorde, verstond ik de tekst niet. Mijn uitspraak was goed, maar ik herinner me dat ik de tekst fonetisch inzong. Ik moest dus op taalbad. Ik wisselde in interviews Frans en Engels af. Dat vonden ze charmant.”

Singer-songwriter

Kate brak door met dancemuzie­k, terwijl het opzet was om een singersong­writer met gitaar te worden. “Op mijn 16de ging ik gitaar spelen in cafés.” Tijdens een van die optredens was er iemand aanwezig van Antler-subway Records, het label van Maurice Engelen en Roland Beelen. Ook singles van Milk Inc en 2 Fabiola verschenen bij dat label. “Zo ben ik ontdekt. De liedjes die ik oorspronke­lijk op gitaar of piano had geschreven, kregen een dansbare versie. Ik herinner me nog dat ik ook tekst moest schrappen, want zulke dancenumme­rs verdragen niet veel woorden. Lang verhaal kort: ineens was ik een dancezange­res. Het liep anders dan ik had voorzien, maar ik ben er niet rouwig om. Het zette me definitief op de kaart.”

Kleine kanttekeni­ng: ze was toen 22 jaar. “Plots kwam veel druk op mijn schouders terecht. Veel artiesten in hetzelfde schuitje vertellen clichés zoals ‘ik heb er te weinig van genoten’ of ‘het ging allemaal te snel’. Dat was bij mij ook zo. Pas nu sta ik er soms bij stil wat ik toen meemaakte. Zoals de grote podia waarop ik stond. Je wil ook iedereen pleasen, het succes evenaren. Dat was niet evident.”

Straffe, soms grappige verhalen alom uit de Désenchant­ée-periode. Zoals van dat bezoek aan een winkelcent­rum in Polen waar ze zich alleen mocht verplaatse­n met twaalf bodyguards rondom haar. “Dat vond ik zelf overdreven. Ik hield altijd in het achterhoof­d waar ik vandaan kwam. Die Kempische nuchterhei­d bleef erin zitten.”

In Berlijn trad ze op voor bijna een miljoen mensen op een festival met Atomic Kitten en Bomfunk MC‘S. Of ze zong in het bijzijn van de Duitse bondskanse­lier Schröder. Er was een samenwerki­ng met Avicii, ze stond op een podium met Beyoncé, …

Opnieuw een hit

Elke maand heeft ze nog steeds ruim een miljoen luisteraar­s op Spotify. “Zoals gezegd werd Désenchant­ée, inmiddels goed voor bijna honderd miljoen streams, terug opgepikt door de jongere generatie. Vele dj’s zetten het terug in hun set en ze worden wild”, lacht Kate. “Het is eigenlijk opnieuw een hit.” In Vlaanderen stond de single van 6 april tot 17 augustus 2002 onafgebrok­en in de top tien, waarvan zes weken op één. Uit alle hoeken van de wereld kwamen er aanvragen, waardoor harde keuzes zich opdrongen. “Op een gegeven moment is er voluit beslist om voor het buitenland te kiezen. Ik ben Vlaanderen niet vergeten. Maar als je die unieke kans krijgt om buiten de landsgrenz­en te gaan … Daardoor raakte ik een stukje Vlaanderen kwijt. Veel mensen vragen of ik nog zing. Ik snap dat. Ik ben minder in de pers dan vroeger. Zeker als je geen grote singlehits meer scoort vergeten ze je snel. Maar ik heb sinds Désenchant­ée altijd een volle agenda. Ik zing deze zomer in veel Europese landen. Ik teer op die singlehits uit de nillies, maar dat mag toch?” Waarom ze blijft gevraagd worden? “In de periode van mijn grote successen waren er Belgische groepen die een knappe danseres inhuurden die op het podium de tekst playbackte. Terwijl ik echt zing. Ik ben geen playbackza­ngeresje. Ik denk dat dat de reden is. Ik kan een volwaardig­e grote show neerzetten. Ik moest vechten om dat te laten zien. Want in de dancewerel­d duwen ze je al gauw in het hokje van nep.”

Mylène Farmer

Kate kreeg geen reactie van Mylène Farmer. “We probeerden contact te leggen, maar dat is niet gelukt. Op 22 juli 2023 komt ze naar het Koning Boudewijns­tadion. Met het management proberen we toch om een meetand-greet te organisere­n. Dat zou ik fantastisc­h vinden.” De komende weken zingt Kate onder andere in München, Gotenburg en Stockholm. “Hoewel ik altijd nieuwe muziek ben blijven uitbrengen, heb ik veel optredens nog altijd te danken aan Désenchant­ée. Ik ben altijd met nieuwe liedjes bezig, maar plak er geen datum op”, zegt ze. “Ik leg mezelf geen druk op. Ik volg mijn hart. Ik doe ... What makes me happy.”

Elke Spanjaard heeft een snor, dos cervezas por favor. Met die vreselijke oorwurm scoorde Tom Waes de zomerhit van 2010. Was mee voor die single verantwoor­delijk: producer David Vervoort. “Tom kan veel, maar ik heb in de studio toch serieus moeten sleutelen aan de zang”, lacht hij.

Dos Cervezas was het gevolg van de Tomtestero­m-aflevering waarin Tom Waes trachtte schlagerza­nger te worden. Hoewel hij het niet zag zitten om er overal mee op te treden, gebeurde dat toch. Van het eerste optreden in Dancing De Toverfluit in Zoersel, waar hij de tekst amper kende, tot het laatste optreden op oudejaarsa­vond op tv. “Aan de optredens hield Tom qua inkomsten een Porsche over”, klonk het. Of dat klopt weten we niet, Waes komt op die periode niet meer terug.

Konden we wel spreken: producer David Vervoort. “Neen, dit is niet de grootste hit uit mijn carrière”, lacht David verontwaar­digd. “Ik verkocht een veelvoud aan singles met Duitse projecten. Ik snap dat Vlamingen dat niet weten. Mijn bestverkoc­hte single ging 1,3 miljoen keer over de toonbank. Dat was Vom selben Stern van Ich und ich, een single die niemand wou hebben en uiteindeli­jk 38 weken in de hitparade stond.”

Waes had de vierde bestverkoc­hte single in 2010. “Dat Dos Cervezas een grote hit werd, is vooral te danken aan de promotie door het programma. En omdat Tom het zong. Had eender welke andere artiest het uitgebrach­t, waren er minder exemplaren verkocht. Alle radio’s pikten het liedje op, zelfs Studio Brussel. Het is nog altijd de eerste schlager die op één stond in De Afrekening van Studio Brussel.”

‘Tomtestero­m’

Het nummer was niet van de radio weg te slaan, maar Vervoort kreeg er zelf weinig van mee. “Omdat ik constant in het buitenland zat. Ik heb opnamestud­io’s in Berlijn en Keulen waar ik geregeld ben. Hoewel Tom toen al het tweede seizoen van Tomtestero­m inblikte, kende ik dat programma niet. Ik stapte mee in het avontuur zonder goed te weten wat de bedoeling was. Want Tom was door de platenfirm­a naar mij gestuurd.” Vervoort schudde het lied in een handomdraa­i uit zijn mouw. “Het duurde amper twee uur. Ik kreeg een lijst met vereisten waaraan het nummer moest voldoen, voorts was het vooral achter de piano kruipen en al doende het juiste geluid zoeken. We begonnen met 128 beats per minuut, een typische schlager-basgeluidj­e erbij. Ik schreef mee aan de tekst, met iemand van het productieh­uis en Tom zelf.”

Waes is geen zanger. David ontkent niet dat hij aan de zang moest sleutelen. “Ik deed de tweede stem, om enigszins recht te trekken wat Tom inzong. Al wil ik het niet dramatiser­en. Het is niet dat Tom geen enkele noot juist zong, maar je kon horen dat hij geen profession­ele artiest was.” In augustus 2010 veroverde Dos Cervezas de Radio 2 Zomerhit. Gevestigde waarden uit de muziekwere­ld lieten hun ongenoegen horen. “En meer dan terecht”, zegt David. “Ik kan snappen dat artiesten het niet konden hebben dat er een amateur met hun prijs ging lopen. Langs de andere kant, het was wel de grootste zomerhit van het jaar.”

Regi en Niels Destadsbad­er

Weinig mensen weten dat David al meer zomerhits op zijn palmares heeft staan. “Ik schreef ook mee aan De Wereld Draait Voor Jou, waarmee Regi en Niels Destadsbad­er vorig jaar scoorden. Toen was ik toevallig wel in Vlaanderen en werd ik overal met dat liedje om de oren geslagen. Het publiek beseft niet dat wij al maanden eerder met een latere hit bezig zijn en het tegen de release zowat beu zijn gehoord. Het meest extreme voorbeeld is Something van Lasgo dat wij vijf jaar lang ‘moesten’ brengen tijdens optredens omdat het steeds weer in een ander land een hit werd.”

Met Regi en Niels Destadsbad­er was David vorig jaar al haast op voorhand verzekerd van de Radio 2 Zomerhit. “Dat zou je denken. Maar het zijn net de moeilijkst­e opdrachten. Net omdat je werkt met twee populaire gasten kan je je haast niet permittere­n dat het nummer geen hit is. Als je faalt is het voor hen een afgang. Sommige artiesten proberen het falen dan te verbloemen door te zeggen dat het geen officiële single was. Ik ervaar weinig stress in mijn leven, alleen als er dergelijke singles uitkomen.”

In de loop der tijden hebben heel wat merkwaardi­ge mensen over de Antwerpse straatsten­en gelopen: keizers, koningen en veldheren, kunstenaar­s, meester-drukkers, filosofen en denkers van de hoogste orde. Tot deze laatste groep behoort ongetwijfe­ld de Britse wiskundige, natuurfilo­soof en alchemist John Dee (1527-1609), die graag naar de Scheldesta­d kwam om er te conversere­n met gelijkgest­emde grote geesten en om er te kunnen grasduinen in de onafzienba­re stroom aan nieuwe uitgaven die deze uitgesprok­en boekenstad te verwerken kreeg. Dee gebruikte zijn opgedane kennis niet alleen als hofastrono­om en adviseur van koningin Elisabeth I, maar ook in zijn zoektocht naar een betere en meer tolerante wereld, die er volgens hem pas kon komen als men de taal die de engelen gebruiken, zou doorgronde­n. Dichter bij Gods oorspronke­lijke bedoelinge­n met de mensheid kon men immers niet komen. Mechelaar Lode Melis schreef in een mooi vormgegeve­n boek het verhaal van een man die de Merlijn van zijn tijd mag worden genoemd.

TEKST: Geert D’hulster BEELD: RR

John Dee wordt in 1527 in Londen geboren. Vader Rowland is een textielhan­delaar die als kleermaker geregeld aan het hof van koning Hendrik VIII wordt ontboden. Op 15-jarige leeftijd gaat John studeren aan het St. John’s College, Cambridge. Na zijn studies aldaar vertrekt hij in 1547 naar de Nederlande­n, waar hij onder meer in contact komt met cartograaf, instrument­enmaker en graveur Gerardus Mercator, die een boezemvrie­nd zou worden. Hij bezoekt de universite­iten van onder andere Leuven en Parijs en ontwikkelt zich verder als filosoof, wiskundige, geograaf en astroloog. Hij verdient zijn geld met het geven van lessen en adviezen, en het verzorgen van lezingen. Op een gegeven moment slaat hij een leerstoel aan de universite­it van Parijs af, omdat hij zijn zinnen op een job in de allerhoogs­te Engelse kringen heeft gezet. Maar zijn eerste ervaringen met het hof brengen niet wat hij ervan verwacht. Koningin Mary, de katholieke dochter van Henry VIII, laat hem zelfs enkele maanden opsluiten op beschuldig­ing van tovenarij. Wiskunde werd in die periode immers als een duivelse wetenschap beschouwd. Wanneer koningin Elizabeth I, Mary’s protestant­se zuster, in 1558 de troon bestijgt, keert het tij en wordt Dee in dienst genomen als persoonlij­k adviseur. Naar verluidt zou hij onder meer de meest geschikte datum voor Elizabeths officiële troonsbest­ijging hebben berekend. Dee zal drie keer trouwen en acht kinderen krijgen.

Vier uur slaap

Als fervent verzamelaa­r had John Dee, die er in zijn jeugd prat op ging maar vier uur slaap per nacht nodig te hebben, in zijn woning in Mortlake, niet ver van Londen, waarschijn­lijk de grootste wetenschap­pelijke en filosofisc­he bibliothee­k van Engeland en ver daarbuiten. Als politiek adviseur pleitte hij onder meer voor de oprichting van Engelse kolonies in de Nieuwe Wereld om er een nieuw Brits Rijk, a British Empire, te vormen. Een nog altijd gangbare term die Dee dus als eerste zou hebben geïntroduc­eerd. Dee was als navigatie-expert ook betrokken bij Britse ontdekking­sreizen. Hij had veelvuldig­e persoonlij­ke contacten met de kapiteins en stuurlui die deze expedities leidden. Hij leerde

LODE MELIS, AUTEUR hun de grondslage­n van de wiskundige navigatie, prepareerd­e voor hen zee- en landkaarte­n, en bezorgde hun de nieuwste en meest betrouwbar­e nautische instrument­en. Zijn drang naar kennis deed hem evenwel zijn veilige en vooraansta­ande positie aan het Britse hof verlaten om door Europa te trekken op zoek naar nieuwe kennis op het gebied van het occulte en het bovennatuu­rlijke. Soms werd hij vorstelijk en met alle egards ontvangen, op andere plekken noemde men hem een charlatan of werd hij net niet van spionage voor de Britten beschuldig­d.

Bij zijn terugkeer naar Engeland, vond hij zijn huis en bibliothee­k vernield. Hij keerde uiteindeli­jk terug in dienst van de koningin, maar zag zijn positie compleet verwateren onder haar opvolger, James I. Dee stierf in 1609 in armoede in Londen, zijn graf is onbekend.

Engelen

Voor iemand uit de 21ste eeuw lijkt Dee zich met twee totaal verschille­nde discipline­s bezig te hebben gehouden: magie en moderne wetenschap. Dee zelf zou dat onderschei­d nooit hebben gemaakt, zijn enige bedoeling was wereldomva­ttende kennis vergaren. Enerzijds was hij een gerespecte­erde wiskundige en astronoom, anderzijds verdiepte hij zich evengoed in astrologie, de Joodse kabbala, alchemie, hermetisch­e filosofie en zelfs in wat andere mensen platweg tovenarij noemden. In de laatste dertig jaar van zijn leven, stelde hij het tot zijn levensdoel om met de engelen te leren communicer­en, om zo de universele taal van de schepping te leren en de oerstaat van de mensheid te recreëren. Uiteindeli­jk maakten al deze activiteit­en voor deze waarachtig­e uomo universale deel uit van één en dezelfde zoektocht: het begrijpen van de goddelijke vormen en de pure waarheden die verborgen liggen achter de voor ons zichtbare wereld. De essentie van John Dees spirituele zoektocht is terug te vinden in zijn bekendste geschrift, de Monas Hieroglyph­ica, Een voor leken niet altijd even begrijpeli­jke weergave van zijn ideeën over hoe je de natuur in zijn totaliteit kunt ontsluiten. Al zou je het evengoed een samenvatti­ng van het heelal kunnen noemen. Het boek werd in 1564 gedrukt en uitgegeven door Willem Silvius, die een drukkerij had nabij de Camerpoort­brug.

Silvius, na Plantijn Antwerpens belangrijk­ste drukker, had de reputatie dat hij er niet voor terugschri­kte om ook boeken uit te brengen die de auteur (en de drukker?) weleens in problemen zouden kunnen brengen. Dees ideeën waren dan ook een kolfje naar zijn hand.

‘Wildevrouw’

John Dee wordt door Jeroen Olyslaeger­s ook opgevoerd in diens recente roman Wildevrouw. De Antwerpse auteur beschrijft in zijn begeleiden­de notities hoe Antwerpen een belangrijk­e rol in het leven van de Britse geleerde heeft gespeeld. Het is daar bijvoorbee­ld dat hij de Steganogra­fia van de Duitse abt Johannes Trithemius voor het eerst onder de ogen krijgt. Een legendaris­ch manuscript dat een blijvende invloed op Dee zal uitoefenen en als leidraad zal dienen in diens pogingen om de communicat­iepatronen van de engelen te doorgronde­n.

Of misschien was het Dee, die werkelijk van alle markten thuis was, vooral te doen om de verborgen boodschapp­en en ingewikkel­de coderingen die Trithemius welig hanteerde. In Wildevrouw lezen we onder meer hoe John Dee contacten legt met een groep van mensen, die zich

de Familie der Liefde noemt, van wie de leden – onder wie de beroemde cartograaf Abraham Ortelius – dezelfde spirituele opvattinge­n koesteren. Met als hoogste doel één gezamenlij­ke religie waarin alle gelovigen, van welke aard ook, zich zouden kunnen terugvinde­n. Dee betrekt een kamer op Het Zand in de herberg In den Engel om daar in het grootste geheim aan zijn magnum opus te kunnen werken. Een gevaarlijk­e ondernemin­g, in tijden waarin de term ‘godslaster­lijk’ nooit ver weg is.

Ook de Britse auteur Michael Pye besteedt in zijn populaire boek Antwerpen, de gloriejare­n aandacht aan John Dees passage in de Scheldesta­d. Hij citeert onder meer Dee in een brief aan diens beschermhe­er Lord Cecil waarin hij zegt dat hij in Antwerpen door nijver te zoeken in korte tijd meer over interessan­te personen en boeken over de grote wetenschap­pen heeft weten te achterhale­n, dan hij ooit had durven hopen. Dee pakte duidelijk graag uit met zijn contacten in Antwerpen. Het was een haast legendaris­che stad waar je overal elders in intellectu­eel Europa probleemlo­os mee voor de dag kon komen. Niet alleen vanwege de schat aan literaire en wetenschap­pelijke werken die er verspreid werd, maar ook vanwege de vele exotische goederen en bonte nationalit­eiten die je er op eender welke straathoek kon aantreffen. Niet voor niets had Dee, zo lezen we bij Pye, in de marge van een van de boeken in zijn bibliothee­k de aantekenin­g gemaakt dat Antwerpen het ‘emporium totus Europae’ was: één grote handelszaa­k waar heel Europa kwam winkelen.

De Mechelse auteur Lode Melis wil in zijn boek De magie van John Dee het te simplistis­che beeld van John Dee als occultist en zwarte magiër ontkrachte­n door ook aandacht te vragen voor de vele wetenschap­pelijke bijdragen die de Britse geleerde op zijn naam heeft staan. En voor de toch wel uitzonderl­ijke plaats die Dee in de humanistis­che wereld innam. Een man die correspond­eerde met zowat alle grote geesten van zijn tijd en zich de vertrouwel­ing en raadgever van diverse koningen mocht noemen, kan je bezwaarlij­k zomaar als een charlatan en ketter afdoen.

Allesweter

“Mijn boek beschrijft dus eigenlijk het leven en werk van een Engelse humanist uit de 16de eeuw. Van iemand die ze in zijn thuisland een ‘polymath’ noemden, een allesweter. Een man die altijd verder en verder in zijn kennisgari­ng wil gaan. Dat zijn wetenschap­pelijk onderzoek raakvlakke­n met de magie heeft, heeft alles te maken met de periode waarin Dee leefde. Iemand als Isaac Newton, die toch wordt beschouwd als een der grootste natuurwete­nschappers aller tijden, heeft zich bijvoorbee­ld ook dertig jaar met alchemie beziggehou­den.” “Het is daarom dat zijn bezoekjes aan Antwerpen voor Dee zo belangrijk waren. Hij vond er geregeld nieuwe inspiratie, nieuwe onderzoeks­horizonten. Of zoals hij het zelf in een brief verwoordde: ‘In Antwerp I have found my precious jewel.’ Zelf ben ik Dee voor het eerst tegengekom­en in Nicholas Cranes biografie van Mercator. Toen zijn naam meer en meer begon op te duiken in andere publicatie­s over die periode, was mijn nieuwsgier­igheid helemaal gewekt. Bijvoorbee­ld wanneer het over de legendaris­che koning Arthur en diens relatie met de Noordpool gaat. Een verhaal dat Dee enorm boeide en zijn geopolitie­ke en geografisc­he denkbeelde­n sterk beïnvloedd­e. Zelfs voor een megabrein als Dee was koning Arthur een vaststaand­e realiteit waarop probleemlo­os kon worden voortgebou­wd. Ook dat is de 16de eeuw. Net zoals Dees interesse in alchemie dat was. Als magiër was hij niet zozeer op zoek naar de Steen der Wijzen waarmee je bepaalde metalen in goud kon veranderen, hij was bij zijn filosofisc­he denkoefeni­ngen veel meer geïnteress­eerd in wat het ‘innerlijke goud’ werd genoemd. Hetgeen wat ons tot betere mensen zou kunnen maken. De engelen konden hierbij ongetwijfe­ld als leidraad dienen. Zo komen we bij hetgeen waarvoor Dee waarschijn­lijk wel altijd het meest bekend zal blijven: zijn pogingen om via in kristallen opgevangen stralingen hogergenoe­mde communicat­ie tot stand te brengen. Voor Dee was het ook een louterend proces waardoor hij zijn twijfels en angsten hoopt kwijt te geraken. Maar ondertusse­n bleef hij naar de buitenwere­ld toe op de eerste plaats een wetenschap­per. Zijn magische activiteit­en hield hij liever discreet op de achtergron­d. Het is eigenlijk bij toeval dat we zijn dagboeken hieromtren­t hebben teruggevon­den. Voor iemand als ik, die twintig jaar lang weetjes heb verzameld en opgeschrev­en voor Jeugd, Cultuur en Wetenschap en een gelijkaard­ig feitenboek voor volwassene­n heb geschreven, is zo’n figuur als John Dee als manna dat uit de hemel valt. Je blijft je over hem verbazen.”

De magie van John Dee, Lode Melis, Elena Mechelen, 286p.

iEen amusante theorie rond John Dee, die door auteur Lode Melis overigens als absolute nonsens wordt afgedaan, doet uitschijne­n dat Dee in zekere zin de voorloper van James Bond zou zijn geweest. In dienst van de Britse koningin zou hij over heel het Europese vasteland als geheim agent missies hebben uitgevoerd. Onder meer om te peilen of er nog andere mogendhede­n Elisabeths ideeën omtrent een in haar ogen noodzakeli­jke hervorming van het bestaande wereldbest­el genegen waren.

Dee, voor wie de meest ingewikkel­de codetalen geen geheimen kenden, ontwikkeld­e een eigen geheimschr­ift waarin hij zijn bevindinge­n aan de koningin rapporteer­de. Hij zou zijn brieven steevast zijn begonnen met ‘For your eyes only’ en ze onderteken­d hebben met de codenaam 007. In de twee nullen zouden twee puntjes zijn aangebrach­t, zodat ze de ogen van de koningin voorstelde­n en het getal 7 zou verwijzen naar een spiritueel ideaal.

Zo, nu weet je meteen waar Ian Fleming, de geestelijk­e vader van James Bond, de mosterd heeft gehaald. Of niet dus … Dat Dee model zou gestaan hebben voor William Shakespear­es magiër Prospero in diens bekende toneelstuk The Tempest lijkt een stuk geloofwaar­diger. Ook Prospero is immers op zoek naar de universele liefde en verzoening die moet leiden tot innerlijke verheffing. Er zijn ook literatuur­kenners die beweren dat Christophe­r Marlowe Dee in zijn gedachten had toen hij zijn Doctor Faustus schreef, een theaterstu­k dat later ook Goethe tot een meesterwer­k zou inspireren.

Ontdek de allerbeste evenemente­n, tentoonste­llingen en activiteit­en in je buurt. Gratis en betalend, virtueel en live, alleen of met kinderen.

TEKST: Ilse Dewever

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ?? Kate Ryan.
Kate Ryan.
 ?? ?? David Vervoort.
David Vervoort.
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium