Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik dwing mezelf gelukkig te zijn”

-

Zelden moet de gele trui in de Tour zo’n merkwaardi­ge cijfers voorgelegd hebben als Wout van Aert. Drie ritten gereden en de leider in het algemeen klassement telt drie tweede plaatsen. Ben je dan blij met het geel? Of triest omdat je maar niet winnen kan? Wout van Aert raakt er zelf niet wijs uit. “Ik dwing mezelf gelukkig te zijn. Maar ik hou ook van winnen. Dus ja, ik zit met gemengde gevoelens.”

Eindelijk geel. De trui waarvan hij als snotaap al droomde en waar hij vorig jaar zo vaak net naast gegrepen had. Bij elke andere Belgische renner zou dit een dubbele pagina vol euforie zijn. Niet zo bij Wout van Aert. Al twee dagen lang moet Van Aert zichzelf ervan overtuigen dat deze Tour uitstekend verloopt voor hem. Zaterdag lukte dat nog relatief makkelijk. Ja, de manier waarop Jakobsen in de laatste meters over hem heen gestoven kwam, was zuur. “Maar Fabio was gewoon sneller”, klonk het toen.

En vooral: onmiddelli­jk na de streep besefte Van Aert dat deze tweede plaats uitzonderl­ijk wel met een beloning kwam. Door de zes bonificati­eseconden sprong hij over Lampaert naar de leiding in het algemeen klassement. De gele trui was van hem, het bijhorende beertje voor zoon Georges.

Maar zondag was daar al opnieuw een frustratie. Een hele dag lang mocht Van Aert genieten van zijn trui.

“Een speciale dag”, glunderde hij eerst nog. “Ik had zelfs de tijd om rond te kijken naar de massa aan de kant.”

Maar die pret verdween snel toen Van Aert in Sonderborg opnieuw nipt naast de zege greep. Ditmaal was Dylan Groenewege­n te sterk. Tweede in Kopenhagen, tweede in Nyborg, tweede in Sonderborg. En nu stak hij de ontgoochel­ing niet weg.

“Dit is niet grappig meer”, analyseerd­e hij de nederlaag. “Drie keer tweede, het moet een record zijn. Bovendien is het deze keer mijn eigen fout. De eerste twee dagen werd ik geklopt door sterkere renners. Dylan is ook sterk, maar als ik meer vertrouwen had gehad in mijn lead-out had ik altijd gewonnen. Ik kwam te snel uit het wiel van Christophe en zette mijzelf vol in de wind.”

“Drie keer tweede, het moet een record zijn. Bovendien is het deze keer mijn eigen fout. Als ik meer vertrouwen had gehad in mijn lead-out had ik altijd gewonnen. Ik kwam te snel uit het wiel van Christophe Laporte en zette mijzelf vol in de wind.”

(Laporte, red.)

Geschieden­is met tweede plaatsen

De f*ck die je een dag eerder letterlijk van zijn lippen kon lezen, dacht hij er opnieuw bij. Een vloekende gele trui.

En begrijpeli­jk: Van Aert heeft al veel langer een geschieden­is met tweede plaatsen. In het veld beet hij een drietal jaar geleden een seizoen lang zijn tanden stuk op Mathieu van der Poel: het werd een winter met achttien tweede plaatsen. Op de Olympische Spelen in Tokio, op het WK op de weg in 2020 en op het WK tijdrijden in 2020 én 2021: altijd weer tweede. Ronde van Vlaanderen en Parijs - Roubaix: nog nooit gewonnen, wel al tweede. En ook dit seizoen zit hij alweer aan acht tweede plaatsen. Je zou voor minder af en toe een krachtterm bovenhalen. Zelfs al draag je intussen het geel.

“Ik hou nu eenmaal van winnen”, aldus Van Aert. “Zelfs al gaat alles verder goed, dan zit je toch met gemengde gevoelens.”

Het hoeft niet. Niet de twijfel, niet de gemengde gevoelens. Van Aert heeft gelijk: als hij over die drie tweede plaatsen heen kijkt, ziet hij alleen maar goed nieuws. Met vier doelstelli­ngen begon hij aan deze Tour. Een rit winnen, een paar dagen geel, het groen in Parijs, en met zijn ploeg strijden voor de eindzege. Alleen met dat eerste wil het voorlopig niet lukken. Voor het groen, zijn allergroot­ste doel, heeft hij zelfs al 17 punten voorsprong op Jakobsen en liefst 47 op Groenewege­n,

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium