Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Onze theorie? De ex die met de noorderzon verdween is de dader”
Onopgeloste ‘riekmoord’ hield Moerbeke-Waas jarenlang in de ban
De realiteit overtreft vaak de fictie. De moord op een levenslustige jonge vrouw zet in de zomer van 1984 het dorp MoerbekeWaas op zijn kop. Niet in het minst omdat de gruwelijke feiten worden gepleegd met een niet alledaags moordwapen. Een reconstructie van de riekmoord.
“Zomer 1984. Ergens in het Soete Land van Waes ligt een landbouwdorp vredig te soezen in de schaduw van de populieren. De bolle akkers zijn geploegd en de bieten staan al donkergroen in ’t loof. Een en al vrede en harmonie, tot het dorp wordt opgeschrikt door een gruwelijke moord. De speurtocht naar de dader zet de goegemeente onder spanning. Verdachten worden opgepakt en weer vrijgelaten, huiszoekingen en ondervragingen volgen elkaar op, maar de moordenaar blijft op vrije voeten.” Het zou de flaptekst kunnen zijn van een misdaadroman. En dat is het ook. Dorp Zonder Koning vertelt het verhaal van een onopgeloste moord in een klein dorp. Achter deze fictie schuilen echter ware feiten. Achter het pseudoniem L.D. Schaepers verschuilen zich Ludwig Apers en Dirk De Schepper. Beide auteurs zijn boezemvrienden en Moerbekenaars.
“Dorp Zonder Koning is geen whodunit”, benadrukt Apers. “Het was niet onze bedoeling om de moordzaak uit te spitten. In onze roman beschrijven we eerder hoe een klein dorp reageert op zo’n groot drama. Dirk en ik herinneren ons de impact van deze zaak. Vooral de manier waarop het slachtoffer is afgemaakt, met een riek, getuigt van een ongeziene gruwelijkheid. Op het moment van de feiten waren wij jonge
twintigers. Hier sprak heel Moerbeke over, en dat voor jaren.” Halfweg
We keren terug naar de zomer van 1984, naar landhuis Halfweg in de Ledestraat in MoerbekeWaas. “De crime scene bestaat nog, maar is intussen omgeven door grote tuinbouwbedrijven. Destijds lag deze hoeve zeer afgelegen. Het was als het ware het geschikte liefdesnestje”, situeert De Schepper.
De bewoonster van dit buitenverblijf is ene Marie-Paule Wovra (32), Inge voor de vrienden. En Inge had veel vrienden. De alleenstaande moeder van Poolse origine is een levenslustige vrijgezel. Zondagmiddag 21 juli komt een van haar vrienden op bezoek.
Gerard uit Sint-Niklaas treft echter een leeg huis aan. Daarom besluit de slotenmaker uit SintNiklaas de handen uit de mouwen te steken, in afwachting van de thuiskomst van Inge. Hij repareert haar haperende telefoontoestel. De klus houdt hem een dik uur bezig. In al die tijd ziet hij noch Inge, noch haar honden. Daarop besluit Gerard eens rond te kijken in de tuin. Het is hoogzomer, misschien ligt Inge te zonnebaden in het hoge gras? In het gras treft hij inderdaad Inge aan. Dood, en zwaar toegetakeld met een riek die naast haar doorboorde lichaam ligt. Gerard rent naar de buren, de politie wordt verwittigd. De agenten vinden in de slaapkamer nog een slachtoffer: de West-Vlaamse apotheker Eric Bouchery, ook een vriend van
Ludwig Apers
Auteur Dorp Zonder Koning
“Mogelijk was het arresteren van andere verdachten een schijnmanoeuvre om de vlucht van haar ex-partner te maskeren.”
Inge. Hij ligt badend in het bloed in bed. De zwaargewonde man wordt in allerijl naar het ziekenhuis gebracht. De honden van Inge duiken twee dagen later plots weer op, en vertonen ook steekwonden van de riek.
“We kennen het slachtoffer niet, maar wel haar reputatie. In onze research spraken we mensen die haar hebben gekend. Inge genoot blijkbaar met volle teugen van het leven en de mannen. In haar huis liep ze graag schaars gekleed rond. Daar is allemaal niets mis mee, maar in een grijze goegemeente valt zo’n kleurrijke figuur natuurlijk op”, schetst Apers.
Opgezet spel
Voor de politie is de plot zo klaar als een klontje. Gerard betrapt zijn vriendin met een andere kerel en zijn stoppen slaan door. Gerard wordt aangehouden en opgesloten. De gewonde apotheker herkent hem bovendien in een line-up van tien personen. Vijf lange weken schreeuwt de slotenmaker in de Gentse gevangenis zijn onschuld uit. Zo lang duurt het ook om zijn alibi te checken. Op het moment van de moord is de vrijgezel bij zijn ouders in SintNiklaas. Van daaruit belt hij met Inge in Moerbeke-Waas, de speurders kunnen het telefoontje traceren en bevestigen. Ondertussen is ook de apotheker aan de beterhand en hij verklaart dat zijn aanvaller ’s nachts naast het bed toch een andere gestalte had dan Gerard. Kleiner vooral.
Een zwaar verontwaardigde Gerard blikt later in een eenmalig interview met Gazet van Antwerpen terug op de affaire. “Als een hond werd ik weer naar huis gestuurd. Geen enkele magistraat of speurder vond het nodig om zich te verontschuldigen. Eenmaal thuis bleven de klanten weg. Er zal wel iets van waar zijn, zag je ze denken. Ik ben ervan overtuigd dat mijn arrestatie opgezet spel was. Andere verdachten moesten buiten schot blijven. Ik wik mijn woorden: personen met aanzien die, god weet waarom, liever niet in verband werden gebracht met het levenslustige slachtoffer.”
Korenaar
Toch trekt het gerecht conclusies uit deze blunder. Omdat in de ogen van de speurders de zaak zonneklaar was, is het sporenonderzoek verwaarloosd. In de nasleep van deze zaak wordt een gespecialiseerd afstappingsteam in het leven geroepen. Voortaan is een grondig sporenonderzoek de standaardprocedure bij elk verdacht overlijden. Was er dan niets gevonden in Moerbeke-Waas daags na de moord? Jawel, een korenaar en één vingerafdruk op een openstaand toiletraampje. De graanhalm blijkt afkomstig uit een veld naast de tuin van het boerderijtje. De speurders beginnen aan een buurtonderzoek en een kruisverhoor van alle gekende minnaars. De dorpstongen komen los. Zij fluisteren over een zekere Maurice. De ex-para heeft een oogje op Inge, maar de amoureuze interesse blijkt niet wederzijds. Nog volgens diezelfde kwatongen ligt Maurice wel eens verdoken te gluren vanuit het korenveld, als zijn buurvrouw naakt in de tuin rondloopt.
Maurice blijkt te bestaan en wordt gevonden. De getrouwde bietenteler ontkent zijn betrokkenheid in alle toonaarden. “Als ik zeg dat ik het niet gedaan heb, dan heb ik het niet gedaan”, is zowat zijn slagzin. Zijn vrouw en haar inwonende moeder geven hem een alibi. Maurice was die nacht gewoon thuis. Er is weliswaar een grote gelijkenis tussen zijn vingerafdruk en die op het toiletraampje, maar geen sluitende overeenkomst die ultieme zekerheid geeft. Na twee weken opsluiting moeten ze Maurice weer laten gaan. Een vage vingerafdruk vormt niet voldoende bewijs om iemand langer op te sluiten. Toch is de verdachte niet lang op vrije voeten. Een maand later zit hij alweer achter de tralies nadat een familielid zijn alibi ontkracht. Maurice was de nacht van de feiten helemaal niet thuis, hij was op de zwier.
De speurders leggen zijn echtgenote en schoonmoeder opnieuw op de rooster. Na het verhoor laten ze de dames samen achter in een kantoortje, met verborgen afluisterapparatuur. Beide vrouwen vallen door de mand. Maurice was inderdaad niet thuis die nacht, zo blijkt. Ze wilden hem echter niet aan de galg praten omdat hij thuis de enige kostwinner is. Toch vangen de speurders opnieuw bot. Afluisteren is immers een ongeoorloofde onderzoeksdaad en geldt in een rechtbank evenmin als bewijs. Het komt dus niet tot een assisenzaak. De speurders stellen wel elk jaar, en eerder pro forma, een onderzoeksdaad zodat de zaak niet verjaart. Nooit komt er een doorbraak.
Cold case
Tot begin 2000. Speurders kloppen opnieuw aan bij de dan al 66jarige Maurice. Zestien jaar na de moord hebben ze de wetenschap aan hun zijde. DNA-onderzoek is in opmars. De speurders vragen Maurice om zich te melden voor een staalafname. De man verhangt zich. Door de zelfdoding van de hoofdverdachte blijft de moord op Inge Wovra officieel onopgelost.
“Een cold case in MoerbekeWaas. Het dossier mag dan wel gesloten zijn, onder de inwoners bleef de zaak leven. Ons boek is vlot verkocht en gretig gelezen. We kregen bovendien veel reacties. Reacties van mensen die het boek in één ruk hadden uitgelezen, mensen die zich meenden te herkennen in de personages, en mensen die reageerden op ‘de politieke tinten’ in ons verhaal. Moerbeke wordt al 175 jaar geregeerd door een liberale meerderheid. De directeur van de suikerfabriek was ook de burgemeester. Ludwig en ik komen uit een katholiek nest, wat toen gold voor ‘de andere kant’. In dergelijke reacties hebben we ons vooral verkneukeld”, lacht De Schepper.
Volgen de auteurs een eigen piste? “Ja, maar die theorie zit niet in ons boek omdat ik het nog maar pas vernam. Inge had een ex-partner met een hoge sociale status. Na de feiten is die man met de noorderzon verdwenen, naar Latijns-Amerika, zo wordt gefluisterd. Mogelijk was het arresteren van andere verdachten een schijnmanoeuvre om zijn vlucht te maskeren. Bewijzen hebben we daar niet voor, maar het klinkt aannemelijk. Ik beschouw de zelfdoding van de tweede hoofdverdachte allerminst als een bekentenis. In ons boek illustreren we hoe roddels in een kleine gemeenschap iemand kapot kunnen maken. Het dorp, de markt en de toog waren destijds even krachtig als de sociale media vandaag. We laten Moerbeke trouwens niet los. Momenteel try-outen Dirk en ik, samen met nog een vriendMoerbekenaar een muzikale voorstelling over dorpsfiguren, er lopen hier nog genoeg kleurrijke personages rond”, lacht Apers.
Toch leidde al deze miserie ook tot iets moois. Slotenmaker Gerard ontfermt zich later over de zoon van Inge. Stany is amper 5 als zijn mama wordt vermoord. Gerard ziet in de jongen de zoon die hij zelf nooit had, en leidt hem op tot slotenmaker. In dezelfde zaak waar Stany’s moeder ooit als winkelhulp werkte. Gerard laat zijn zaak uiteindelijk over aan Stany, de zoon van de vriendin die hij op gruwelijke wijze moest afgeven.
Dirk De Schepper
Auteur Dorp Zonder Koning
“Het dossier mag dan wel gesloten zijn, onder de inwoners bleef de zaak leven.”
Ludwig Apers
Auteur Dorp Zonder Koning
“In ons boek illustreren we hoe roddels in een kleine gemeenschap iemand kapot kunnen maken.”