Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Steeds meer het gevoel alleen te staan in mijn strijd”
Bart De Wever (N-VA) over het drugsgerelateerde geweld in zijn stad
Bart De Wever (N-VA) is net terug uit vakantie, maar klinkt vermoeid. De aanhoudende drugsoorlog in zijn stad – dertig aanslagen in één zomer – hebben hun sporen nagelaten bij de burgemeester. Over de federale regering is hij harder dan ooit. “Er is geen visie, en geen plan om de drugsmaffia aan te pakken. Men doet het absolute minimum om toch maar te kunnen zeggen dat men iéts doet.”
Hoe was uw vakantie?
Bart De Wever (lacht schamper):
“Die was ... bijzonder. Ik ga altijd in augustus op vakantie. Dat is de enige periode dat ik weg kan, omdat zowel de Meir als de Wetstraat tot een perfecte stilstand komen. In die periode kun je het riskeren om twee volle weken weg te gaan. Maar je kunt brute pech hebben, door uitzonderlijke gebeurtenissen. En deze vakantie was er een van brute pech. Ik had een methodiek om daarmee om te gaan. Voor 6u opstaan, de vroegnota (verslag van de politie met de incidenten van de voorbije nacht, red.) lezen, een aantal telefoontjes plegen en een digitale vergadering bijwonen. Bij het ontbijt kon ik dan tegenover de rest van het gezin de schijn ophouden dat er niks aan de hand was. Tot mijn vrouw natuurlijk de website van Gazet Van Antwerpen bekeek: ‘zeg, is dat nu niet hetzelfde als gisteren? Ze moeten die site eens refreshen’. Dan moest ik duidelijk maken dat er weer een nieuwe aanslag was gepleegd.”
“Als je aan de lopende band politiemensen moet ontslaan wegens drugsgebruik, moet je 100% clean zijn. Ik wil gerust om de drie maanden een drugstest ondergaan en de resultaten openbaar maken.”
“Waar ik defaitistisch van word, is de maatschappelijke onverschilligheid rond drugscriminaliteit en drugsgebruik. Ik krijg ook de indruk dat de elite de kaft al lang heeft dichtgedaan.”
Hier en daar was er wel kritiek op het feit dat u niet terugkeerde naar Antwerpen.
“Ik heb in het verleden al vakanties afgebroken om terug te keren. Maar eerlijk gezegd: ik zou niet weten wat ik hier meer had kunnen doen, dat ik vanop mijn vakantieadres niet kon doen. Dat is een van de positieve zaken die we aan Covid-19 hebben overgehouden. Werken op afstand is echt wel ingeburgerd. En de perceptie van de afwezige burgemeester? Goh, als er in je stad een drugsoorlog uitbreekt, waarbij de incidenten elkaar in sneltempo opvolgen, dan weet je dat je qua perceptie nooit zal scoren.”
Hebt u begrip voor de Antwerpenaren die ongerust zijn?
“Ik begrijp uiteraard dat de drugsproblematiek voor het imago van onze stad en de haven een vernietigend probleem is geworden. Als je zegt dat uit de federale criminaliteitsstatistieken blijkt dat Antwerpen de veiligste grootstad van het land is, maar er gebeurt elke nacht een aanslag, dan krijg je hoongelach. Dat is frustrerend voor de veiligheidsdiensten, en dat is frusterend voor de bewoners die in die straten wonen. Zo’n aanslag met een vuurwerkbom, dat heeft impact. We hebben er bij ons thuis een gehad. Als zo’n ding ontploft, val je letterlijk uit je bed met je gezicht op de planken. En dan roep je in paniek naar je kinderen om niet aan het venster te gaan kijken, want wie weet wil men ook nog schieten.”
“Als dit soort aanslagen met een zekere frequentie gebeuren in je straat, dan zorgt dat voor een niet te onderschatten psychologische druk. Dit gezegd zijnde: de Antwerpenaren zien ook wel in dat het om gericht geweld gaat. Ik verzet me daarom tegen de term
narcoterreur. Het geweld dat wij meemaken, is er in eerste instantie niet op gericht om onschuldige slachtoffers te maken. Het gaat om gericht geweld van criminelen tegen andere criminelen. Het is ook geen irrationeel geweld, want er zit een zekere logica achter. Het is natuurlijk niet aangenaam als je buren hebt die geweld aantrekken, omdat ze in het criminele milieu betrokken zijn. Je weet dat het geweld niet tegen jou of je kinderen is gericht, maar je zou er niettemin toch het slachtoffer van kunnen worden. Dat is gelukkig nog niet gebeurd, maar we waren er dichtbij. Het is een wonder dat die bejaarde dame uit
Ekeren, wier woning per vergissing werd beschoten, het kan navertellen. Haar zetel was doorzeefd met kogels, hé. Dat was een kwestie van millimeters. Je kunt niet verwachten dat het goed blijft gaan. Het is dus een kwestie van tijd dat er wel onschuldige slachtoffers gaan vallen.”
In sommige buurten eist men dat u de geviseerde families zou verplichten om te verhuizen, zoals de burgemeesters in Amsterdam en Rotterdam doen.
”Ik begrijp de vragen en bezorgdheden van de bewoners in die wijken. De buurtvergaderingen zijn vaak oefeningen in desillusies. De mensen mogen me alles vragen, maar ik geef ook antwoorden. Als men mij vraagt om aan elk adres politiebewaking te zetten, dan zeg ik: sorry, maar dat kan niet. In Antwerpen gaat het om duizend adressen die wij op een of andere manier kunnen linken aan het drugsmilieu. En dan zie ik de mensen begripvol knikken en kijken met een blik van: ‘Menslief, is het zover gekomen?’. Ja, zover is het dus gekomen.”
“En als ze me vragen om mensen te verplichten te verhuizen? Sorry, maar de wet laat mij niet
om mensen uit hun leefomgeving weg te halen, zoals enkele burgemeesters in Nederland wel doen. Ik heb destijds geprobeerd om het pannenkoekenhuis in de Volksstraat te sluiten, vanuit de redenering dat de zaak een gevaar was voor de openbare orde en veiligheid. De Raad van State heeft ons teruggefloten. Ik neem dat de Raad van State niet kwalijk, want met de actuele wetgeving was dat een logisch arrest. Daarom vraag ik al zo lang om burgemeesters meer wettelijke instrumenten te geven om op te treden tegen georganiseerde misdaad.”
Op federaal niveau gaan er toch steeds meer stemmen op om echt werk te maken van een wet Bestuurlijke Handhaving naar Nederlands model.
“Een aantal Franstalige burgemeesters heeft te kennen gegeven wel te vinden te zijn voor zo’n wet, maar toch zal dat een communautair dossier worden. Als ik de tegenargumenten aan Franstalige zijde hoor, met name Bouchez (MR), dan vrees ik het ergste. Die sleurt er zelfs Montesquieu bij, alsof wij in een stad als Antwerpen niet in staat zouden zijn om op een fatsoenlijke manier bestuursrechtelijk op te treden. De uitspraken van Bouchez getuigen mijn inziens vooral van een totaal gebrek aan ervaring met het besturen van een grote stad en de realiteit van de georganiseerde misdaad.”
“Een voorbeeld? Antwerpen staat niet alleen gekend als diamantcentrum, maar ook als de plaats waar gestolen goud wordt opgekocht door helers. Toen de juwelen van Kim Kardashian werden gestolen, rinkelden hier bij de politie de telefoons met de vraag om uit te kijken naar die juwelen. We hebben als stadsbestuur geprobeerd om die criminele spelers uit de sector te duwen, door uitbatingsvergunningen op te leggen. Helaas zijn we ook in die zaak teruggefloten omdat er onvoldoende wettelijke basis was om de criminele goudhandelaars af te blokken. Bij de malafide massagesalons, waar eigenlijk aan prostitutie werd gedaan, is het ons wel gelukt. Dankzij de uitbatingsvergunning hebben we 80% van de salons uit de stad kunnen verdrijven.”
“Nog een voorbeeld? Café ‘t Keteltje. Een café waar slachtoffers van mensenhandel openlijk aan prostitutie deden. Hoe lang hebben wij moeten vechten en procederen om die schandvlek weg te krijgen? Afrikaanse vrouwen ronselen, hun paspoort afpakken, hen bedreigen met voodoo en hen dan verplichten om voor 5 euro perverts af te werken op het toilet. Ik vind het walgelijk dat dat in mijn stad gebeurt. Hoe vaak heb ik dat café moeten sluiten? Zes keer? Weet je hoeveel manuren daar ingekropen zijn? Waarom krijgt een burgemeester niet de macht om zo’n malafide zaak definitief te sluiten? Is dat de sheriff uithangen? En als Montesquieu zich daardoor omdraait in zijn graf, dat hij zich omdraait in zijn graf.”
Terug over de aanslagen. Hebt een verklaring voor het feit dat de golf van geweld nu zo lang duurt?
“Eigenlijk is dit een vraag voor de gerechtelijke diensten. Mijn hypothese is dat er twee clans bezig zijn met een opbod aan geweld. Ze bestellen vanuit het buitenland aanslagen, die vaak uitgevoerd worden door jonge Surinamers of Antillianen uit Nederland, tegen doelwitten in Antwerpen. Dat is behoorlijk verontrustend, want die jongens uit Nederland gaan doorgaans veel gewelddadiger te werk dan de jongens die we kennen uit het Antwerpse milieu. Wat gebeurt er als zo’n Nederlandse crew op een groep bewakers botst, op weg naar een aanslag? Ik vrees dat die zullen beginnen te schieten, want die Nederlanders komen niet ongewapend naar Antwerpen. Binnen
de Antwerpse clans is de drempel voor dodelijk geweld nog heel hoog. Ze kennen mekaar allemaal, ze zijn vaak familie van mekaar, waardoor de drempel om tot liquidaties over te gaan heel hoog is. Maar nu er steeds vaker Nederlandse hit squads (moordcommando’s, red.) naar Antwerpen worden gestuurd, weet je dat er vroeg of laat doden gaan vallen.”
U verwijt de regering dat de strijd tegen de georganiseerde misdaad geen prioriteit krijgt. De gangsters zijn er met al de aanslagen inmiddels wel in geslaagd om het thema op de nationale agenda te zetten.
“Is dat zo? Sorry, ik zie altijd dezelfde rituelen en beloften. De ene minister belooft extra douaniers in de haven, de andere minister belooft duizend extra mentoe sen voor de federale gerechtelijke politie, de minister van Justitie zegt dat hij de parketten en de rechtbanken gaat versterken en een havenprocureur gaat aanstellen. Allemaal zaken die men in het verleden ook al heeft beloofd en aangekondigd. Als de strijd tegen de georganiseerde misdaad echt prioriteit zou zijn, dan zou men die strijd onderbrengen bij het federale parket en de Nationale Veiligheidsraad, zoals prof. Charlotte Colman twee jaar geleden in haar evaluatie van het Stroomplan al had aanbevolen. Waarom worden die aanbevelingen niet uitgevoerd? Al die ministers die nu beloftes doen, zijn van goede wil. Daar twijfel ik niet aan. Maar wat er ontbreekt, is een globale visie en een plan. Niemand gelooft toch ook maar één seconde dat de aangekondigde maatregelen ook maar iets gaan veranderen? Het grootste havengebied ter wereld wordt beveiligd door tientallen voltijdse mensen. Zolang dat de realiteit is, moet niemand in Brussel komen beweren dat men de strijd tegen de cocaïnesmokkel ernstig voert. Ze doen het absolute minimum om toch maar te zeggen dat men iets doet. Als Mark Demesmaeker, de grote baas van de politie, zegt: de federale politie is kapot, we zijn failliet. Daar reageert gewoon niemand op. Dertig aanslagen op een zomer in Antwerpen? Hebt u de premier al gehoord?”
Minister Verlinden (CD&V) zegt: we zijn ermee bezig.
“Ik heb daar een andere perceptie van. Extra mensen voor de federale politie? Dan moet je die wel in Antwerpen inzetten, maar dat gebeurt niet. Extra mensen voor de rechtbanken? Dan moet je die inzetten op plaatsen waar de zwaarste dossiers worden behandeld. Maar dat gebeurt niet. Hier is een duidelijke crisis aan de gang. En dat vergt een duidelijke visie en een plan. Het probleem is dat deze minister van Binnenlandse Zaken niet de macht heeft om zaken in de regering door te duwen. Haar partij heeft die