Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Gezelligheid creëren voor iedere Antwerpenaar”
Aperobar Scheldeman opent deuren op Nieuw Zuid Net open
Het gaat hard met de horeca op Nieuw Zuid. Na café Den Tripel en restaurant Misera eerder dit jaar, opent aperobar Scheldeman dit weekend zijn deuren in de Jos Smolderenstraat. Uitbaters Frauke, Michiel, Saskia en Kenny, allen bekend van café Vitrin, willen samen met de wijk groeien en ook mensen van iets verderop naar Nieuw Zuid lokken.
“Met Scheldeman creëren we een plaats waar mensen na het werk kunnen ontspannen. De bar wordt dan ook geen nachtcafé. In de week mikken we op een sluitingstijd tussen 22u-23u, in het weekend op middernacht”, vertelt mede-eigenares Frauke Scheldeman.
Wie af en toe op de Marnixplaats vertoeft, kan haar kennen van café Vitrin, waar ze al enkele jaren aan de slag is. Net zoals Frauke hadden Michiel, Kenny en Saskia van Vitrin zin in iets anders. Daarom besloten zij hun schouders mee onder het project Scheldeman te zetten. “Het is een kleine Vitrin-familie hier, maar we zijn zeker geen copycat van het café.”
“De naam is uiteraard anders, en heeft trouwens niets met mij persoonlijk te maken. We vonden het gewoon een passende en leuke naam. Ik ben zeker en vast niet het gezicht. We doen dit met vier, al zal ik hier wel net iets vaker zijn dan de rest, die ook nog andere zaken te runnen hebben.” “Niet alleen de naam, maar ook het aanbod is anders. Met de kaart van onze nieuwe zaak gaan we iets uitgebreider te werk. We hebben wijn, biertjes, cocktails. Maar ook rond de populariteit van natuurwijnen kunnen we niet meer heen.”
Uitgebreide kaart
“En er is nog meer. Zo presenteren we bijvoorbeeld verse tapa’s bereid door onze chef. Hij droogt zijn vlees, pekelt zelf de groenten en prepareert eigen sausjes. Klanten moeten wel nog even geduld uitoefenen, want de hapjes komen pas in oktober. Hetzelfde geldt voor onze muzikale ambities. Op termijn hopen we elke zondagmiddag een band in huis te halen. Daarover later gegarandeerd meer”, lacht Frauke. Wie zit te popelen om de nieuwe bar te ontdekken, kan dit weekend alvast terecht op de soft opening. “Op 16 september plannen we een groot openingsfeest, maar dit weekend doen we het nog rustig aan en halen we de eerste foutjes er al doende uit.”
“Louis Vuitton is het niet geworden”, glimlacht El Marnissi. “In februari kreeg ik van hen het nieuws te horen dat ik aangenomen was en dat ik mocht beginnen als stagiair. Maar in diezelfde periode werd ik ook door Hugo Boss gecontacteerd. Zij boden me een veel betere positie aan.” En dus greep El Marnissi zijn kans. Al betekende dat ook dat niet de stad van de liefde zijn nieuwe uitvalsbasis zou worden. “Wel Stuttgart.” Een echte industriestad en thuishaven van automerken Mercedes-benz en Porsche.
“Ik woon hier nu in een studio, op een uur verwijderd van de plaats waar ik werk: Metzingen.” Dat is het stadje waar modelabel Hugo Boss zijn roots heeft en dé outletstad van Europa. Winkelpand na winkelpand is er ingepalmd door luxemerken. Balenciaga, Prada, Gucci, Fendi, Michael Kors en ga zo maar door. “Maar ik moet bekennen dat ik nog nooit in het outletgedeelte van de stad geweest ben. Ik kan daar perfect aan weerstaan.”
Nog niet thuis
Hij woont nu vijf maanden in Stuttgart en het is aanpassen. “Een Belg kom je hier niet tegen. Behalve op mijn werk, spreken de meeste mensen ook geen Engels. Zelfs de jongeren niet. Heel vreemd. Daardoor voel ik me écht een buitenlander”, vertelt hij. “Ik ben van Marokkaanse origine, maar in België heb ik me nooit een buitenlander gevoeld. Hier wel. Ik ben zelfs al gediscrimineerd geweest, gewoon omdat ik nog geen Duits spreek. Het is best moeilijk om me hier thuis te voelen.”
Dat in combinatie met een job in de modewereld. Een harde wereld. Makkelijk kan dat niet zijn? “Het is hard werken, maar dit is wat ik graag doe. Bij Hugo Boss werk in nu als ‘junior designer’. Ik help mee bij het ontwerpen van de collectie. Het zijn lange dagen maar dat ben ik gewoon van op de Modeacademie. Je wordt daar op voorbereid. Ondertussen heb ik trouwens gesolliciteerd voor een nieuwe functie binnen het bedrijf. Die van ‘concept designer’. Dat betekent eigenlijk dat je de designers gaat inspireren. Nu ben ik de ontwerper, maar ik wil liever de inspiratiebron zijn.”
Deadline Doha
Over zijn ambities spreken met collega’s, ligt moeilijk. “Ik ben altijd heel open, maar ik heb al gemerkt dat er veel onderlinge concurrentie is. Dat er veel geheimzinnigheid heerst en dat de meesten hun toekomstplannen liever voor zichzelf houden.” Maar ambities heeft hij wel degelijk. “Ik ben nog steeds een collectie voor mezelf aan het maken”, vertelt hij. Met zijn afstudeercollectie aan de Academie gooide hij een jaar geleden nog hoge ogen. Hij sleepte er onder meer de Knack Weekend Prijs mee in de wacht. Streetwear couture voor mannen, zo definieert hij zijn ontwerpen. Kleurrijke haute couture doordrongen van Arabische invloeden die refereren naar zijn roots. “Ondertussen ben ik geselecteerd voor Fashion Trust Arabia, een ontwerpwedstrijd in Doha.” Die selectie kwam als een verrassing. “Want ze kiezen doorgaans voor ontwerpers van vrouwenkledij. Maar mijn stukken zien ze als unisex en ze willen me blijkbaar graag een kans geven.” Het is knokken om zijn ontwerpen tijdig klaar te krijgen. Afgelopen weekend zakte hij af naar Antwerpen om er af te spreken met zijn naaister. “Want alleen krijg ik het niet klaargespeeld en samenwerken met mensen die geen Engels of Nederlands spreken, dat is onhaalbaar”, vertelt hij. “In totaal moet ik drie silhouetten presenteren. Dat zijn acht stuks. Op de modeacademie deden we daar een jaar over. Nu heb ik alleen tijd na mijn werkuren.” Maar hij gaat ervoor. “Vorig jaar bestond de jury in Doha uit mensen waar ik echt naar opkijk. Denk aan Naomi Campbell. Het is heel interessant dat ik mijn ontwerpen en mijn visie aan zulke grote namen kan presenteren. Wie weet wat komt daar uit voort.”
Heimwee
Ooit hoopt hij van zijn eigen ontwerpen te kunnen leven. Een eigen label runnen vanuit Antwerpen. Dat is zijn droom. “Maar ik besef ook wel dat de weg daar naartoe nog lang is, dat ik nog een hele tijd voor andere labels zal werken. Daardoor doe ik veel nieuwe ervaring op en dat is natuurlijk waardevol. Maar ik heb heimwee. Ik mis Antwerpen best hard.”
“Het leven in Stuttgart is helemaal anders. Het is hier is ontzettend duur. Wil ik de levensstandaard aanhouden die ik in België had, dan moet ik daar het dubbele voor neertellen. Vers fruit en verse groenten kopen, is hier een uitdaging. In Antwerpen zitten we vlakbij een haven en dat merk je. Hier moet alles worden geïmporteerd. Na twee dagen liggen mijn bananen rot in de fruitschaal. En weet je dat ze frieten hier associëren met Mcdonald’s? Dat kan toch gewoon niet (lacht). Dan denk ik: jongens, jullie zijn helemaal gek.”
ELIEN VAN WYNSBERGHE