Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Afrikanen zijn goede dansers in strooien rokjes: dat was het heersende beeld toen ik hier begon”
Na 21 jaar aan het hoofd van het AfricaMuseum gaat Guido Gryseels met pensioen
Na 21 jaar als directeur van het AfricaMuseum in Tervuren, gaat Guido Gryseels (70) met pensioen. Toen hij er toekwam, was het nog een koloniaal museum met een collectie die de weldaden van de Belgen in Congo bezong. Hij maakte er een motor van dekolonisatie van. “Generaties Belgen hebben hier hun beeld van Afrika gevormd. Een beeld vol stereotypen en racisme. Dat moeten we onder ogen zien en veranderen.”
In het park van Tervuren staat een geometrisch glazen paviljoen. Eerder bescheiden aan de buitenzijde, maar enorm vanbinnen. Met een brede, honderd meter lange ondergrondse gang die leidt naar het eigenlijke oude AfricaMuseum. Louvre-achtig, bijna. Moeilijk voor te stellen dat het hier was dat koning Leopold II in 1897 voor de wereldtentoonstelling 267 Congolezen tentoonstelde als kijkstukken in een menselijke zoo. Vandaag wil het AfricaMuseum een motor van dekolonisering zijn. Architect van die vernieuwing: Guido Gryseels uit Alsemberg. Een landbouw- econoom van opleiding die – na jobs in Ethiopië en Rome – in 2001 hier directeur werd.
Hoe was het AfricaMuseum er toen aan toe?
“Toen ik hier aankwam, was de missie van het Koninklijk Museum voor MiddenAfrika nog steeds: het promoten van de Belgische verwezenlijkingen in Midden-Afrika. De vaste tentoonstelling was niet veranderd sinds 1956, nog voor de onafhankelijkheid van Congo, dus. Afrikanen werden voorgesteld als primitief. Onveranderlijk als naakte mannen en vrouwen met strooien rokjes. Als kundige ambachtslui, ja. Maar zonder enige intellectuele capaciteit. Je moet weten: hele generaties Belgen hebben hier hun beeld van Afrika gevormd. Enorm veel Belgen zijn naar hier gekomen, bijvoorbeeld op schooluitstap, en hebben in
Guido Gryseels: het museum van Tervuren hun eerste blik op Afrika geworpen. En het was een beeld vol stereotypen en racisme. Die realiteit moeten we in de ogen kijken. En veranderen.”
Hoe?
“We tonen nu wat Afrika vandaag is. Met zijn koloniale erfenis, met zijn culturele en klimatologische uitdagingen. En we zijn meer dan een museum. We zijn een federale wetenschappelijke instelling. We doen onderzoek in geschiedenis, antropologie, geologie, biologie. We werken met tachtig wetenschappers, zijn actief in veertien Afrikaanse landen, dragen elk jaar bij tot de opleiding van 150 Afrikaanse wetenschappers. Maar vooral: we willen een forum zijn voor discussie over ons koloniale verleden.”
Guido Gryseels
Directeur AfricaMuseum
“Het besef is gegroeid dat de kolonisering een historisch onrecht is. Dat het per definitie immoreel is.”
Is onze blik op dat verleden in de afgelopen twintig jaar ook veranderd?
“Grondig. Twintig jaar geleden had 95% van de Belgen nog een positief beeld van de kolonisatie. We hadden toch wegen gebouwd, gezondheidszorg gebracht, onderwijs gegeven? Nu heeft minder dan 30% die positieve kijk. Het besef is gegroeid dat de kolonisering een historisch onrecht is. Dat het per definitie immoreel is. Met een militaire bezetting, een autoritair en racistisch bestuur en exploitatie van grondstoffen. Dat besef is ook de verdienste van de Afrikaanse diaspora. Vijftig jaar geleden waren in België 5.000 mensen van Afrikaanse origine, nu zijn dat er 250.000. En die hebben meer belangstelling voor die geschiedenis. Black Lives Matter heeft voor een stroomversnelling gezorgd. De standbeelden van Leopold II werden in vraag gesteld. Men werd zich bewust van de impact van het verleden.”
Wat is die impact vandaag?
“Zoals ik zei: de koloniale visie, die mee werd uitgedragen door dit museum, heeft bij de Belgen een zeker racisme en superioriteitsgevoel doen ingroeien. Daar zijn nog resten van. Tot voor kort hadden we hier in het museum een antiracismehoek waar drie medewerkers van Afrikaanse origine vertelden over hun ervaringen. Dat men er vaak van uitgaat dat zij Frans spreken, bijvoorbeeld. Dat men denkt dat elke Afrikaan goed kan dansen. Dat zoveel mensen graag eens aan hun haar willen voelen. Dat is geen virulent racisme, maar het zijn wel kleine dingen die hen telkens opnieuw het gevoel geven dat ze niet helemaal van hier zijn. Dat heeft een grote impact.”
Wat betekent Afrika voor u?
“Ik heb jarenlang in Ethiopië gewerkt, waar ik lokale landbouwsystemen onderzocht. Het is een van de boeiendste landen ter wereld. Met allerlei soorten ecologische zones, allerlei etnische groepen en culturen. De mensen, de natuur: ze zijn onvoorstelbaar fascinerend. Dat geldt ook voor Rwanda en Burundi, waar ik ook gewerkt heb. En het geldt ook
voor Congo, dat ons belangrijkste partnerland is en waar ik elk jaar twee keer naartoe reis.” Heeft u al een opvolger?
“De vacature is open.”
Welk werk ligt er op hem of haar te wachten?
“Volgend jaar bestaan we 125 jaar. Dat is het moment om te reflecteren over de toekomst. Welk collectiebeleid voer je? Er zullen vragen komen over de herkomst van de collectie. Mogelijk is een deel ervan verworven door geweld en plundering. Dit museum moet openstaan voor het debat daarover. Daarnaast: hoe zorg je ervoor dat je meer mensen van Afrikaanse origine kan betrekken bij het museum? Niet alleen bij de werking, maar ook in het beheer. En er is de grote vraag naar werkingsmiddelen. In de afgelopen vijf jaar is ons budget met 20% verminderd. Maar we kunnen niet meer blijven doen met minder middelen. De energiefacturen alleen zorgen dit jaar voor een meerkost van meer dan een miljoen euro. Er zijn dus wel wat uitdagingen.”