Gazet van Antwerpen Stad en Rand
REMCO EVENEPOEL
Waar zijn aerodynamische winst overal gaat zoeken
In 30,9 vlakke kilometers probeert Remco Evenepoel (22) de tegenstand vandaag zo ver mogelijk achter zich te laten. Trainer Koen Pelgrim legt uit waar Evenepoel zijn aerodynamische winst overal gaat zoeken. “Elke seconde telt, dus we willen alles optimaal doen.”
DE HANDEN
“Remco zit tamelijk hoog met zijn handen, zoals de meeste specialisten tegenwoordig. Dat werkt heel goed. Omdat je meer steun hebt en de hoge handen ook de wind breken. Vroeger was het idee: hoe lager het stuur, hoe lager de renner en hoe groter het aerodynamisch voordeel. Maar dat is de theorie. In de praktijk zag je het hoofd met dat lage stuur heel vaak omhoog komen.”
“De trend is nu zeker om alsmaar hoger te gaan, maar je moet altijd de UCI-regels volgen: de verticale lijn tussen de armsteunen en het hoogste punt van de extensies van het stuur mag maximaal tien centimeter zijn. De armpads mogen maximaal vijftien procent oplopen.”
“De beugels waarin de armen van Evenepoel liggen, zijn op maat gemaakt. We hebben ze afgelopen winter iets meer naar schuin binnen gezet, met de ellebogen wat verder uit elkaar. Dat zorgt voor meer comfort.” (waarop de ellebogen rusten, red.)
DE HELM
“Remco rijdt vandaag met de nieuwe helm, de S-Works TT 5, met de geïntegreerde sok. De theorie daarachter moeten we misschien niet helemaal uit de doeken doen, we willen de concurrentie niet slimmer maken dan ze al is (Volgens de website duwt de sok het haar en oren plat, red.).”
“Het gaat evenveel om de vorm van de helm als om de eigenlijke sok. Het ontwerp ziet er speciaal uit. Zoals bij de Poc-tijdrithelmen van EF Education. Die lijken bedoeld voor ruimtevaarders – ze zien er niet per se mooi uit – maar het gaat om de functionaliteit: de helm maakt één gestroomlijnd geheel van het hoofd en de rug.”
“Hoe goed een helm is, hangt in hoge mate af van de positie van de renner. Bij Remco hebben we twee keer getest: één keer in Morgan Hill, in de windtunnel van Specialized. Nadien ook nog een keer op de piste. Twee keer presteerde de TT 5 merkbaar beter.”
DE TRUI
“Remco rijdt niet in zijn geoptimaliseerde tijdritpak van onze kledingfabrikant Castelli. Als leider in het algemeen klassement draagt hij het pak dat de organisatie hem ter beschikking stelt. Dat werkt niet zoals in de Tour, waar een naaister de specifieke maten komt opnemen. In de Vuelta kan je kiezen tussen XS, S of M.”
“Uiteraard is dat geen voordeel, maar om de precieze impact te kennen zou je beide pakken moeten testen in de tunnel. Wat nooit gebeurt.”
DE RUG
“De rug van Remco ligt altijd mooi horizontaal. Het hoogste punt van de rug ligt op de dezelfde lijn als het hoogste punt van de helm. Dat heeft te maken met natuurlijke aanleg. Met flexibiliteit bijvoorbeeld. Als je de lenigheid niet hebt, geraak je niet in die positie of kan je ze nooit lang genoeg volhouden. Komt bij dat Remco een heel goeie positiezin heeft, een goed besef van de houding van zijn lichaam.”
“In de tijdrithouding haalt Remco vaak zijn allerbeste waarden, wat zeker niet bij elke renner zo is. Hij traint ook vaak op de tijdritfiets. Vanaf december mag je rekenen dat hij twee keer per week op de tijdritfiets zit.”
HET ZADEL
“Tony Martin legde schuurpapier op zijn zadel bij tijdritten, maar dat is niet meer aan de orde. De modellen nu hebben veel meer grip en bij
Tony speelde ook de positie van zijn stuur mee. Dat stond bij hem nog echt laag en hij probeerde er zich tijdens een tijdrit bij manier van spreken ook aan vooruit te trekken. Daarom had hij de neiging om naar voor te kruipen op zijn zadel, wat het schuurpapier dan moest tegengaan. Remco heeft een veel comfortabeler positie en schuift niet op zijn zadel.”
DE WIELEN
Welke wielsets we gebruiken hangt heel erg af van het parcours. Sommige wielen zijn zwaarder dan andere, dus bij een heuvelachtige tijdrit kom je natuurlijk bij de lichtere modellen uit. Nu is het vooral snel, rechtdoor, dus aerodynamica wordt de belangrijkste factor.”
“Ook de wind is doorslaggevend. In een normale tijdrit gebruiken we de Rovalwielen met de velg van 64 mm. Maar bijvoorbeeld in de tijdrit in de Ronde van de Algarve – met veel zijwind – hebben we overgeschakeld op het Rapidesmodel. Dat heeft een wat lagere velg en is specifiek ontwikkeld voor zijwind. In die omstandigheden zijn ze aerodynamisch een pak sneller.”
“In principe