Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Koninklijke IJsberen vieren honderdste verjaardag
Jong en oud kan er vier dagen per week komen koudwaterzwemmen
Met de inhuldiging van een achttien meter lange tijdlijn en een feestje voor de leden hebben de Koninklijke IJsberen Boom het honderdjarig bestaan gevierd. Op de eeuweling zit nog geen sleet, integendeel. “Corona heeft ons een handje geholpen, het ledenaantal is de voorbije twee jaar gestegen van 270 naar 450”, glundert voorzitter Jo Jacobs.
In de winter in een ijskoud bad duiken, honderd jaar geleden werd het afgedaan als “goed zot” waar je ziektes als astma van kreeg. Nu zien meer en meer mensen het heil voor geest en lichaam ervan in. “De koudwatervrees is er nog hoor”, lachen voorzitter Jo Jacobs en Niki Delva, reeds dertig jaar een Boomse ijsbeer. “Maar eens die overwonnen, ervaren mensen wat het met je lichaam doet. Het gevoel dat je krijgt als je uit het water komt, is enorm. De overwinning op jezelf geeft een mentale boost, je lichaam voelt als gereset.”
Antwerpse roots
Voor het eeuwfeest doken ze in de archieven van de club en vonden ze nog foto’s van het prille begin terug. De IJsberen hebben eigenlijk hun roots in Antwerpen. “In 1922 werd onder impuls van enkele dokters en een senator van start gegaan op het Zuid in Antwerpen”, vertelt Niki Delva. “Omdat in 1968 door de bouw van de Kennedytunnel en de ring het openluchtzwembad op het Zuid moest verdwijnen, verhuisde de club naar het Boekenbergpark.”
Midden jaren zeventig werd binnen de club een wig gedreven door een verschil in visie rond competitief en recreatief zwemmen. Onder impuls van Herman Malfait verhuisde een deel van de leden naar Boom waar net een nieuw openluchtzwembad was geopend. De clubnaam werd meteen veranderd van Antwerpse IJsberen naar IJsberen Boom. Later, toen het Boekenbergzwembad werd gesloten, werd de club weer een geheel.
Het recreatief karakter staat nu nog altijd voorop. “Clubsfeer en kameraadschap zijn belangrijker dan het competitief element”, zegt voorzitter Jo Jacobs. “We hebben leden die aan
Voorzitter Koninklijke Ijsberen
“We hebben ons ledenaantal de voorbije twee jaar zien stijgen van 270 naar 450”
competitie doen, zowel in het winterkampioenschap als openwaterzwemmen in de zomer en zijn als officiële zwemclub aangesloten bij de Vlaamse Zwemfederatie. Maar de verhouding is negentig procent recreatief en tien procent competitief.”
Vooral de jongste tien jaar, onder impuls van voorzitter Jo Jacobs, maakte de club – de oudste van het land – nog een hele evolutie door. “Zo schaften we een aantal regeltjes, zoals lid worden op voordracht, af. De laagdrempeligheid is een van de grote troeven. Dat is ook gebleken tijdens de coronaperiode. We hebben ons ledenaantal zien stijgen van 155 in 2012 naar 270 net voor corona tot 450 nu.”
“We zijn nu zo veel meer dan een stelletje ‘zottekes’ die bij ijskoude temperaturen het bad induiken. Jong en oud kan hier vier dagen per week – op woensdagen vrijdagavond en op zaterdagen zondagvoormiddag – komen koudwaterzwemmen.”
Mascotte
Ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan, werd ten slotte ook een nieuwe mascotte boven de doopvont gehouden. De leden zetten daarvoor op eigen initiatief een crowdfunding op poten. De ijsbeer werd Mon gedoopt, genoemd naar de 88-jarige Mon Van Kerchove, het oudste nog actieve lid die het tijdperk in Antwerpen nog meemaakte.